Ik zit verdiept in een boek. Wolf van Lara Taveirne. U heeft er misschien al over gehoord. Het verhaal van Wolf, de jongste uit een gezin van vijf, die wegstapt van deze wereld. Weg. Zo heet ook het eerste hoofdstuk.
Ik moet het verdere verloop nog lezen, maar het verhaal deed me denken aan twee consultaties van de voorbije weken. Het waren allebei jongens van vijftien die opgenomen waren op de afdeling kinderpsychiatrie. Ik zag vermeldingen van de redenen waarom ze het thuis even niet meer konden redden.
Ik vroeg me af of mijn advies voor hun huidprobleem voor hen van betekenis kon zijn. Hoe ik wilde dat ze zich misschien een beetje ondersteund zouden voelen.
Ook zij leken mij een beetje weg van deze wereld. Vermoedelijk speelden ze ook met de idee echt 'weg' te willen zijn. Bij de bladzijden van Wolf kwamen deze jongens terug bij me op. Ze hebben elk hun verhaal, en in hun hoofden dwalen wellicht donkere gedachten die zich zo moeilijk laten lezen.
Ik weet dat u in deze tijden misschien eerder wakker ligt van transparantiecodes en regeringsvormingen
Zijn we niet vaak te geremd om ons eerlijk uit te drukken en te vragen wat we nodig hebben? Alsof volwassen worden het kinderlijke in ons de mond snoert, en we plots met een rem op leven.
Ondertussen heb ik het boek Wolf volledig uit. Na twee namiddagen kon ik de laatste bladzijde dichtslaan. Het verhaal van Wolf is vastgelegd en onveranderlijk. Het verhaal van de twee jongens moet nog geschreven worden. Hopelijk vinden ze een goede omkadering die hen op weg kan helpen.
Ik weet dat u in deze tijden misschien eerder wakker ligt van transparantiecodes en regeringsvormingen. Niettemin is het zo verrijkend naar de echte verhalen van onze patiënten te luisteren, die elk hun eigen boek aan het schrijven zijn.