Dat betekent een zo groot mogelijke efficiëntie, kwaliteitscontrole en garantie. Op dat vlak laat de recente overeenkomst over de financiering van psychologische zorg belangrijke steken vallen, schrijft psychiater Aad Bosmans.
De laatste jaren is er een wildgroei aan 'coaches' en 'therapeuten'. De titel van therapeut is tot op vandaag in België niet beschermd. Dit betekent dat eenieder zich therapeut mag noemen zelfs zonder diploma of enige werkervaring.
De titel van 'psychotherapeut' is wel erkend. De wet bepaalt dat men moet beschikken over een erkenning als arts, klinisch psycholoog of klinisch orthopedagoog. Daarnaast moet men een bijkomende specifieke opleiding in de psychotherapie van minimum 70 ECTS volgen aan een universiteit of hogeschool en een professionele stage in het domein van de psychotherapie van minstens twee jaar voltijdse uitoefening (of het equivalent in geval van deeltijdse uitoefening).
Het zou België niet zijn indien er ook niet een paar 'verworven rechten' worden voorzien.
Recent besliste de overheid om het budget voor het psychologisch zorgaanbod vanaf 1 september bijna te verviervoudigen. De patiënt zou dan sneller toegang tot eerstelijnspsychologische hulp moeten krijgen via twee netwerken. Hij of zij betaalt zelf maximaal 11 euro per sessie mits een aantal beperkingen en er aan een stel voorwaarden voldaan wordt.
De details zijn uitgebreid, de volledige overeenkomst telt 22 pagina's.
De terugbetaling wordt alleen voorzien voor klinisch psychologen en orthopedagogen. Zij moeten zich tot een hele reeks modaliteiten engageren om in aanmerking te komen maar nergens in de tekst wordt een "psychotherapeutische" voorwaarde gesteld.
Niet voor niets werden er voor de erkenning van de psychotherapie in het verleden wetten en voorwaarden voorzien
De hele overeenkomst bevat wel meer manco's, maar dit is toch een grote gemiste kans om de vooropgestelde zorg zo kwaliteitsvol mogelijk te maken. Niet voor niets werden er voor de erkenning van de psychotherapie in het verleden wetten en voorwaarden voorzien. Moeten deze dan niet primordiaal aangesproken worden voor het stellen of uitsluiten van psychiatrische diagnoses en het eventuele behandelplan, al dan niet in samenwerking met de huisarts/psychiater?
Ook daar verlaat de nieuwe regelgeving de voorwaarde dat de huisarts moet doorverwijzen voor psychologische hulp. Jammer, want wie kent de patiënt beter en is meer bekwaam om de toestandsbeelden correct in te schatten dan de huisarts?
Het is uiteraard alleen maar toe te juichen dat er meer geld en aandacht naar de geestelijke gezondheid gaat. Maar de overheid moet haar middelen als een goede huisvader besteden en dat betekent een zo groot mogelijke efficiëntie, en kwaliteitscontrole en garantie. Op dat vlak laat deze overeenkomst meerdere belangrijke steken vallen.
Bijkomend zou er nagedacht moeten worden over de duidelijkheid van de erkende beroepstitels zodat er minder verwarring en versplintering mogelijk is over wie wat mag en kan doen in de geestelijke gezondheidszorg.
De laatste jaren is er een wildgroei aan 'coaches' en 'therapeuten'. De titel van therapeut is tot op vandaag in België niet beschermd. Dit betekent dat eenieder zich therapeut mag noemen zelfs zonder diploma of enige werkervaring. De titel van 'psychotherapeut' is wel erkend. De wet bepaalt dat men moet beschikken over een erkenning als arts, klinisch psycholoog of klinisch orthopedagoog. Daarnaast moet men een bijkomende specifieke opleiding in de psychotherapie van minimum 70 ECTS volgen aan een universiteit of hogeschool en een professionele stage in het domein van de psychotherapie van minstens twee jaar voltijdse uitoefening (of het equivalent in geval van deeltijdse uitoefening). Het zou België niet zijn indien er ook niet een paar 'verworven rechten' worden voorzien.Recent besliste de overheid om het budget voor het psychologisch zorgaanbod vanaf 1 september bijna te verviervoudigen. De patiënt zou dan sneller toegang tot eerstelijnspsychologische hulp moeten krijgen via twee netwerken. Hij of zij betaalt zelf maximaal 11 euro per sessie mits een aantal beperkingen en er aan een stel voorwaarden voldaan wordt. De details zijn uitgebreid, de volledige overeenkomst telt 22 pagina's. De terugbetaling wordt alleen voorzien voor klinisch psychologen en orthopedagogen. Zij moeten zich tot een hele reeks modaliteiten engageren om in aanmerking te komen maar nergens in de tekst wordt een "psychotherapeutische" voorwaarde gesteld. De hele overeenkomst bevat wel meer manco's, maar dit is toch een grote gemiste kans om de vooropgestelde zorg zo kwaliteitsvol mogelijk te maken. Niet voor niets werden er voor de erkenning van de psychotherapie in het verleden wetten en voorwaarden voorzien. Moeten deze dan niet primordiaal aangesproken worden voor het stellen of uitsluiten van psychiatrische diagnoses en het eventuele behandelplan, al dan niet in samenwerking met de huisarts/psychiater?Ook daar verlaat de nieuwe regelgeving de voorwaarde dat de huisarts moet doorverwijzen voor psychologische hulp. Jammer, want wie kent de patiënt beter en is meer bekwaam om de toestandsbeelden correct in te schatten dan de huisarts?Het is uiteraard alleen maar toe te juichen dat er meer geld en aandacht naar de geestelijke gezondheid gaat. Maar de overheid moet haar middelen als een goede huisvader besteden en dat betekent een zo groot mogelijke efficiëntie, en kwaliteitscontrole en garantie. Op dat vlak laat deze overeenkomst meerdere belangrijke steken vallen. Bijkomend zou er nagedacht moeten worden over de duidelijkheid van de erkende beroepstitels zodat er minder verwarring en versplintering mogelijk is over wie wat mag en kan doen in de geestelijke gezondheidszorg.