...

Artsenkrant: Hoe evalueert u het regeerakkoord dat de Arizona-partijen eind januari afsloten?Frank Vandenbroucke: Laat me beginnen met een belangrijk element in het regeerakkoord: we gaan fors investeren in gezondheidszorg. Terwijl elders 23 miljard euro besparingen moeten worden gevonden, gaan we in de gezondheidszorg tegen het einde van de regeerperiode bovenop de indexering van de honoraria een extra investering doen van 4 miljard euro op jaarbasis. We vinden het belangrijk te investeren in gezondheidszorg omdat we met een verouderende bevolking zitten, die meer zorg vraagt. We staan ook voor belangrijke uitdagingen in de geestelijke gezondheidszorg en de tand- en mondzorg. De extra investering betekent niet dat de begroting niet moet worden bewaakt. We willen immers voorkomen dat de 4 miljard euro gaat naar uitgaven die we misschien niet wenselijk vinden. De boodschap luidt: 'Investeren', niet 'Laat het geld maar rollen'. We gaan geen kraantje openzetten en alles laten lopen.Wat betekent dit concreet?De eerstkomende twee jaar moeten we naar mijn gevoel op de eerste plaats inzetten op het op de rails houden van de begroting en vermijden dat er ontsporingen in de uitgaven zijn. Uit de technische ramingen voor de uitgaven van de ziekteverzekering 2025 die we in september kregen, bleek dat er in 2024 in vergelijking met de overeengekomen doelstelling voor de artsenhonoraria al een risico was op een overschrijding van 185 miljoen euro. Dan moet je natuurlijk ingrijpen, een idee dat gesteund werd door zowel artsensyndicaten als ziekenfondsen. We spraken toen in overleg met alle betrokkenen af een pakket maatregelen te nemen met een nuttige impact van 216 miljoen euro op het begrotingsjaar 2025, zodat de groei niet meer is dan de norm van 2,5 %. Een groot deel van het pakket zit in de uitgaven voor geneesmiddelen, een andere deel is erop gericht de aangekondigde overschrijding in de artsenhonoraria in zekere mate te beperken. Dat is het moment waarop de teleconsultaties van de huisartsen in het vizier kwamen.In de voorstellen van de artsensyndicaten zaten maatregelen die een impact hebben op de prestaties van specialisten en ook de regeling van de teleconsultaties. De artsenorganisaties brachten dat zelf aan omdat een kleine minderheid van de huisartsen oneigenlijk gebruik of zelfs misbruik maakt van het systeem. Er zijn 29 huisartsen die meer dan 5.000 teleconsultaties per jaar aanrekenen, met één extreem geval van maar liefst 11.000 teleconsultaties. De regeling zoals ze vandaag bestaat, leent zich spijtig genoeg tot dit soort misbruik. Een hervorming dringt zich dan ook op. Als eerste maatregel stelden de artsensyndicaten voor de vergoeding voor de teleconsultaties op nul te zetten. Let wel, het gaat hier om teleconsultaties en niet om videoconsultaties. Voor videoconsultaties verandert er niets. Ik wil ook even verduidelijken dat een teleconsultatie niet hetzelfde is als een telefoontje voor een resultaat van een onderzoek of de verlenging van een voorschrift. Een teleconsultatie is welomschreven in de nomenclatuur. Het is een onderzoek via de telefoon waarbij men de tijd neemt om de patiënt vragen te stellen, in de mate van het mogelijke de conditie van de patiënt onderzoekt en op basis daarvan een behandeling voorstelt.Het voorstel om de vergoeding voor teleconsultaties tijdelijk op nul te zetten, komt van de artsen en niet van de overheid?Dit was inderdaad hun voorstel, in afwachting van een hervorming waarover men het eens kan worden . Het getuigt van verantwoordelijkheidszin van de artsensyndicaten dat ze dit zelf voorstelden. Alle syndicaten, dus ook de Bvas, gingen hiermee akkoord. Natuurlijk was er binnen de organisaties ook discussie hierover, maar het officiële standpunt was duidelijk.Tijdelijk op nul zetten, betekent dat de teleconsultatie niet helemaal wordt afgevoerd. Hoe moet het in de toekomst worden geregeld? Meer forfaitair?In het budget dat de huisarts van de ziekteverzekering krijgt, zou ruimte moeten zijn om teleconsultaties te doen. Ik hoop dat de artsenorganisaties met voorstellen komen waarop we kunnen voortbouwen. Ik wil daar echter niet te veel op vooruitlopen, maar het idee dat je zonder limiet elk telefonisch contact als een aparte prestatie moet vergoeden, leidt tot oncontroleerbaarheid en bij een kleine minderheid tot misbruik. De grote meerderheid van de huisartsen gaat hier heel ernstig mee om en overdrijft niet, maar is wel het slachtoffer van een kleine minderheid die het systeem misbruikt. Ik roep daarom iedereen op na te denken over een beter systeem. Ik voeg daar meteen aan toe dat wanneer een hervormd systeem van teleconsultaties een budgettaire inspanning vraagt van de ziekteverzekering er elders maatregelen nodig zijn om bij te sturen. Het geld gaat niet uit de hemel vallen. We gaan in elke sector zorgvuldig moeten kijken of de euro's wel doelmatig worden besteed. Dat wordt een hele opdracht die best in overleg wordt gedaan. De maatregelen zullen in overleg met onder meer de artsen worden uitgewerkt?Ik heb me de voorbije maanden enorm geënerveerd dat de vorige eerste minister, Alexander De Croo (Open Vld), de resultaten van het overleg niet in politieke besluiten wilde omzetten. Die achterstand zullen we nu inhalen, denk aan wat nodig is om het farmabudget in het goede spoor te houden. Ik hoop snel naar de nieuwe federale regering te kunnen trekken met een samenhangend pakket van voorstellen om de begroting 2025 op het goede spoor te houden. We kijken best ook al vooruit naar 2026. Het is immers heel plausibel dat er ook dat jaar een risico bestaat op belangrijke overschrijdingen. Dat wil ik bespreken met de artsenorganisaties.In het regeerakkoord staat dat er een nieuw overleg- en conventiesysteem moet komen. Hoe ziet u dat?In een aantal specialismen, maar ook bij kinesitherapeuten en tandartsen, stellen we vast dat een grote groep zich niet meer conventioneert. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat het verschil tussen wat geconventioneerde zorgverstrekkers krijgen van de ziekteverzekering groot genoeg is in vergelijking met de niet-geconventioneerde zorgverstrekkers . Daarover wil ik in overleg gaan met de artsen en met andere zorgverstrekkers. In het regeerakkoord staat ook dat we tegen begin 2026 een plan van aanpak moeten hebben rond doelmatig gebruik van zorg en de strijd tegen overconsumptie. Dat gaat ook deels over handhaving. Het moet toelaten dat de grote meerderheid van de artsen die ernstig omgaat met deontologie dat in de toekomst kan blijven doen. Passen ook de hervorming van de ziekenhuisfinanciering en de herijking van de honoraria in dit kader?Dat past daar zeker in. Het doel van de hervorming van de ziekenhuisfinanciering is ervoor zorgen dat het voortdurende of alvast potentiële conflict tussen beheerders en artsen binnen een ziekenhuis stopt. Ik ben voorstander van een zuivere nomenclatuur voor specialisten die in ziekenhuizen werken. We moeten af van het systeem van afdrachten om de onkosten voor hospitalisatie van patiënten te dekken . Het moet gedaan zijn met ziekenhuisbeheerders die moeten gaan bedelen bij artsen om kosten als de verpleegkundige omkadering en het gebruik van apparatuur te vergoeden. Voor de gehospitaliseerde patiënt moet het ziekenhuis over een correct budget beschikken. Het potentieel conflictmodel moet baan ruimen voor een samenwerkingsmodel. Blijft de vraag hoe hoog het artsenhonorarium moet zijn.De honoraria moeten in essentie gebaseerd zijn op de tijd die de arts aan de patiënt besteedt, de complexiteit van de zorgverlening en de verantwoordelijkheid die daarmee samenhangt. Tijd, complexiteit en verantwoordelijkheid zullen richtinggevend zijn met als doel voor alle artsen een correcte en eerlijke vergoeding te voorzien. Dat debat moeten we ten laatste in 2026 voeren. Momenteel lopen de voorbereidende onderzoeken naar onder meer de feitelijke kosten die de ziekenhuizen hebben. Voor de ambulante sector - en daar zitten ook de poliklinieken in - moeten we een eigen model ontwikkelen, met zowel een stuk zuivere vergoeding voor het professionele werk als een stuk praktijktoelage. De herijking van de honoraria gaat er eindelijk komen?Ik ga niet vooruitlopen op de discussie, maar de huidige honoraria stammen uit een periode waarbij sommige specialisten zoals radiologen en nefrologen, veel investeringen moesten doen in uitrusting en apparatuur, terwijl dat voor psychiaters, pediaters en geriaters veel minder het geval was. De huidige verschillen zijn vaak terug te brengen tot een periode waar een honorarium geen zuiver honorarium was. Wat mij betreft moet de herijking van de honoraria tijdens deze legislatuur worden gerealiseerd en idealiter vanaf 1 januari 2028 geïmplementeerd.Enkele decennia geleden was er sprake van een plethora, vandaag lijken we in de tegenovergestelde situatie te verkeren. Hoe staat u tegenover deze problematiek?Ik ben bijzonder blij dat men zowel in Vlaanderen als in Franstalig België wil werken op basis van planning van het aanbod. Dat is belangrijk voor de faculteiten geneeskunde en tandheelkunde. Zij moeten weten hoeveel studenten er aankomen. Een andere vraag is uiteraard hoe hoog de quota moeten liggen. Het algemeen gevoel, zowel in Vlaanderen als Franstalig België, is dat de quota verder omhoog moeten. Dat staat ook zo in het regeerakkoord. We moeten de quota uiteraard blijven baseren op de noden. Daarbij kan je niet rond de vaststelling dat jonge artsen vandaag niet meer dezelfde workload op zich nemen als artsen dertig jaar geleden, laat staan vijftig jaar geleden. Jonge artsen voelen zich vandaag ook verantwoordelijk voor hun gezin en waken over de balans tussen persoonlijk en professioneel leven.