In Vlaanderen krijgt een op de vijf adolescenten te maken met matige tot ernstige mentale problemen. Dat blijkt woensdag uit resultaten van het SIGMA-onderzoek van de KU Leuven. Trauma, pesten en een gebrek aan sociale steun zijn de belangrijkste risicofactoren.
...
SIGMA is een grootschalig onderzoek van de KU Leuven naar het mentaal welzijn van jongeren. Het loopt al sinds 2018 en bevraagt zowat tweeduizend adolescenten (van 11 tot 21 jaar) op verschillende momenten van hun ontwikkeling. De studie maakt onder andere gebruik van een app op de telefoon van de jongeren. "De pandemie heeft dat aantal (een op de vijf, red.) niet vergroot, maar de problemen wel zichtbaarder gemaakt", zegt professor Inez Germeys. "We merken daarnaast dat kwaliteitsvolle sociale contacten een beschermende factor spelen, en, opmerkelijk, ook online sociale contacten hebben een positief effect." Germeys en haar team observeerden in 2018 - voor de pandemie - dat 17,6 procent van de jongeren matige tot ernstige psychische klachten rapporteerde. Een kwart van de jongeren vermeldde toen zelfverwondend gedrag. Bij een tweede meting in 2021 waren bepaalde klachten, zoals symptomen van depressie, al iets erger. Bij een derde meting in 2022-2023, bleken de resultaten opnieuw gelijkaardig en zelfs lager dan voor de pandemie. Geïntegreerde aanpak "Wij concluderen hieruit dat de mentale veerkracht van de jongeren beter dan verwacht is", gaat Germeys verder. Die veerkracht is dan weer iets minder voor de hand liggend bij maatschappelijk kwetsbare jongeren. Zij dragen een veel groter risico op psychische klachten. Met 38 procent ligt het aantal daar significant hoger dan bij de rest. "Ervaringen met pesten en trauma zorgen voor meer mentale klachten bij jongeren", stelt het rapport. "Ook een opvoedingsstijl waarbij ouders de emotionele ervaring en expressie van het kind onmogelijk maken of controleren is een risicofactor. Vooral sociale steun vanuit de omgeving van de jongere vormt een beschermende factor." Wie regelmatig kwalitatief sociaal contact heeft, heeft dus een pak minder kans op psychische klachten. Jongeren hebben voorts opvallend meer positieve gevoelens wanneer ze online tijd met elkaar doorbrengen dan wanneer ze alleen zijn. Maar, "face-to-face-contact" heeft wel nog altijd een groter positief effect. De combinatie van online en fysiek contact scoort het best. "Mentaal welzijn heeft nood aan een geïntegreerde aanpak, terwijl het zorgaanbod nu vaak heel versnipperd is", besluit Germeys. "Preventie en snelle hulp zijn uiteraard cruciaal. Misschien is het tijd voor een minister van mentaal welzijn?" Recent bleek dat het aantal minderjarigen waarvoor vorig jaar crisishulp werd opgestart, is gedaald. En dat terwijl het aantal aanvragen wel bleef stijgen. Een op de drie minderjarigen kreeg geen crisishulp vanwege het acute plaatsgebrek, zo bleek uit nieuwe cijfers van het Agentschap Opgroeien.