...

Op de Nationale Commissie van 23 oktober presenteerde dokter Pascal Meeus van het Riziv de resultaten van de studie. De feedback is een onderdeel van het lopende akkoord artsen-ziekenfondsen.De feedback komt er op het niveau van de praktijken, vertelt Maaike Van Overloop van AADM, dat van een groepspraktijk bijvoorbeeld. Groepspraktijken doen het op sommige vlakken beter dan solopraktijken - solopraktijken scoren op andere vlakken sterker. Ook de wijkgezondheidscentra krijgen feedback - soms is vergelijking mogelijk met niet-forfaitaire praktijken, voor het antibioticagebruik bijvoorbeeld, maar niet altijd. De huisartsenkringen zullen tools krijgen waarmee ze ook aan de slag kunnen gaan rond deze feedback, aldus nog dokter Van Overloop.De studie ligt in het verlengde van de vroegere Riziv-rapporten over de geografische verschillen in de zorg. Je ziet dezelfde kaartjes terugkomen die soms een tegenstelling tussen noord en zuid tonen, soms tussen oost en west, vertelt Marc Moens. "Het was een zeer interessante presentatie. Een steutelwoord tijdens de discussie op de Nationale Commissie was 'verbeteracties'". Eventuele onderconsumptie moet men evengoed aanpakken, vindt Moens.Ook specialisten krijgen feedback, maar meer per regio. De wetenschappelijke verenigingen zullen de vraag krijgen om mee te zoeken naar verklaringen voor de verschillen, en naar mogelijke maatregelen ter verbetering."Voorzitter Jo De Cock wees erop dat het Riziv tot nu toe vaak de toevlucht moest nemen tot lineaire maatregelen. Maar met deze cijfers is het mogelijk de verschillen in gebruik te analyseren en betere gebruiksregels op te stellen", licht Moens nog toe. Een opvallend voorbeeld vond hij het gebruik van slaapmiddelen en psychofarmaca in woonzorgcentra. "Dat ligt viermaal hoger dan in een vergelijkbare populatie buiten de centra. Daar zal toch iets aan moeten gebeuren."