Bijna 20% van de Belgen deed in de loop van 2022 minstens éénmaal een beroep op de spoed. Dat blijkt uit cijfers die het Intermutualistisch Agentschap (IMA) onlangs bekendmaakte.
...
In 2022 maakte 19,2% van de Belgen gebruik van de spoeddienst van een ziekenhuis. In de lijn van het stijgend aantal spoedopnames, neemt het ook het aantal Belgen gestaag toe. Enkel tijdens de coronajaren werd een stevige daling vastgesteld. In 2008 telde het IMA 189 opnames per 1.000 Belgen. In 2019 liep dat op tot 266 per 1.000. Na de coronaterugval (217 per 1.000 in 2020) werd in 2022 een nieuw record bereikt met 277 opnames per 1.000. De toename van het aantal opnames is nagenoeg volledig toe te schrijven aan patiënten die zonder verwijsbrief naar de spoed stappen (192 per 1.000 in 2022). Iets minder dan een kwart van alle spoedopnames (23,4%) resulteert binnen de 24 uur in een ziekenhuisopname. Bij patiënten die met een verwijsbrief naar de spoed komen loopt dat op tot 46,1%.Het gebruik van de spoeddienst ligt het hoogste bij 80-plussers en bij kinderen jonger dan 5 jaar. De oudere komen het vaakst met een verwijsbrief, terwijl de kinderen jonger dan 5 door hun ouders meestal zonder verwijsbrief naar de spoed worden gebracht (443 zonder verwijsbrief tegenover 45 met verwijsbrief). Hoe ouder de patiënt, hoe groter de kans op een ziekenhuisopname. Bij 80-plussers resulteert 60% van de bezoeken aan de spoed in een opname.GewestenIn Brussel en Wallonië bezocht bijna een kwart van de bevolking (23,4%) de spoed. Dat percentage ligt beduidend hoger dan in Vlaanderen (17,1%). Procentueel gaat de Vlaming vaker met een verwijsbrief naar de spoed dan een Brusselaar of iemand uit Wallonië. De weerspiegelt zich in het aantal opnames na een bezoek aan de spoed: 28n5% in Vlaanderen, 19,5% in Wallonië en 14,1% in Brussel. In Brussel valt ook het hoge percentage op bij kinderen jonger dan 10 jaar. In Wallonië ligt het gebruik dan weer iets hoger in de leeftijdscategorieën van 15 tot 35 jaar. Tussen mannen (19,6%) en vrouwen (18,9%) bestaat er geen groot verschil. Dat is er wel tussen patiënten met en zonder een verhoogde tegemoetkoming. Patiënten met een verhoogde tegemoetkoming gaan beduidend vaker naar de spoed (26,1%) dan patiënten die dat recht niet hebben (17,6%).