"Empathie is de vaardigheid om je in te leven in een situatie en gevoelens van een ander. Wanneer je empathisch vermogen hebt, kan je emoties van een ander beter begrijpen en aanvoelen. Hierdoor verloopt de communicatie met een ander vaak beter." (Uit psycholoog.nl).
Een hoge empathie verbetert het resultaat van de contacten tussen patiënt-arts-verpleegkunde. Tijdens een empathisch overleg begrijpt de patiënt veel beter alle aspecten van de gestelde diagnose, waardoor de verdere planning voor onderzoeken en behandelingen makkelijker door de patiënt geaccepteerd wordt.
Empathie verhoogt de therapietrouw van de patiënt en leidt tot betere resultaten van de behandeling. Dat is allemaal wetenschappelijk bewezen.
En toch is er enorm weinig aandacht voor empathie bij medisch en paramedisch personeel. Een gebrek dat, gevoelsmatig gesproken, lijkt toe te nemen. Artsen en verpleegkundigen hebben geen tijd. CEO's van ziekenhuizen belasten hun personeel met bergen administratieve onnozelheden, van controles over hun gedrag tot het meten van de tijd die ze per patiënt besteden aan een consultatie, het schoonmaken van een bed of het wassen van de patiënt, alsook de strikt gecontroleerde pauzes.
Bij huisartsen en veel specialisten zien we steeds meer patiëntenstops - een concept waar ik gedurende mijn 50 jaar als arts nooit eerder van had gehoord. Iedereen lijkt overwerkt te zijn en een burn-out is nu bijna een statussymbool. Een beetje zoals in de businesswereld in Amerika: als je nooit failliet bent geweest, ben je niemand. Dit is de nieuwe realiteit, en de band met empathie is dat die band zoek is.
Dit zijn geen loze woorden, maar is gebaseerd op wetenschappelijke gegevens. Onderzoeken tonen aan dat de (weinige) empathie die studenten geneeskunde bij aanvang van hun studies hebben, daalt tijdens de opleiding, en nog verder zakt tijdens de eerste jaren dat ze als arts werken.
Merkwaardige resultaten die één zaak heel duidelijk maken: basis- en secundaire scholen schieten te kort in het aanleren van empathie, en de medische faculteiten falen compleet in het stimuleren van de verwerving en het behoud van deze zeer belangrijke eigenschap.
Onderzoeken tonen aan dat de (weinige) empathie die studenten geneeskunde bij aanvang van hun studies hebben, daalt tijdens de opleiding.
Hiervoor zijn verschillende redenen. Een eerste is dat er geen gestructureerd curriculum bestaat om empathie aan te leren, zoals er wel een curriculum bestaat voor wiskunde, scheikunde en fysica, anatomie van de mens, het functioneren van de organen, hoe een patiënt fysisch te onderzoeken, enzovoort.
Een andere reden is dat er geen rolmodellen zijn waar de studenten zich kunnen aan spiegelen. Studenten en jonge artsen vinden moeilijk een betrouwbaar en langdurig voorbeeld van empathie bij hun oudere collega's, want ook bij de oudere generatie blijkt er een gebrek aan empathie te zijn.
Leermethodes
Er worden een aantal modellen voor het aanleren van empathie voorgesteld. Ze gaan allemaal in de richting van een schoolvak zoals biochemie, biologie of wiskunde. Maar misschien het meest pragmatisch, en ook het meest evident, is het leren van empathie aan het bed van de patiënt, net zoals het fysisch onderzoek hier wordt aangeleerd. Ervaren leraren zijn dan het rolmodel. Ze leren hoe vragen te stellen en te beantwoorden op een empathische manier.
De vraag is of de huidige leermethodes dit aankunnen? Het houdt immers in dat kleine groepen van studenten (misschien niet meer dan drie) samen met de leraar aan het bed van de patiënt leren. Een zeer gepersonaliseerde training zoals het middeleeuwse schoolmodel van "leren door te doen."
Ik denk, eerlijk gezegd, dat een droom is, alhoewel deze droom wel werkelijkheid was voor mij toen ik in de jaren 1970 studeerde aan de universiteit van Barcelona. Ik was dag en nacht in het ziekenhuis. Overdag visite lopen met de profs in de afdeling interne geneeskunde. 's Nachts sliep ik op een stoel op de spoedafdeling om te leren op het moment dat een patiënt binnenkwam. Soms zag de prof van de spoed dat ik doodmoe was en stuurde hij mij naar huis, met het excuus dat andere studenten ook moesten leren en ik plaats moest maken voor hen.
Tegenwoordig is zo'n opleiding onmogelijk en de practicums die gegeven worden zijn veel te kort en te vol met studenten om deze methode van "leren door te doen" mogelijk te maken. De potentiële leraren hebben ook onvoldoende tijd.
Empathische AI
Als empathie zo belangrijk is, hoe lossen we dit gebrek aan empathie dan op? Misschien moeten we andere rolmodellen zoeken die de studenten stimuleren om empathisch te worden. Verschillende wetenschappelijke studies suggereren dat AI een belangrijke rol kan spelen.
In recente studies van de universiteit van San Diego in California werden vragen en antwoorden gesteld door artsen en een chatbot door een onafhankelijk team van experts blind geanalyseerd. In alle aspecten van empathie scoorde de chatbot veel beter dan de artsen.
Op zich een zeer verrassend resultaat, want AI kent, voor zover we weten, geen gevoelens. Maar empathie gaat niet om emoties. Een empathisch mens moet geen medelijden hebben met de miserie van een ander, hij moet alleen emoties begrijpen. AI lijdt niet onder de problemen die door een mens verteld worden.
Empathie gaat om de juiste vragen stellen aan de patiënt en om de juiste antwoorden te geven. Met empathisch juist wordt bedoeld het gevoel aan meevoelen door de arts of chatbot, het gevoel dat de patiënt een uniek mens is en geen nummer. Om dit niveau van empathie te bereiken, is kennis essentieel, niet emotie. AI kan triljoenen gegevens in een mum van tijd te analyseren, wat totaal onmogelijk is voor een mens.
Een empathisch mens moet geen medelijden hebben met de miserie van een ander, hij moet alleen emoties begrijpen.
Stel u de volgende situatie voor: een man van 55 jaar komt voor het eerst in zijn leven op de spoed van een ziekenhuis met buikpijn. De artsen en verplegers kennen de patiënt niet. De arts van wacht stelt op een systematische manier de standaardvragen en doet nadien het fysisch onderzoek. Het is duidelijk dat de patiënt zeer onrustig is.
"Wat heb ik?", vraagt hij zich af. "Is het een blindedarmontsteking, een darmkanker die een obstructie veroorzaakt of is het banale pijn?" Alhoewel de arts zijn best doet om de patiënt gerust te stellen tot de resultaten binnenkomen, is het al lang duidelijk dat de arts niets weet over de patiënt zijn familie, achtergrond, opleiding en meer. De gesprekken tussen de twee zullen ongetwijfeld enkel over de buikpijn gaan.
De chatbot daarentegen weet onmiddellijk alles over de persoon wat op internet of in andere gegevensbestanden te vinden is. Zo kan de chatbot meteen empathisch gedrag vertonen door bijvoorbeeld een vraag over een familielid te stellen zoals: "Het was toch een fantastische prestatie van uw dochter tijdens de laatste competitie. Jullie waren allemaal zeker zeer tevreden met het resultaat?" Of "Is het toch goed gekomen met de schade in uw huis na de regen?"
Deze vragen geven de patiënt het gevoel een een mens te zijn en geen nummer op de spoed. Deze empathische vragen werken geruststellend, ze geven dat gevoel van "wauw, ze weten wie ik ben, ik voel me belangrijk!" Dit helpt om positieve gevoelens te creëren die de patiënt helpen om de spanning van het wachten op een diagnose te verminderen.
Dat is empathie. De arts kan het wel als hij of zij wil, maar heeft een groot nadeel ten opzichte van de chatbot, want de arts heeft onvoldoende informatie om empathische vragen te kunnen stellen. De chatbot weet alles, of bijna alles.
Moeten we dan een chatbot naast elke arts plaatsen? Het lijkt bijna de conclusie van deze studies. De arts moet niet zoeken, alleen aan de chatbot vragen wat hij wil weten om zich empathisch te kunnen gedragen. De arts kan ook leren van de "manieren" van de chatbot. De chatbot wordt een kunstmatig maar zeer effectief rolmodel.
Gekwetste ego's
Helaas zit er een addertje onder het gras: het ego van de mens. De meest recente studies tonen aan dat de combinatie arts-chatbot niet altijd een positieve synergie met zich meebrengt. Integendeel, als de twee samenwerken, gaat het dikwijls slechter, omdat de arts raar reageert op de aanwezigheid van de chatbot. De arts gaat twijfelen aan de beslissingen van de AI, een fenomeen dat te maken heeft met het zogenaamde "black box effect".
Artsen (en ook programmeurs van AI) weten namelijk niet hoe AI beslissingen neemt. Er is een input en er komt een resultaat uit, maar wat binnen de "box" van de chatbot gebeurt, is voor ons onbereikbaar. De arts twijfelt: is het voorstel van de AI wel juist? Het is begrijpelijk dat de arts gaat twijfelen, of de suggesties van de AI gewoon volledig negeert.
Maar er is nog een andere belangrijke factor: een soort jaloezie bij de arts. Zijn ego wordt gekwetst, want de chatbot weet het beter dan hij. En het is ongelofelijk hoe dom het intelligentste dier op aarde zich kan gedragen onder invloed van emoties. Dat is trouwens ook een les voor de verdere ontwikkeling van AI: leer AI alstublieft geen emoties aan, dit zou fataal kunnen zijn.
Er bestaan niet zoveel studies over empathie en de rol van AI in andere menselijke relaties dan de geneeskunde, en het extrapoleren van de medische studies naar andere menselijke activiteiten is altijd gevaarlijk. Maar het gezond verstand doet ons wel voelen dat de conclusies uit de medische wereld ook van toepassing zijn op alle menselijke situaties: een empathisch winkelier verkoopt meer dan een arrogante, een empathische leraar wordt door de leerlingen geliefd. Kunst zonder empathie is zoals een rotte banaan: het interesseert niemand.
Empathie is niet in strijd met een streng onderwijspatroon.
Empathie op de schoolbanken
Beste minister, u heeft recent fantastische woorden uitgesproken over het onderwijs in een paar superstrenge Engelse scholen. Het is u opgevallen dat, na de lunch, een oefening in dankbaarheid geoefend wordt, waar enkele leerlingen lof uitspreken over een leerkracht. Een applaus van alle leerlingen sluit de oefening.
Dit is natuurlijk een oefening in empathie, een oefening die ook mogelijk is binnen de meest strenge regels. Empathie is niet in strijd met een streng onderwijspatroon. Maak van empathie een vast schoolonderwerp en een deel van de eindtermen. Begin al op de basisschool, doe het ook in het secundair onderwijs zodat de afgestudeerde zijn nieuwe bestemming (universiteit, job) met een grote bagage empathie kan beginnen.
Zorg ervoor dat de universiteiten dat hoge empathieniveau nog een boost geven, zodat onze professionals in hun menselijke relaties veel empathie vertonen en meevoelen met hun medemens. Gebruik daarvoor alle mogelijke middelen en rolmodellen, zeker menselijke, maar ook AI. Dit gaat ons allemaal ten goede komen.