...

Sinds 2013 besteed Vlaanderen jaarlijks een klein miljoen euro aan ICT-opleidingen voor zorgverstrekkers. Het Riziv droeg projectgewijs ook bij tot de financiering. Het trok in 2015-2016 232.000 euro bij tot de uitbouw van een online-leeromgeving. Wie volgt de opleidingen?Eénlijn.be organiseerde 861 'algemene verkenningstochten' waaraan in totaal 19.020 zorgverstrekkers deelnamen. Daarnaast organiseerde het consortium 1.299 specifieke opleiding met in totaal 12.076 verschillende deelnemers. De 458 webinars bereikten in totaal 5.618 zorgverstrekkers, en de 222 opleidingen ter plaatse 498 professionals.De meer dan 4.000 huisartsen die minstens één opleiding volgden, vormden de grootste groep. De tweede grootste groep die de opleidingen bereikten, waren de apothekers, die met 3.210 zijn. Daarnaast omvatte het bereikte publiek een goede duizend tandartsen en (thuis)verpleegkundigen. Ook verschillende andere beroepsgroepen lieten zich informeren over e-health, weliswaar in mindere mate. Daaronder ook een 500-tal artsen-specialisten.Meer standaards voor gegevensuitwisselingDokter Saeys peilde bij Vandeurzen ook naar het ICT-gebruik van huisartsen en naar hun houding tegenover ICT-toepassingen. Voor zijn antwoord baseerde de minister zich op de eHealthmonitor uit 2017. Zo bleek dat jaar dat huisartsen informatie van specialisten over hun patiënt in 86% van de gevallen geregeld of altijd elektronisch ontvangen. In 77% van de gevallen is die meestal op tijd en in 91% bevat die meestal ook alle relevante informatie. eHealth-diensten ontwikkelen zich snel - de cijfers die Vandeurzen in zijn antwoord meegaf zijn misschien al voor een stuk achterhaald.Toch valt op dat huisartsen de beveiligde eHealth-box in 2017 nog maar zelden gebruikten om informatie uit te wisselen met andere zorgverleners. Uit de eHealthmonitor van Zorg en Gezondheid blijkt verder geringe tevredenheid met eHealth-box. 61% van de huisartsen vraagt ook om betere ondersteuning bij het gebruik ervan.Problemen signaleerden huisartsen verder met de ziekenhuishubs, met Recip-e, en vooral met Vitalink. Vier op vijf van de huisartsen vond dat de beschikbare elektronische patiëntendossiers vlotter informatie met elkaar moeten kunnen uitwisselen, en dat standaards hiervoor indien nodig maar verplicht moeten worden.Freya Saeys nam kennis van het antwoord van minister Vandeurzen dat er geen wachttijden zijn voor de opleidingen.Huisartsen hebben weinig tijd op de opleidingen te volgen, weet ze. Ook is er onduidelijkheid over de opvolging van de opleidingen. Het is niet bekend wie zich daarmee moet bezighouden.