In het voorjaar van 2019 werden de decaan van de faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen, prof. dr. Piet Hoebeke, en de gedelegeerd bestuurder van het UZ Gent, prof. dr. Eric Mortier, aangesproken door uitgeverij Borgerhoff & Lamberigts. Of we vanuit de UGent en het UZ Gent een boek over gezondheid wilden maken. Professor Hoebeke sprak mij, als voorzitter van de Commissie Maatschappelijke Outreach (CMO) van onze faculteit, aan met de vraag of ik de coördinatie van dit boek samen met de CMO op mij wilde nemen.

Ik nam deze boeiende uitdaging met beide handen aan, want hoe mooi is dat niet, mensen tips te mogen aanreiken om gezond te blijven (of te worden)? Eindelijk eens een genuanceerd beeld te kunnen tonen van gezondheid. De weg wijzen door de bossen vol tegenstrijdige gezondheidstips, verwarrende informatie en fake news, waardoor geen mens nog de bomen ziet. En dat alles gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek!

En ook: het is een uitdaging op het lijf geschreven van ons ziekenhuis en onze universiteit. Mijn collega, professor dr. Gita Deneckere, schreef enkele jaren geleden Uit de Ivoren Toren, een monumentale synthese van de geschiedenis van de Universiteit Gent sinds 1817. Uit dat boek blijkt dat, al van bij het ontstaan van de UGent, Gentse professoren uit hun ivoren toren kwamen, door hun onderzoek dienstbaar te stellen aan de noden van de maatschappij. Het blijft een zeer uitdagende en vaak onderschatte, maar zo belangrijke taak voor iedereen die met wetenschap bezig is: de vertaalslag maken voor het breed publiek, en hen ook betrekken.

Al moet ik ook toegeven: de uitdaging bleek groter dan wat ik toen bevroedde. De 20 maanden die volgden, zouden doorweven worden met dit boek. Het zou alle gaatjes in mijn agenda vullen: avonden, weekenden én vakanties. En niet alleen mijn agenda, ook die van mijn ouders... Ze zijn beiden alumni van onze alma mater: mama in de oudheidkunde en kunstgeschiedenis, papa in de wiskunde. Als potentiële lezers van het boek waren zij een gedroomd en kritisch klankbord. En mijn man Bruno, die als geen ander titels kan bedenken, bedacht ook de titel van dit boek: Gezond en wel, met dank aan de wetenschap!

De uitdagingen waren talrijk, en ze waren groot. Er moesten soms hartverscheurende keuzes gemaakt worden. Over welke experten we zouden bevragen, over welke onderwerpen in het boek aan bod moesten komen, welke vragen we moesten beantwoorden, welke boodschappen we moesten brengen, en vooral: hoe we ze zouden brengen. Hoe we telkens weer een consensus konden vinden. Want de wetenschap heeft niet altijd een antwoord en onderzoeken geven soms tegenstrijdige resultaten.

Ik geef het toe. Af en toe dacht ik wel eens: waar ben ik toch aan begonnen!

Ook dat mocht en moest gezegd. Maar we wilden wel een duidelijke boodschap brengen. We hebben online debatten georganiseerd met vele experten. Debatten die uren duurden, opdat we de boodschap op de best mogelijke manier konden brengen. En dan de juiste toon vinden, voor het publiek waarvan wij dachten dat het interesse zou tonen voor dit boek.

Ik geef het toe. Af en toe dacht ik wel eens: waar ben ik toch aan begonnen!

Maar er was ook veel voldoening en vreugde, om zoveel inzet. Bewondering voor de expertise van mijn collega's. En een grote verrijking: ik heb ongelooflijk veel geleerd door aan dit boek te werken. Over hoeveel we weten, maar ook: hoeveel we juist niet weten en misschien ook nooit zullen weten.

Nu ik net de drukproeven van het boek heb doorgenomen, alle 350 pagina's, overheerst een ongelooflijk gevoel van trots en vreugde. En van dankbaarheid. Voor iedereen die aan de verwezenlijking van dit huzarenstuk heeft meegewerkt. In eerste instantie alle 64 experten, bijgestaan door nog veel meer experten, die antwoordden op mijn talloze mails, telefoons en MS Teams-uitnodigingen, om een aantal zaken af te toetsen en te verhelderen, of om toelichting te geven bij een element uit het boek dat aansloot bij hun specifieke expertise.

De leden van de Task Force Wetenschapscommunicatie van onze faculteit, die ik leid samen met prof. dr. Ignaas Devisch, hebben zich enorm ingezet om te brainstormen over de inhoud, de selectie van de experten, de algemene samenstelling, en de vragen die dit boek moest beantwoorden, en hebben uiteindelijk elk hoofdstuk grondig en kritisch nagelezen.

Beatrijs Vermaercke heeft als redacteur een bovenmenselijke inspanning geleverd: op basis van interviews met talrijke experten heeft zij een leesbare tekst geschreven, en dan onvermoeibaar alle correcties, aanpassingen, suggesties en feedback verwerkt. Het was een zeer mooie samenwerking, die als een oogstrelend pingpongspel over en weer ging! Mocht vlot en efficiënt mails sturen een olympische discipline zijn, dan waren wij zeker geselecteerd voor Tokyo!

Met de hand op het hart kan ik zeggen dat dit boek het resultaat is van echt teamwerk, en daar mogen we allemaal trots op zijn. Teamwerk met één doel voor ogen: dit boek tot een onmisbaar naslagwerk maken voor iedereen die wil weten wat ze zelf kunnen doen om gezond en wel te blijven (of te worden).

De auteur schrijft in eigen naam.

In het voorjaar van 2019 werden de decaan van de faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen, prof. dr. Piet Hoebeke, en de gedelegeerd bestuurder van het UZ Gent, prof. dr. Eric Mortier, aangesproken door uitgeverij Borgerhoff & Lamberigts. Of we vanuit de UGent en het UZ Gent een boek over gezondheid wilden maken. Professor Hoebeke sprak mij, als voorzitter van de Commissie Maatschappelijke Outreach (CMO) van onze faculteit, aan met de vraag of ik de coördinatie van dit boek samen met de CMO op mij wilde nemen. Ik nam deze boeiende uitdaging met beide handen aan, want hoe mooi is dat niet, mensen tips te mogen aanreiken om gezond te blijven (of te worden)? Eindelijk eens een genuanceerd beeld te kunnen tonen van gezondheid. De weg wijzen door de bossen vol tegenstrijdige gezondheidstips, verwarrende informatie en fake news, waardoor geen mens nog de bomen ziet. En dat alles gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek! En ook: het is een uitdaging op het lijf geschreven van ons ziekenhuis en onze universiteit. Mijn collega, professor dr. Gita Deneckere, schreef enkele jaren geleden Uit de Ivoren Toren, een monumentale synthese van de geschiedenis van de Universiteit Gent sinds 1817. Uit dat boek blijkt dat, al van bij het ontstaan van de UGent, Gentse professoren uit hun ivoren toren kwamen, door hun onderzoek dienstbaar te stellen aan de noden van de maatschappij. Het blijft een zeer uitdagende en vaak onderschatte, maar zo belangrijke taak voor iedereen die met wetenschap bezig is: de vertaalslag maken voor het breed publiek, en hen ook betrekken. Al moet ik ook toegeven: de uitdaging bleek groter dan wat ik toen bevroedde. De 20 maanden die volgden, zouden doorweven worden met dit boek. Het zou alle gaatjes in mijn agenda vullen: avonden, weekenden én vakanties. En niet alleen mijn agenda, ook die van mijn ouders... Ze zijn beiden alumni van onze alma mater: mama in de oudheidkunde en kunstgeschiedenis, papa in de wiskunde. Als potentiële lezers van het boek waren zij een gedroomd en kritisch klankbord. En mijn man Bruno, die als geen ander titels kan bedenken, bedacht ook de titel van dit boek: Gezond en wel, met dank aan de wetenschap! De uitdagingen waren talrijk, en ze waren groot. Er moesten soms hartverscheurende keuzes gemaakt worden. Over welke experten we zouden bevragen, over welke onderwerpen in het boek aan bod moesten komen, welke vragen we moesten beantwoorden, welke boodschappen we moesten brengen, en vooral: hoe we ze zouden brengen. Hoe we telkens weer een consensus konden vinden. Want de wetenschap heeft niet altijd een antwoord en onderzoeken geven soms tegenstrijdige resultaten. Ook dat mocht en moest gezegd. Maar we wilden wel een duidelijke boodschap brengen. We hebben online debatten georganiseerd met vele experten. Debatten die uren duurden, opdat we de boodschap op de best mogelijke manier konden brengen. En dan de juiste toon vinden, voor het publiek waarvan wij dachten dat het interesse zou tonen voor dit boek.Ik geef het toe. Af en toe dacht ik wel eens: waar ben ik toch aan begonnen!Maar er was ook veel voldoening en vreugde, om zoveel inzet. Bewondering voor de expertise van mijn collega's. En een grote verrijking: ik heb ongelooflijk veel geleerd door aan dit boek te werken. Over hoeveel we weten, maar ook: hoeveel we juist niet weten en misschien ook nooit zullen weten. Nu ik net de drukproeven van het boek heb doorgenomen, alle 350 pagina's, overheerst een ongelooflijk gevoel van trots en vreugde. En van dankbaarheid. Voor iedereen die aan de verwezenlijking van dit huzarenstuk heeft meegewerkt. In eerste instantie alle 64 experten, bijgestaan door nog veel meer experten, die antwoordden op mijn talloze mails, telefoons en MS Teams-uitnodigingen, om een aantal zaken af te toetsen en te verhelderen, of om toelichting te geven bij een element uit het boek dat aansloot bij hun specifieke expertise. De leden van de Task Force Wetenschapscommunicatie van onze faculteit, die ik leid samen met prof. dr. Ignaas Devisch, hebben zich enorm ingezet om te brainstormen over de inhoud, de selectie van de experten, de algemene samenstelling, en de vragen die dit boek moest beantwoorden, en hebben uiteindelijk elk hoofdstuk grondig en kritisch nagelezen. Beatrijs Vermaercke heeft als redacteur een bovenmenselijke inspanning geleverd: op basis van interviews met talrijke experten heeft zij een leesbare tekst geschreven, en dan onvermoeibaar alle correcties, aanpassingen, suggesties en feedback verwerkt. Het was een zeer mooie samenwerking, die als een oogstrelend pingpongspel over en weer ging! Mocht vlot en efficiënt mails sturen een olympische discipline zijn, dan waren wij zeker geselecteerd voor Tokyo!Met de hand op het hart kan ik zeggen dat dit boek het resultaat is van echt teamwerk, en daar mogen we allemaal trots op zijn. Teamwerk met één doel voor ogen: dit boek tot een onmisbaar naslagwerk maken voor iedereen die wil weten wat ze zelf kunnen doen om gezond en wel te blijven (of te worden).