Op grond van de Europese Richtlijn grensoverschrijdende zorg hebben EU-burgers het recht zich in een andere lidstaat te laten behandelen. De kosten voor die behandeling moeten in de lidstaat waar zij wonen worden terugbetaald op voorwaarde dat de behandeling daar ook terug betaalbaar is en aan het tarief van die lidstaat. Het Europese Hof van Justitie kreeg hierover een interessante zaak voorgeschoteld.

De minderjarige zoon van een man die getuige van Jehova is, had omwille van een aangeboren hartaandoening een openhartoperatie nodig. Zij wonen in Letland. Daar kon die ingreep worden uitgevoerd maar niet zonder bloedtransfusie. De vader verzette zicht tegen de operatie in Letland omwille van zijn geloofsovertuiging.

Hij vroeg toestemming aan de bevoegde overheid in Letland om de operatie te laten uitvoeren in Polen waar dit zonder bloedtransfusie kon gebeuren. Die toestemming werd geweigerd omdat de ingreep medisch gezien ook in Letland kon. Zonder toestemming liet hij de operatie toch uitvoeren in Polen, met succes. Daarna vroeg hij op grond van de Europese Richtlijn terugbetaling die werd geweigerd. Dit leidde tot een rechtszaak in Letland.

De rechter aldaar legde de vraag voor aan het Hof van Justitie. Meer bepaald vroeg de Letse rechter of de terugbetaling mag worden geweigerd zonder dat wordt rekening gehouden met de geloofsovertuiging van de patiënt (of zoals hier, zijn vertegenwoordiger).

De vader vroeg toestemming aan de bevoegde overheid in Letland om de operatie te laten uitvoeren in Polen waar dit zonder bloedtransfusie kon gebeuren

Alvorens de rechters, waaronder de Belgische voorzitter van het Hof, professor Koen Lenaerts, zich uitspraken, gaf de advocaat-generaal bij het Hof zijn advies. Dat was klaar en duidelijk. Lidstaat A mag niet weigeren de kosten voor een behandeling ondergaan in lidstaat B, terwijl die ook beschikbaar is in lidstaat A maar onder voorwaarden die niet stroken met de oprechte godsdienstige overtuiging van de patiënt, terug te betalen. Hij hield wel een slag om de arm: als dat zou leiden tot zoveel verzoeken om terugbetaling dat het gezondheidszorgsysteem van lidstaat A zou worden ondermijnd, dan zou de terugbetaling wel mogen worden geweigerd. In een arrest van 29 oktober 2020 sloot het Hof van Justitie zich aan bij het advies van de advocaat-generaal, zij het in wat meer zakelijke bewoordingen.

Dit arrest is op zich al belangrijk genoeg om het onder uw aandacht als lezer te brengen. Maar het kan ook gevolgen hebben op veel grotere schaal. Ik denk bijvoorbeeld aan in-vitrofertilisatie en het lot van de restembryo's.

In sommige lidstaten moeten de ouders van die embryo's uiteindelijk een keuze maken: laten vernietigen of afstaan voor onderzoek. In andere lidstaten staan ze niet voor die keuze. Het arrest kan sommigen ertoe aanzetten in-vitrofertilisatie in zo'n lidstaat te laten uitvoeren omdat zij religieuze bezwaren hebben tegen onderzoek met restembryo's of de vernietiging ervan. Voor zwangerschapsafbreking of euthanasie zal het arrest geen gevolgen hebben. Die handelingen vallen niet onder de Europese Richtlijn.

Op grond van de Europese Richtlijn grensoverschrijdende zorg hebben EU-burgers het recht zich in een andere lidstaat te laten behandelen. De kosten voor die behandeling moeten in de lidstaat waar zij wonen worden terugbetaald op voorwaarde dat de behandeling daar ook terug betaalbaar is en aan het tarief van die lidstaat. Het Europese Hof van Justitie kreeg hierover een interessante zaak voorgeschoteld. De minderjarige zoon van een man die getuige van Jehova is, had omwille van een aangeboren hartaandoening een openhartoperatie nodig. Zij wonen in Letland. Daar kon die ingreep worden uitgevoerd maar niet zonder bloedtransfusie. De vader verzette zicht tegen de operatie in Letland omwille van zijn geloofsovertuiging.Hij vroeg toestemming aan de bevoegde overheid in Letland om de operatie te laten uitvoeren in Polen waar dit zonder bloedtransfusie kon gebeuren. Die toestemming werd geweigerd omdat de ingreep medisch gezien ook in Letland kon. Zonder toestemming liet hij de operatie toch uitvoeren in Polen, met succes. Daarna vroeg hij op grond van de Europese Richtlijn terugbetaling die werd geweigerd. Dit leidde tot een rechtszaak in Letland.De rechter aldaar legde de vraag voor aan het Hof van Justitie. Meer bepaald vroeg de Letse rechter of de terugbetaling mag worden geweigerd zonder dat wordt rekening gehouden met de geloofsovertuiging van de patiënt (of zoals hier, zijn vertegenwoordiger). Alvorens de rechters, waaronder de Belgische voorzitter van het Hof, professor Koen Lenaerts, zich uitspraken, gaf de advocaat-generaal bij het Hof zijn advies. Dat was klaar en duidelijk. Lidstaat A mag niet weigeren de kosten voor een behandeling ondergaan in lidstaat B, terwijl die ook beschikbaar is in lidstaat A maar onder voorwaarden die niet stroken met de oprechte godsdienstige overtuiging van de patiënt, terug te betalen. Hij hield wel een slag om de arm: als dat zou leiden tot zoveel verzoeken om terugbetaling dat het gezondheidszorgsysteem van lidstaat A zou worden ondermijnd, dan zou de terugbetaling wel mogen worden geweigerd. In een arrest van 29 oktober 2020 sloot het Hof van Justitie zich aan bij het advies van de advocaat-generaal, zij het in wat meer zakelijke bewoordingen. Dit arrest is op zich al belangrijk genoeg om het onder uw aandacht als lezer te brengen. Maar het kan ook gevolgen hebben op veel grotere schaal. Ik denk bijvoorbeeld aan in-vitrofertilisatie en het lot van de restembryo's.In sommige lidstaten moeten de ouders van die embryo's uiteindelijk een keuze maken: laten vernietigen of afstaan voor onderzoek. In andere lidstaten staan ze niet voor die keuze. Het arrest kan sommigen ertoe aanzetten in-vitrofertilisatie in zo'n lidstaat te laten uitvoeren omdat zij religieuze bezwaren hebben tegen onderzoek met restembryo's of de vernietiging ervan. Voor zwangerschapsafbreking of euthanasie zal het arrest geen gevolgen hebben. Die handelingen vallen niet onder de Europese Richtlijn.