Ze kan niet kiezen. Al weken ligt ze er wakker van welke dokter ze wil worden. Soms denkt ze dat ze eruit is en dat geeft een heerlijk gevoel en rust in het hoofd... Tot ze 's nachts weer badend in zweet wakker wordt met de vraag: wat als ik de foute keuze maak?

En dit is niet een op zich staande casus: meer en meer is er keuzestress en twijfel onder de jonge artsen in spe. Waarbij tegenwoordig ook de werk-privé balans een belangrijke rol speelt bij de beroepskeuze.

GenZ stelt alles meer in vraag en daar kunnen wij (alle andere generaties) vanalles van vinden; we hebben er toch mee te dealen.

In mijn werk als mentor en coach van jonge artsen kom ik hen dus geregeld tegen. Wat ik vooral onthoud van die gesprekken is dat er niet alleen twijfel is over de werk-privé balans, maar ook over de vind-ik-het-wel-leuk-genoeg-kwestie, de sfeer op het werk en de bezorgdheid van wat-als-ik-fout-kies. Bovendien is er nog een extra bepalende factor: de hiërarchie-allergie. Daarin willen ze niet meer meespelen. En gelijk hebben ze!

Wij, vooral de X-ers, kunnen ons verzetten tegen al deze argumenten; maar ik denk niet dat we op deze manier jonge dokters bevlogen houden voor het vak.

Laat ons stoppen met GenZ te stigmatiseren - dat werkt gewoon averechts.

Een veel gehoord argument van de huidige ervaren artsen is dat GenZ de zwakke generatie is; ze kunnen niks meer aan, er is hoge uitval en overloop naar minder zwaar klinisch werk. Maar dat argument blijkt niet te kloppen.

Een Amerikaanse studie onderzocht het en wat blijkt: de uitvalpercentages door burn-out zijn gelijk voor alle generaties artsen. Er bestaat daarin dus geen generatiekloof.

Alleen, "in onze tijd" (nu klink ik oud) werd het geen burn-out genoemd, maar kreeg het andere vage naam die verdoezelde dat stress/burn-out ermee te maken had.

Laat ons dan ook stoppen met GenZ te stigmatiseren - dat werkt gewoon averechts.

Toen ik laatst een lezing mocht geven over intergenerationele verschillen op de medische werkvloer, kwam er een prikkelende stelling uit het publiek: misschien is GenZ juist de sterke generatie: opgegroeid met een digitaal brein dat 24-7 draait en continu kan multitasken - en bovendien een generatie die vragen durft te stellen die wij misschien ook hadden maar niet durfden stellen uit angst voor gezichtsverlies of dat we niet gemotiveerd zouden overkomen.

Dat vind ik dus knap van GenZ: opkomen voor jezelf want dat is een sterk staaltje van persoonlijk leiderschap zodat je in je beste versie bent. En daar heeft uiteindelijk iedereen rondom jou ook baat bij. Het gaat om de goede balans tussen grenzen stellen en groeien door buiten je comfortzone te gaan.

Ze kan niet kiezen. Al weken ligt ze er wakker van welke dokter ze wil worden. Soms denkt ze dat ze eruit is en dat geeft een heerlijk gevoel en rust in het hoofd... Tot ze 's nachts weer badend in zweet wakker wordt met de vraag: wat als ik de foute keuze maak? En dit is niet een op zich staande casus: meer en meer is er keuzestress en twijfel onder de jonge artsen in spe. Waarbij tegenwoordig ook de werk-privé balans een belangrijke rol speelt bij de beroepskeuze. GenZ stelt alles meer in vraag en daar kunnen wij (alle andere generaties) vanalles van vinden; we hebben er toch mee te dealen. In mijn werk als mentor en coach van jonge artsen kom ik hen dus geregeld tegen. Wat ik vooral onthoud van die gesprekken is dat er niet alleen twijfel is over de werk-privé balans, maar ook over de vind-ik-het-wel-leuk-genoeg-kwestie, de sfeer op het werk en de bezorgdheid van wat-als-ik-fout-kies. Bovendien is er nog een extra bepalende factor: de hiërarchie-allergie. Daarin willen ze niet meer meespelen. En gelijk hebben ze!Wij, vooral de X-ers, kunnen ons verzetten tegen al deze argumenten; maar ik denk niet dat we op deze manier jonge dokters bevlogen houden voor het vak. Een veel gehoord argument van de huidige ervaren artsen is dat GenZ de zwakke generatie is; ze kunnen niks meer aan, er is hoge uitval en overloop naar minder zwaar klinisch werk. Maar dat argument blijkt niet te kloppen. Een Amerikaanse studie onderzocht het en wat blijkt: de uitvalpercentages door burn-out zijn gelijk voor alle generaties artsen. Er bestaat daarin dus geen generatiekloof. Alleen, "in onze tijd" (nu klink ik oud) werd het geen burn-out genoemd, maar kreeg het andere vage naam die verdoezelde dat stress/burn-out ermee te maken had. Laat ons dan ook stoppen met GenZ te stigmatiseren - dat werkt gewoon averechts. Toen ik laatst een lezing mocht geven over intergenerationele verschillen op de medische werkvloer, kwam er een prikkelende stelling uit het publiek: misschien is GenZ juist de sterke generatie: opgegroeid met een digitaal brein dat 24-7 draait en continu kan multitasken - en bovendien een generatie die vragen durft te stellen die wij misschien ook hadden maar niet durfden stellen uit angst voor gezichtsverlies of dat we niet gemotiveerd zouden overkomen.Dat vind ik dus knap van GenZ: opkomen voor jezelf want dat is een sterk staaltje van persoonlijk leiderschap zodat je in je beste versie bent. En daar heeft uiteindelijk iedereen rondom jou ook baat bij. Het gaat om de goede balans tussen grenzen stellen en groeien door buiten je comfortzone te gaan.