Afgelopen zaterdag, op de virtuele uitreiking van de Specialist van het jaar, was de 65-jarige minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (sp.a) ongetwijfeld de blikvanger. Weinig politici - en bij uitbreiding weinig mensen - zijn op die leeftijd nog beroepsactief. Wat motiveert hem? Dezelfde vraag ook voor voormalig Riziv-topman Ri De Ridder. Wat drijft hen om nog een prominente politieke rol te willen spelen? Terwijl de meeste leeftijdsgenoten, pantoffels en pijp bij de hand, genieten van een welverdiende rust.

Geld is in deze zeker geen drijfveer. De drang om de maatschappij te veranderen en een visie door te drukken is dat allicht wel. Daarbij kunnen de bakken politieke ervaring van Frank Vandenbroucke zowel een voordeel zijn als een hinderpaal. Kan de minister onbevangen en onbevooroordeeld genoeg naar de realiteit kijken? Hoe staat hij tegenover e- en mhealth? Komt zijn leeftijd de politieke besluitvorming ten goede?

Wat drijft Vandenbroucke en De Ridder om op hun leeftijd nog een prominente politieke rol te willen spelen?

Alleszins, in een wereld van blitse marketingjongens en dito presentaties was de socialistische politicus zaterdag een verademing. Louter aan de hand van enkele getikte vellen papier met handgeschreven correcties en aanvullingen gaf hij zijn uiteenzetting. De vorm oogde wat archaïsch, de inhoud getuigde van een analytische geest. Beter zo dan omgekeerd.

Voorlopig heeft iedereen de handen vol met de pandemie. Naar aanleiding van de Maha-studie doemden over de ziekenhuisfinanciering wel al de contouren op van een eerste, oude/nieuwe, krachtmeting. Misschien zijn nu meer artsen dan 20 jaar geleden voorstander van een 'zuiver honorarium' of een gesalarieerde job. Wellicht wel.

Maar zeker is ook dat velen zweren bij de prestatiebetaling. De minister-academicus zelf is op dit vlak duidelijk niet geëvolueerd. En in volle coronacrisis getuigt het minstens van een ongelukkige timing om hierover onrust en verdeeldheid te zaaien.

Afgelopen zaterdag, op de virtuele uitreiking van de Specialist van het jaar, was de 65-jarige minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (sp.a) ongetwijfeld de blikvanger. Weinig politici - en bij uitbreiding weinig mensen - zijn op die leeftijd nog beroepsactief. Wat motiveert hem? Dezelfde vraag ook voor voormalig Riziv-topman Ri De Ridder. Wat drijft hen om nog een prominente politieke rol te willen spelen? Terwijl de meeste leeftijdsgenoten, pantoffels en pijp bij de hand, genieten van een welverdiende rust. Geld is in deze zeker geen drijfveer. De drang om de maatschappij te veranderen en een visie door te drukken is dat allicht wel. Daarbij kunnen de bakken politieke ervaring van Frank Vandenbroucke zowel een voordeel zijn als een hinderpaal. Kan de minister onbevangen en onbevooroordeeld genoeg naar de realiteit kijken? Hoe staat hij tegenover e- en mhealth? Komt zijn leeftijd de politieke besluitvorming ten goede? Alleszins, in een wereld van blitse marketingjongens en dito presentaties was de socialistische politicus zaterdag een verademing. Louter aan de hand van enkele getikte vellen papier met handgeschreven correcties en aanvullingen gaf hij zijn uiteenzetting. De vorm oogde wat archaïsch, de inhoud getuigde van een analytische geest. Beter zo dan omgekeerd. Voorlopig heeft iedereen de handen vol met de pandemie. Naar aanleiding van de Maha-studie doemden over de ziekenhuisfinanciering wel al de contouren op van een eerste, oude/nieuwe, krachtmeting. Misschien zijn nu meer artsen dan 20 jaar geleden voorstander van een 'zuiver honorarium' of een gesalarieerde job. Wellicht wel. Maar zeker is ook dat velen zweren bij de prestatiebetaling. De minister-academicus zelf is op dit vlak duidelijk niet geëvolueerd. En in volle coronacrisis getuigt het minstens van een ongelukkige timing om hierover onrust en verdeeldheid te zaaien.