Er komt een vergoeding voor artsen die euthanasie uitvoeren. Die vergoeding is vooral bedoeld ter compensatie van de wettelijk opgelegde verplichtingen. Dat alles staat in de wet 'houdende diverse dringende maatregelen inzake gezondheid' van 18 mei 2022.
...
Het Staatsblad van 30 mei publiceert deze wet, artikel 148 voegt in de euthanasiewet een nieuw artikel toe, namelijk artikel 13/1. Dat bepaalt het volgende: "De koning kan bij een besluit vastgesteld na overleg in de ministerraad voorzien in een vergoeding voor de arts die de euthanasie toepast." De vergoeding omhelst het bedrag, de voorwaarden en de modaliteiten evenals de regels voor de betaling ervan. De besluiten werden wel nog niet genomen. Volgens de toelichting bij het wetsontwerp is de vergoeding vooral bedoeld om de arts die euthanasie toepast te compenseren voor de wettelijke verplichtingen. Zo moet hij gespreid over een redelijke periode verschillende gesprekken voeren met de patiënt en een andere arts - soms ook nog een tweede arts - raadplegen. Verder dient de arts het verzoek van de patiënt te bespreken met het verplegend team - als dat er is - en met de naasten van de patiënt. Tot slot wordt hij geacht het registratieformulier in te vullen. De toelichting stipt aan dat de inzet van de arts de facto niet beperkt blijft tot deze wettelijke verplichtingen. Door het uitzonderlijke karakter van de situatie en de emotionele beladenheid ervan gaat de betrokkenheid en ondersteuning van de arts verder dan louter technische handelingen. De nomenclatuur voorziet geen vergoeding voor een arts die euthanasie toepast. Onlogisch is dat niet, euthanasie is geen therapeutische verstrekking. Daarom bepaalde het nationaal akkoord artsen-ziekenfondsen van 2020 dat voor de uitvoering van de euthanasie de behandelende arts een honorarium buiten de nomenclatuur ontvangt. De Raad van State heeft geen principiële bemerkingen in zijn advies over dit wetsontwerp. Daarnaast wijzigt artikel 79 van de wet van 18 mei ook de wet op de ziekteverzekering. Artikel 34 van die wet somt de geneeskundige verstrekkingen op die de ziekteverzekering ten laste neemt. Daaraan wordt toegevoegd: 'het verstrekken van medisch advies naar aanleiding van een individueel verzoek voor een zelfgekozen levenseinde'. Die bepaling laat toe de arts - en soms een tweede arts - die een advies moet geven over een euthanasieverzoek een honorarium te betalen.