De Britse krant The Guardian meldde dat Labour-premier Keir Starmer de bureaucratie van de NHS wenst af te bouwen. Dit nieuws deed heel wat stof opwaaien. Een editorial in The Lancet blokletterde "NHS England to be axed" (22.03.2025).

In de VS zijn de gezondheidsuitgaven ontspoord tot zo'n 20% van het GDP, terwijl de gezondheid van de Amerikaanse bevolking er niet bepaald op verbetert.

Volgens het World Happiness Report dat op 20 maart 2025 verscheen, zinkt het geluksgevoel van de Amerikaanse bevolking weg: het is gezakt tot de 24e plaats in de ranglijst met het VK op plaats 23. België doet het zeer goed in hetzelfde rapport, met een 14e plaats, waar we best trots op mogen zijn.

Het loont de moeite om de samenvatting van dat World Happiness rapport te bekijken. Gezondheidszorg en sociale zekerheid zijn volgens het rapport noodzakelijke, maar niet-voldoende voorwaarden voor een gelukkige bevolking. Finland bewijst dat een sterk BBP noodzakelijk is: een land moet voldoende kunnen besteden, maar die middelen moeten wel eerst verdiend worden.

Daarnaast moet er ingezet worden op verbondenheid en familiebanden. De mentale veerkracht van een bevolking berust op verbondenheid, verdraagzaamheid en 'meaningful relationships' - wat géén synoniem is voor schermtijd. Het is misschien ook tijd om gezondheidswinst - zeker bij ouderen - niet meer louter uit te drukken in QALY's, maar deze ook te verbinden met WELLBY's (well-being-years).

Wat verklaart de verschillen tussen België, het VK en de VS? Volgens beleidsanalisten zijn er drie typen gezondheidszorgsystemen: het NHS- of Beveridge-model, met een overwegend 'gratis' gezondszorg gefinancierd door belastingen; het sociaal verzekeringsmodel of het Bismarck-model dat we in België, Frankrijk en Duitsland kennen; en het private verzekeringsmodel dat dominerend is in de VS. (Ellen Annandale, The Sociology of Health and Medicine, 2nd Ed).

Transparantie, tariefzekerheid en betaalbaarheid van zorg zijn slechts afdwingbaar als iedereen ziet dat de middelen naar zorg zelf gaan, en niet naar praten over zorg.

Ten prooi aan bureaucratie

De NHS is ten prooi gevallen aan bureaucratie, waarbij Britse sociologen met de vinger wijzen naar te veel inspectie en regulatie, te veel guidelines, te veel 'support' functies en te weinig vertrouwen in de klinische vrijheid van zorgverleners. The Lancet citeert in dit verband Naomi Chambers, professor in Health Management aan de Universiteit van Manchester, die beaamt dat " NHS England zonder twijfel aan een grote hervorming toe was (...) Ze slaagde er niet in om de toegang tot de zorg te verbeteren en de productiviteit te verhogen".

Het is nu genoeg, zegt Keir Starmer: een hervorming is nodig "om geld vrij te maken voor artsen, verpleegkundigen en eerstelijnsdiensten, en verbeteringen in de NHS te versnellen, waarbij de regering ernaar streeft om de wachtlijsten tegen de volgende verkiezingen terug te dringen."

Natuurlijk weten we ook dat het hervormen van de NHS-bureaucratie niet hetzelfde is als het hervormen van de zorg voor patiënten, maar het is duidelijk de NHS niet het na te volgen voorbeeld is, ook niet voor België.

Hedonisme van het kapitalisme

Het derde model, dat van de VS, is minstens even destructief. Nye Bevan, een van de architecten van de NHS, bestempelde het Amerikaans gezondheidszorgsysteem als het 'hedonisme van het kapitalisme'.

Volgens OECD-data bedroegen de gezondheidszorguitgaven per capita in 2022 (gecorrigeerd voor koopkrachtpariteit) 12.555 USD in de VS, tegenover 6.600 USD in België en 5.493 USD in het VK. Uitgedrukt in % van het BBP, waren de cijfers in 2022: 10,8% in België, 11,34% voor het VK, en 16,57% voor de VS.

Waar gaat al dat geld in de VS naartoe, als de patiënt er niet beter van wordt? Het tijdschrift The Economist van 22 maart 2025 geeft het antwoord: de farma-sector en de Amerikaanse ziekenhuisindustrie, die veelal in private, beursgenoteerde handen is. "De winst op eigen vermogen van ziekenhuisgroep HCA Healthcare steeg van 10% in 2004 tot 15% in 2024", aldus The Economist. Mercantieler kan het niet klinken.

Het artikel gaat verder in op de Amerikaanse ziekenhuisindustrie en legt de vinger op enkele wonden. Ziekenhuisfacturen zijn ondoorgrondelijk, en er zijn grote verschillen in factuurprijzen per procedure. Zo varieert de prijs van een colonoscopie, aldus het artikel, van 435 USD tot 7.000 USD. Ook speelt het overwicht van de 'fee-for-service' financiering (70%) tegenover 'target financiering' (synoniem voor value-based care) (30%).

Fusies verhogen prijzen

Een van de voornaamste redenen voor de hogere winsten in de sector, aldus The Economist, is de grote consolidatie op de ziekenhuismarkt. Tussen 2000 en 2020 hebben in de VS meer dan 1.600 ziekenhuisfusies plaatsgevonden, zodat grote ketens als HCA Healthcare meer dan 180 ziekenhuizen bezitten met een totale capaciteit van om en bij de 50.000 bedden.

Het verlies aan competitie tussen ziekenhuizen stuwt de prijzen omhoog: "Onderzoek toont aan dat ziekenhuisfusies vaak leiden tot hogere prijzen voor patiënten met een private verzekering, zonder dat er sprake is van betere zorg. Grotere ziekenhuisketens gebruiken vaak hun marktmacht om hogere vergoedingen af te dwingen van verzekeraars.".

Nog volgens The Economist hebben zowel het overheidsprogramma Medicare als privéverzekeraars de neiging om meer te betalen voor diensten die in ziekenhuizen worden geleverd in plaats van in onafhankelijke dokterspraktijken, wat geïntegreerde zorgverleners motiveert om de - duurdere intramurale - zorg aan te moedigen.

Uiteraard is er ook Kaiser-Permanente, een 'non-profit'-provider met 40 ziekenhuizen en 25.000 artsen in dienst. Maar blijkbaar is de kostenzijde bij non-profit providers niet beter dan bij for-profit providers, hoewel ze minder belastingen moeten betalen.

Een richting die men in de VS wenst uit te gaan is deze van (kost)-prijs transparantie en "site-neutrality": een procedure in het ziekenhuis zou niet meer vergoed mogen worden als eenzelfde procedure in een artsenpraktijk. De toekomst moet uitwijzen welke richting de Amerikaanse gezondheidszorg uitgaat.

Meer praten over zorg, of meer zorg?

In België kennen we het Bismarck-model waar werkgevers en werknemers in samenspraak met de overheid, de RIZIV-administratie en de ziekenfondsen in de Algemene Raad verantwoordelijk zijn voor de bestedingen van de middelen voor gezondheidszorg. Dit model waarborgt dat de middelen ingezet worden voor gezondheidszorg, en de sociale ongelijkheid in de zorg tegengaan.

Transparantie, tariefzekerheid en betaalbaarheid van zorg zijn daarbij belangrijke doelstellingen van alle actoren. Die zijn slechts afdwingbaar als iedereen ziet dat de middelen naar zorg zelf gaan, en niet naar praten over zorg. Precies dat is de zwakte van het NHS-model: er wordt veel gepraat over zorg, maar de focus is niet meer de frontlinie van de zorg.

Dit verklaart de bezorgdheid bij de Belgische artsengemeenschap wanneer we de beleidsverklaring Gezondheidszorg van 13 maart lezen (DOC 56 0767/009): méér directieven van bovenaf, méér bestedingen voor praten over zorg dan voor zorg zelf. De institutionalisering van de zorg wordt zelfs nog versterkt: "Extramurale praktijken kunnen een plaats hebben in het zorglandschap als 'aanvulling' op de ziekenhuizen".

Centralisatie en concentratie kunnen en moeten, maar mogen niet doorslaan: het voorbeeld van de VS leert dat monopolies leiden tot prijsdruk, het voorbeeld van het VK leert dat bureaucratie leidt tot minder motivatie en innovatie.

Idealiter is het effect van een goede gezondheidszorg een hoger BBP. Dit kan wanneer politiek dient om de gezondheidszorg op het goede spoor te houden, niet wanneer gezondheidszorg wordt gebruikt om een politieke ideologie door te drukken. Kijken naar VK en VS helpt, vooral om te zien waar België niet naar toe moet inzake gezondheidszorg.

De Britse krant The Guardian meldde dat Labour-premier Keir Starmer de bureaucratie van de NHS wenst af te bouwen. Dit nieuws deed heel wat stof opwaaien. Een editorial in The Lancet blokletterde "NHS England to be axed" (22.03.2025). In de VS zijn de gezondheidsuitgaven ontspoord tot zo'n 20% van het GDP, terwijl de gezondheid van de Amerikaanse bevolking er niet bepaald op verbetert. Volgens het World Happiness Report dat op 20 maart 2025 verscheen, zinkt het geluksgevoel van de Amerikaanse bevolking weg: het is gezakt tot de 24e plaats in de ranglijst met het VK op plaats 23. België doet het zeer goed in hetzelfde rapport, met een 14e plaats, waar we best trots op mogen zijn. Het loont de moeite om de samenvatting van dat World Happiness rapport te bekijken. Gezondheidszorg en sociale zekerheid zijn volgens het rapport noodzakelijke, maar niet-voldoende voorwaarden voor een gelukkige bevolking. Finland bewijst dat een sterk BBP noodzakelijk is: een land moet voldoende kunnen besteden, maar die middelen moeten wel eerst verdiend worden. Daarnaast moet er ingezet worden op verbondenheid en familiebanden. De mentale veerkracht van een bevolking berust op verbondenheid, verdraagzaamheid en 'meaningful relationships' - wat géén synoniem is voor schermtijd. Het is misschien ook tijd om gezondheidswinst - zeker bij ouderen - niet meer louter uit te drukken in QALY's, maar deze ook te verbinden met WELLBY's (well-being-years).Wat verklaart de verschillen tussen België, het VK en de VS? Volgens beleidsanalisten zijn er drie typen gezondheidszorgsystemen: het NHS- of Beveridge-model, met een overwegend 'gratis' gezondszorg gefinancierd door belastingen; het sociaal verzekeringsmodel of het Bismarck-model dat we in België, Frankrijk en Duitsland kennen; en het private verzekeringsmodel dat dominerend is in de VS. (Ellen Annandale, The Sociology of Health and Medicine, 2nd Ed).Ten prooi aan bureaucratieDe NHS is ten prooi gevallen aan bureaucratie, waarbij Britse sociologen met de vinger wijzen naar te veel inspectie en regulatie, te veel guidelines, te veel 'support' functies en te weinig vertrouwen in de klinische vrijheid van zorgverleners. The Lancet citeert in dit verband Naomi Chambers, professor in Health Management aan de Universiteit van Manchester, die beaamt dat " NHS England zonder twijfel aan een grote hervorming toe was (...) Ze slaagde er niet in om de toegang tot de zorg te verbeteren en de productiviteit te verhogen".Het is nu genoeg, zegt Keir Starmer: een hervorming is nodig "om geld vrij te maken voor artsen, verpleegkundigen en eerstelijnsdiensten, en verbeteringen in de NHS te versnellen, waarbij de regering ernaar streeft om de wachtlijsten tegen de volgende verkiezingen terug te dringen."Natuurlijk weten we ook dat het hervormen van de NHS-bureaucratie niet hetzelfde is als het hervormen van de zorg voor patiënten, maar het is duidelijk de NHS niet het na te volgen voorbeeld is, ook niet voor België.Hedonisme van het kapitalismeHet derde model, dat van de VS, is minstens even destructief. Nye Bevan, een van de architecten van de NHS, bestempelde het Amerikaans gezondheidszorgsysteem als het 'hedonisme van het kapitalisme'.Volgens OECD-data bedroegen de gezondheidszorguitgaven per capita in 2022 (gecorrigeerd voor koopkrachtpariteit) 12.555 USD in de VS, tegenover 6.600 USD in België en 5.493 USD in het VK. Uitgedrukt in % van het BBP, waren de cijfers in 2022: 10,8% in België, 11,34% voor het VK, en 16,57% voor de VS. Waar gaat al dat geld in de VS naartoe, als de patiënt er niet beter van wordt? Het tijdschrift The Economist van 22 maart 2025 geeft het antwoord: de farma-sector en de Amerikaanse ziekenhuisindustrie, die veelal in private, beursgenoteerde handen is. "De winst op eigen vermogen van ziekenhuisgroep HCA Healthcare steeg van 10% in 2004 tot 15% in 2024", aldus The Economist. Mercantieler kan het niet klinken. Het artikel gaat verder in op de Amerikaanse ziekenhuisindustrie en legt de vinger op enkele wonden. Ziekenhuisfacturen zijn ondoorgrondelijk, en er zijn grote verschillen in factuurprijzen per procedure. Zo varieert de prijs van een colonoscopie, aldus het artikel, van 435 USD tot 7.000 USD. Ook speelt het overwicht van de 'fee-for-service' financiering (70%) tegenover 'target financiering' (synoniem voor value-based care) (30%).Fusies verhogen prijzenEen van de voornaamste redenen voor de hogere winsten in de sector, aldus The Economist, is de grote consolidatie op de ziekenhuismarkt. Tussen 2000 en 2020 hebben in de VS meer dan 1.600 ziekenhuisfusies plaatsgevonden, zodat grote ketens als HCA Healthcare meer dan 180 ziekenhuizen bezitten met een totale capaciteit van om en bij de 50.000 bedden.Het verlies aan competitie tussen ziekenhuizen stuwt de prijzen omhoog: "Onderzoek toont aan dat ziekenhuisfusies vaak leiden tot hogere prijzen voor patiënten met een private verzekering, zonder dat er sprake is van betere zorg. Grotere ziekenhuisketens gebruiken vaak hun marktmacht om hogere vergoedingen af te dwingen van verzekeraars.".Nog volgens The Economist hebben zowel het overheidsprogramma Medicare als privéverzekeraars de neiging om meer te betalen voor diensten die in ziekenhuizen worden geleverd in plaats van in onafhankelijke dokterspraktijken, wat geïntegreerde zorgverleners motiveert om de - duurdere intramurale - zorg aan te moedigen.Uiteraard is er ook Kaiser-Permanente, een 'non-profit'-provider met 40 ziekenhuizen en 25.000 artsen in dienst. Maar blijkbaar is de kostenzijde bij non-profit providers niet beter dan bij for-profit providers, hoewel ze minder belastingen moeten betalen. Een richting die men in de VS wenst uit te gaan is deze van (kost)-prijs transparantie en "site-neutrality": een procedure in het ziekenhuis zou niet meer vergoed mogen worden als eenzelfde procedure in een artsenpraktijk. De toekomst moet uitwijzen welke richting de Amerikaanse gezondheidszorg uitgaat.Meer praten over zorg, of meer zorg?In België kennen we het Bismarck-model waar werkgevers en werknemers in samenspraak met de overheid, de RIZIV-administratie en de ziekenfondsen in de Algemene Raad verantwoordelijk zijn voor de bestedingen van de middelen voor gezondheidszorg. Dit model waarborgt dat de middelen ingezet worden voor gezondheidszorg, en de sociale ongelijkheid in de zorg tegengaan. Transparantie, tariefzekerheid en betaalbaarheid van zorg zijn daarbij belangrijke doelstellingen van alle actoren. Die zijn slechts afdwingbaar als iedereen ziet dat de middelen naar zorg zelf gaan, en niet naar praten over zorg. Precies dat is de zwakte van het NHS-model: er wordt veel gepraat over zorg, maar de focus is niet meer de frontlinie van de zorg. Dit verklaart de bezorgdheid bij de Belgische artsengemeenschap wanneer we de beleidsverklaring Gezondheidszorg van 13 maart lezen (DOC 56 0767/009): méér directieven van bovenaf, méér bestedingen voor praten over zorg dan voor zorg zelf. De institutionalisering van de zorg wordt zelfs nog versterkt: "Extramurale praktijken kunnen een plaats hebben in het zorglandschap als 'aanvulling' op de ziekenhuizen".Centralisatie en concentratie kunnen en moeten, maar mogen niet doorslaan: het voorbeeld van de VS leert dat monopolies leiden tot prijsdruk, het voorbeeld van het VK leert dat bureaucratie leidt tot minder motivatie en innovatie.Idealiter is het effect van een goede gezondheidszorg een hoger BBP. Dit kan wanneer politiek dient om de gezondheidszorg op het goede spoor te houden, niet wanneer gezondheidszorg wordt gebruikt om een politieke ideologie door te drukken. Kijken naar VK en VS helpt, vooral om te zien waar België niet naar toe moet inzake gezondheidszorg.