PCR-testing stond vaak centraal tijdens de COVID-19-crisis. De overheid heeft twee pogingen ondernomen om gecentraliseerd te testen.

Eerst kregen research laboratoria een kans, daarna de universitaire laboratoria, via de creatie van het Federaal platform voor covidtesting. Het idee: extra testcapaciteit voorzien mochten de klinische laboratoria (ziekenhuis en privé) de nodige capaciteit niet kunnen bieden.

Acht universitaire centra kregen een opstartvergoeding van 275.000 euro, een forfaitaire uitbetaling los van het testaantal (momenteel: 72.000 euro per maand, in 2021: 720.000 euro per maand) en een vergoeding per test boven een laag aantal (iets minder dan de klinische laboratoria, hun toestellen en testmateriaal kregen ze uiteindelijk ook van de overheid).

Kritiek op dit systeem kwam al vaker naar boven. In oktober 2021 rapporteerde bijvoorbeeld Knack dat al bijna 20 miljoen euro uitbetaald was aan deze laboratoria voor testen die niet werden uitgevoerd. De forfaitaire vergoeding werd verlaagd, maar het systeem gaat eigenlijk gewoon verder gezien een sterkere daling van het aantal testen dan van de forfaitaire vergoeding.

Houd de testcentra, maar koppel ze direct aan een antigentest die ter plaatse wordt uitgevoerd

Achteraf is het natuurlijk eenvoudig, maar eigenlijk wist iedereen dat met slechts een fractie van deze steun de klinische laboratoria die capaciteit konden borgen. Uiteindelijk (= te laat) werd (een deel van) de capaciteit opgezet, met een gigantische kostprijs voor de overheid die twee keer betaalt: een duur forfaitair systeem dat weinig testen uitvoert en de klinische laboratoria die massaal opschalen en een volledige vergoeding per test krijgen.

Sommigen deden dit met financiële motieven, maar de meesten hadden als einddoel de service naar hun aanvragers zo optimaal mogelijk te maken. Meer dan twee dagen wachten op je resultaat van het testplatform is geen uitzondering, daar kan niemand gelukkig van worden.

Ik heb nooit begrepen wie in Brussel dacht dat universitaire centra de best geplaatste organisaties waren om zaken te regelen die een efficiënt management vragen. Mijn ASO-periode is nog niet zo lang geleden, veel efficiënte systemen heb ik er alvast niet gezien.

Ook al is het budget verminderd, dan kost dit nog meer dan een half miljoen euro per maand aan forfaitaire uitbetaling

Artsen en andere medewerkers in universitaire centra hebben een taak om onderzoek te voeren, om de wetenschap vooruit te helpen en eventueel om het beleid te adviseren. Naast het conflict tussen adviseren en zelf financieel voordeel (toch zeker als instelling) genieten van het advies, is dit verspilling van middelen en mensen.

Bovendien werden de acht laboratoria van het Federaal Platform ondoelmatig gespreid over het land: met 3 Vlaamse en 5 Franstalige laboratoria is dit opnieuw een voorbeeld hoe de Noord-Zuid transfers tot stand komen.

Maar nu, in de zomer van 2022, kun je toch echt stellen dat er geen plaats meer is voor dergelijke systemen.

De eerste vraag is eigenlijk waarom er nog PCR-testen gebeuren in deze fase bij ambulante patiënten. Houd de testcentra, maar koppel ze direct aan een antigentest die ter plaatse wordt uitgevoerd. De meeste testcentra worden door laboratoria ondersteund of uitgebaat: zij kunnen dit gerust uitvoeren. Zo kun je opschalen indien nodig, de antigentesten inzetten bij de symptomatische patiënten en PCR voorbehouden indien een Test-Trace-Isolate beleid terug aan de orde is.

Laat de universitaire centra hun tertiaire functie uitoefenen waar ze het vaak over hebben, vergoedt gespecialiseerd werk en onderzoek voldoende, maar stop met deze verdoken subsidie

Stel nu de vraag aan de klinische laboratoria welke capaciteit ze bieden in het najaar en of hier extra kosten voor gemaakt moeten worden. Schaf het federaal platform af. Ook al is het budget verminderd, dan kost dit nog meer dan een half miljoen euro per maand aan forfaitaire uitbetaling. Voor soms laboratoria die minder dan 1000 testen per maand uitvoeren.

Daarnaast hebben deze centra vaak een testcentrum dat ook nog subsidie ontvangt. Laat de universitaire centra hun tertiaire functie uitoefenen waar ze het vaak over hebben, vergoed gespecialiseerd werk en onderzoek voldoende, maar stop met deze verdoken subsidie.

In de gezondheidszorg moet tegenwoordig voor een kleine investering een aanbesteding uitgeschreven, worden maar voor de oprichting en het in stand houden van het Federaal Platform voor covidtesten met een dergelijk kostenplaatje is dit volkomen onnodig.

Indien de overheid werkelijk wil komen tot een doelmatige kostenefficiënte gezondheidszorg met een beleid gedragen door de stakeholders, is het afschaffen van deze verspilling meer dan noodzakelijk.

PCR-testing stond vaak centraal tijdens de COVID-19-crisis. De overheid heeft twee pogingen ondernomen om gecentraliseerd te testen. Eerst kregen research laboratoria een kans, daarna de universitaire laboratoria, via de creatie van het Federaal platform voor covidtesting. Het idee: extra testcapaciteit voorzien mochten de klinische laboratoria (ziekenhuis en privé) de nodige capaciteit niet kunnen bieden. Acht universitaire centra kregen een opstartvergoeding van 275.000 euro, een forfaitaire uitbetaling los van het testaantal (momenteel: 72.000 euro per maand, in 2021: 720.000 euro per maand) en een vergoeding per test boven een laag aantal (iets minder dan de klinische laboratoria, hun toestellen en testmateriaal kregen ze uiteindelijk ook van de overheid). Kritiek op dit systeem kwam al vaker naar boven. In oktober 2021 rapporteerde bijvoorbeeld Knack dat al bijna 20 miljoen euro uitbetaald was aan deze laboratoria voor testen die niet werden uitgevoerd. De forfaitaire vergoeding werd verlaagd, maar het systeem gaat eigenlijk gewoon verder gezien een sterkere daling van het aantal testen dan van de forfaitaire vergoeding. Achteraf is het natuurlijk eenvoudig, maar eigenlijk wist iedereen dat met slechts een fractie van deze steun de klinische laboratoria die capaciteit konden borgen. Uiteindelijk (= te laat) werd (een deel van) de capaciteit opgezet, met een gigantische kostprijs voor de overheid die twee keer betaalt: een duur forfaitair systeem dat weinig testen uitvoert en de klinische laboratoria die massaal opschalen en een volledige vergoeding per test krijgen. Sommigen deden dit met financiële motieven, maar de meesten hadden als einddoel de service naar hun aanvragers zo optimaal mogelijk te maken. Meer dan twee dagen wachten op je resultaat van het testplatform is geen uitzondering, daar kan niemand gelukkig van worden.Ik heb nooit begrepen wie in Brussel dacht dat universitaire centra de best geplaatste organisaties waren om zaken te regelen die een efficiënt management vragen. Mijn ASO-periode is nog niet zo lang geleden, veel efficiënte systemen heb ik er alvast niet gezien. Artsen en andere medewerkers in universitaire centra hebben een taak om onderzoek te voeren, om de wetenschap vooruit te helpen en eventueel om het beleid te adviseren. Naast het conflict tussen adviseren en zelf financieel voordeel (toch zeker als instelling) genieten van het advies, is dit verspilling van middelen en mensen.Bovendien werden de acht laboratoria van het Federaal Platform ondoelmatig gespreid over het land: met 3 Vlaamse en 5 Franstalige laboratoria is dit opnieuw een voorbeeld hoe de Noord-Zuid transfers tot stand komen. Maar nu, in de zomer van 2022, kun je toch echt stellen dat er geen plaats meer is voor dergelijke systemen. De eerste vraag is eigenlijk waarom er nog PCR-testen gebeuren in deze fase bij ambulante patiënten. Houd de testcentra, maar koppel ze direct aan een antigentest die ter plaatse wordt uitgevoerd. De meeste testcentra worden door laboratoria ondersteund of uitgebaat: zij kunnen dit gerust uitvoeren. Zo kun je opschalen indien nodig, de antigentesten inzetten bij de symptomatische patiënten en PCR voorbehouden indien een Test-Trace-Isolate beleid terug aan de orde is. Stel nu de vraag aan de klinische laboratoria welke capaciteit ze bieden in het najaar en of hier extra kosten voor gemaakt moeten worden. Schaf het federaal platform af. Ook al is het budget verminderd, dan kost dit nog meer dan een half miljoen euro per maand aan forfaitaire uitbetaling. Voor soms laboratoria die minder dan 1000 testen per maand uitvoeren. Daarnaast hebben deze centra vaak een testcentrum dat ook nog subsidie ontvangt. Laat de universitaire centra hun tertiaire functie uitoefenen waar ze het vaak over hebben, vergoed gespecialiseerd werk en onderzoek voldoende, maar stop met deze verdoken subsidie. In de gezondheidszorg moet tegenwoordig voor een kleine investering een aanbesteding uitgeschreven, worden maar voor de oprichting en het in stand houden van het Federaal Platform voor covidtesten met een dergelijk kostenplaatje is dit volkomen onnodig. Indien de overheid werkelijk wil komen tot een doelmatige kostenefficiënte gezondheidszorg met een beleid gedragen door de stakeholders, is het afschaffen van deze verspilling meer dan noodzakelijk.