...

Het Staatsblad van 29 juli 2024 maakt het besluit van de Vlaamse Regering (BVR) van 17 mei 2024 'tot de uitvoering van het decreet van 5 april 2019 betreffende de organisatie en ondersteuning van het geestelijke gezondheidsaanbod, wat betreft de centra voor ambulante revalidatie en de centra voor geestelijke gezondheidszorg' bekend. Dit besluit treedt in werking op 8 augustus 2024.Volgens de aanhef voorziet dit besluit in een gemeenschappelijk overheidskader voor de erkende centra voor revalidatie (CAR) en de erkende centra voor geestelijke gezondheidszorg (CGG) ter uitvoering van het Vlaams Regeerakkoord 2019-2024. Het vormt tevens een eerste stap in de uitvoering van het decreet van 5 april 2019 betreffende de organisatie en ondersteuning van het geestelijke gezondheidsaanbod, in de hertekening van de geestelijke gezondheidszorg die tot op heden een veelheid aan betrokken partners omvat.Doelgroepen en opdrachtenHoofdstuk 5 van het BVR bepaalt de opdrachten voor de functie D (een gespecialiseerde diagnostiek als vermeld in artikel 13, vierde lid, 2°, van het decreet van 5 april 2019); de functie E (een gespecialiseerde behandeling als vermeld in artikel 13, vierde lid, 3°, van dit decreet); en functie G (een uitwisseling en gezamenlijke inzet van expertise tussen netwerkpartners als vermeld in artikel 13, vijfde lid). Functie D en EDe voorzieningen die erkend zijn voor functie D of E, realiseren in het kader van die functies een individugericht of groepsgericht zorgaanbod dat herstel- of ontwikkelingsgericht is en dat vertrekt vanuit een krachtgerichte benadering van de persoon (artikel 16 BVR).Functie D wordt ingezet in dialoog met de gebruiker en vertrekt altijd vanuit een zorgvraag en het vermoeden van een ernstige psychische zorgnood. Voor het uitvoeren van functie D onderzoekt de voorziening niet alleen de pathologische symptomen en stoornissen, maar wordt een holistisch onderzoekmodel gehanteerd. Onder holistisch onderzoekmodel wordt verstaan dat in het onderzoekmodel het biologische, psychologische en sociale perspectief aan bod komt. De gespecialiseerde handelingsgerichte diagnostiek verloopt altijd multidisciplinair of interdisciplinair en kan ingezet worden in functie van de start van een zorgtraject en tijdens de behandeling (artikel 17 BVR).Functie E houdt een multidisciplinaire of interdisciplinaire behandeling in op basis van de zorgnood, de zorgvraag en de behandeldoelstellingen, die wordt bepaald in dialoog met de gebruiker (artikel 18). Functie D en E vertrekken vanuit de geldende wetenschappelijke inzichten en richtlijnen. De minister kan de nadere modaliteiten bepalen voor het toepassen van de geldende wetenschappelijke inzichten en richtlijnen (artikel 19).Functie GDe voorzieningen die erkend zijn voor functie G, brengen expertise in via activiteiten in het geestelijk gezondheidsnetwerk, ten aanzien van elkaar of ten aanzien van andere professionele dienstverleners, ter bevordering van de geestelijke gezondheid. Een geestelijk gezondheidsnetwerk is een geestelijk gezondheidsnetwerk als vermeld in artikel 2, 15°, van het decreet van 5 april 2019 (artikel 1, 15° BVR). Functie G heeft als doel bij te dragen tot vroege detectie, vroege indicatiestelling, deskundigheidsbevordering, zorgcontinuïteit, kosteneffectiviteit en aanvaardbare zorg. Functie G omvat de volgende activiteiten: 1° expertisedeling en informatie-uitwisseling; 2° ontwikkelen van zorgpaden in samenwerking met andere partners; 3° dynamisch aanbod realiseren via flexibel schakelen tussen expertise en aanbod. De activiteiten in het kader van functie G zijn individugericht of populatiegericht. Personen die bij een voorziening in behandeling zijn, kunnen voor die voorziening geen aanleiding geven voor de uitvoering van activiteiten binnen functie G. (Artikel 20-23 BVR).