Kunnen we nog spreken met gezag, de dag van vandaag ?
Vooraleer daar iets over te zeggen, moeten we weten waarover we spreken. Wat verstaan we onder gezag? Hoe definiëren we dat? Hoe kunnen we dat omschrijven?
'Gezag is gebaseerd op ongelijkheid. De onderschikking wordt in stand gehouden door de ondergeschikte. Omdat die het gezag van de overste respecteert.' Dat is althans hoe Hannah Arendt, filosofe, er over dacht.
Met deze definitie in het achterhoofd, kan de vraag anders geformuleerd worden: kunnen we stellen dat gezag in onze huidige maatschappij nog gerespecteerd wordt?
Toegepast op de coronacrisis: als experts uitspraken doen over het virus, of over de zinvolheid van een maatregel, in welke mate wordt die informatie gerespecteerd en geloofd door de gewone burger?
Want laat één ding duidelijk zijn, de geloofwaardigheid van wetenschap is het voorbije anderhalf jaar serieus onder druk komen te staan. Als de op de wetenschap gebaseerde maatregelen die de regering neemt, niet in goede aarde vallen, dan ondermijnt dit automatisch het gezag van die wetenschap.
Als beslissingen, zeker in een crisis van de omvang van corona, niet goed wetenschappelijk onderbouwd zijn, dan ondergraaft dit niet alleen de geloofwaardigheid van de beleidsmensen, maar evenzeer de wetenschap.
De wetenschap schiet op die wijze in eigen voet. Ze heeft er alle baat bij van zo betrouwbaar als mogelijk haar adviezen te formuleren ten aanzien van hen die ze moeten communiceren naar de burger.
Hoog tijd om uit te leggen hoe wetenschap wordt bedreven
Toch moeten we ook het volgende onder ogen durven te zien: hoe goed de wetenschap ook zijn best doet, als een wetenschappelijk adviesorgaan strenge restricties aanbeveelt, en de overheid neemt die integraal over, dan is de kans groot dat het volk dit niet accepteert. Met andere woorden, er is geen garantie dat Jan met de pet zich volmondig akkoord verklaart met de genomen beleidsdaden.
De zekerheid dat goede wetenschap automatisch inhoudt dat haar gezag hierdoor meer geloofwaardig wordt, is zeer wankel.
Een van de moeilijkste punten is juist het gegeven dat beleidsdaden altijd voor iemand gunstig uitpakken, en voor een ander domein nefaste gevolgen heeft. Daar kun je niet omheen.
Daarnaast heeft de digitale wereld ertoe geleid dat iedereen als het ware expert is geworden in virologie. Je verzamelt wat meningen en opvattingen, makkelijk te vinden via het world wide web, en binnen een half uur ben je een zelfverklaarde expert. Niet gehinderd door het al dan niet betrouwbaar zijn van de 'facts', vissen en plukken mensen zich een net met standpunten bijeen. Het wordt aldus niet altijd makkelijk om die 'fake' specialisten te overtuigen van het drijfzand waarop hun bewijzen zijn gebouwd.
Kortom, de explosie van wetenschappelijke ontwikkelingen en evidentie heeft er niet automatisch toe geleid dat het vertrouwen erin is toegenomen, wel integendeel.
De digitale wereld heeft ertoe geleid dat iedereen als het ware expert is geworden in virologie
Misschien heeft het er ook mee te maken dat voor de meeste mensen wetenschap een ver-van-mijn-bed-show is. Het cliché van de bebaarde professor met bril, die eenzaam in zijn labo experimenteert, bestaat nog altijd. Ver van de reële wereld, in een ivoren toren, voert de wetenschapper allerlei duistere experimenten uit. Misschien wat kort door de bocht, maar velen onder ons hebben nog altijd die conceptie van hoe kennis tot stand komt.
Hoog tijd dus om de hand aan de ploeg te slaan. En uitleggen hoe betrouwbare kennis tot stand komt. Hoe wetenschap wordt bedreven. Hoe virologen komen tot bepaalde inzichten omtrent virussen, hoe klimaattechnologie vooruitgang maakt, hoe historische kennis wordt opgebouwd, hoe elementaire wiskunde en fysica bijdraagt tot nieuwe industriële toepassingen, enz...
Wetenschapscommunicatie heet zoiets. Hoe meer je je hult in stilzwijgen, hoe meer je je terugtrekt in je eigen vakgebied, hoe minder inzicht in hoe Jan modaal naar wetenschap kijkt, hoe minder besef je hebt van de houding van mensen tegenover vooruitgang en ontwikkeling.
De meeste universiteiten in Vlaanderen hangen af van de overheid. Ze worden gefinancierd door de belastingbetaler.
De opdracht bestaat er dan ook niet alleen in om wetenschap te bedrijven, en, niet gehinderd door de dagdagelijkse realiteit, zich op te sluiten in het eigen lab, maar de ramen en deuren open te gooien, tonen tot wat je rol in de maatschappij allemaal aanleiding geeft.
Alleen zo zal de argwaan en het huidige wantrouwen tegenover wetenschap in het algemeen dat zeker bij minstens een deel van de bevolking aanwezig is, kunnen teruggedrongen worden.