Al jaren proberen de federale regering, het Riziv en de mutualiteiten om het enorm gestegen aantal langdurig zieken, momenteel meer dan 500.000, te doen dalen door ze zo mogelijk te reïntegreren in de arbeidsmarkt. De jaarlijkse kostprijs van de langdurig zieken, waaronder de burn-outpatiënten, bedraagt momenteel al meer dan 9 miljard euro terwijl er van een daling helaas nog geen sprake is.

Daartegenover staat dat het werklozencijfer niet spectaculair daalt. Volgens de heer F. Perl die recent overstapte van de top van het Riziv naar de top van de socialistische mutualiteiten, is de stijging van de langdurig zieken versus de daling van de werklozen geen communicerend vak.

In vergelijking met andere Europese landen heeft België in verhouding meer langdurig zieken en invaliden en minder werklozen dan gemiddeld. Onze maatschappij die onder de langdurig zieken de laatste tijd heel wat burn-outpatiënten telt, is ziek volgens Perl, en daar moet dringend verandering in komen.

Minister Crevits wil hier dringend werk van maken. Gezien de federale overheid hiervoor grotendeels bevoegd is, krijgt ze niet echt veel medewerking, alhoewel het probleem daar al is aangekaart.

Wat is nu de oorzaak van dat ziek zijn van de maatschappij, en kan hier een omkering ten gunste worden gerealiseerd?

De diverse betrokken spelers zijn allemaal een beetje vragende partij, maar de onderlinge communicatie laat soms heel wat te wensen over. De betrokkenen zijn naast de werkgevers, de werknemers, de artsen waaronder de huisartsen, de adviserende artsen van het Riziv, de arbeidsartsen, en de mutualiteiten. De pogingen in het verleden hebben helaas weinig resultaat met zich meegebracht.

Andere belangrijke beïnvloedende factoren zijn o.a. de vergrijzing, de werkloosheidsstijging door corona, de gemakkelijke entree in het stelsel van de ziekte en invaliditeit, de controle en/of adviserende taken van de adviserende artsen, de harde op rendement en commercialiteit gerichte arbeidsmarkt en de werkgevers, waarbij de arbeidsarts een grote rol kan spelen. Uiteraard ook de werklust en het welzijn van de werknemers zelf.

De taak van de adviserende arts is heel dubbel en contraproductief. Hij draagt twee petjes

De taak van de adviserende arts is heel dubbel en contraproductief. Hij draagt twee petjes. Hij is enerzijds adviseur en anderzijds controleur. Door de zieke werknemer wordt dit meestal heel negatief gepercipieerd.

Deze voelt zich in de ogen van deze arts een profiteur, een werkonwillige, een nietsnut, die een hoop aan papieren documenten en attesten moet voorleggen, en dit op een ogenblik dat vele zieken door hun burn-out al emotioneel en cognitief kapot zijn. Van adviseren komt meestal niet veel in huis door de coronaomstandigheden, door tijdsgebrek en door gebrek aan specifieke efficiënt haalbare en duidelijke reïntegratietrajecten.

De werkgever van zijn kant zit met vragen of de zieke werknemer nog terugkomt of niet. Of in geval van burn-out, of er moet gezorgd worden voor aangepast werk in het bedrijf, en of hij zich wil engageren voor een reïntegratietraject.

De langdurig zieke werknemer kan kiezen voor een verder ziekzijn met een vaste en verzekerde uitkering en verder gerust gelaten te worden, of voor reïntegratie. Jammer genoeg is er een enorm gebrek aan communicatie tussen de werkgever en de betrokken werknemer, en idem dito tussen de arbeidsarts en de langdurig zieke.

Er zou zeker vroeger dienen opgeroepen te worden door de adviserende arts, liefst na 3 maanden en niet pas na 6 of 12 maanden zoals nu. De werkgever en de arbeidsarts dienen tijdig te polsen naar de verlangens en betrachtingen van de werknemer. Dit om te weten of de zieke de intentie heeft om zijn werk terug te hervatten, eerder opteert voor ander, aangepast werk, of om het werk niet te hervatten.

Vroegtijdig contact is essentieel om de positieve interesse bij de zieke te kennen en deze het gevoel te geven niet afgeschreven te zijn voor de arbeidsmarkt

Alles samen is vroegtijdig contact essentieel om de positieve interesse bij de zieke te kennen en deze het gevoel te geven niet afgeschreven te zijn voor de arbeidsmarkt. Bij de herintrede is absoluut meer flexibiliteit nodig zodat een arbeidshervatting heel progressief en voor een klein gedeelte kan heropstarten en tezelfdertijd geen financieel verlies wordt geleden.

De wederzijdse verwachtingen van de werknemer en de werkgever dienen tijdig en duidelijk gecommuniceerd te worden. Uiteraard zal dit voor het ene bedrijf, werkgever of werknemer soepeler kunnen verlopen dan bij de andere.

De psychologische houding van de zieke, maar ook van elke werknemer, dient in onze bedrijven en bij de werkgevers duidelijk verbeterd te worden. Elke werknemer verlangt gewaardeerd te worden zoals hij is, met zijn sterke en minder sterke kanten. Ook verlangt hij te kunnen groeien in zijn werksituatie en met respect behandeld en begeleid te worden.

De verwachtingen van de werkgever die doorgaans vooral gefocust zijn op rendement, prestaties en commercieel succes zouden veel meer aandacht moeten hebben voor het welgevoelen, het welzijn van de werknemer. Door geregeld overleg over deze wederzijdse verwachtingen kan heel wat ellende en ziekte voorkomen worden.

Deze vorm van preventie kan aldus vroegtijdig een disfunctioneren van de werknemer detecteren, bijgevolg is snel terugkoppelen mogelijk als uitgesproken verwachtingen niet beantwoord worden. Er wordt vastgesteld dat de meeste langdurig zieke burn-outpatiënten nog steeds willen werken, maar dit op een bepaald ogenblik niet meer kunnen. Behandel deze mensen menselijk, help hen, verneder hen niet en zie hen niet als profiteurs maar eerder als slachtoffers van de ziekte van onze maatschappij.

Behandel burn-outpatiënten op een menselijke manier, help hen, verneder hen niet en zie hen niet als profiteurs maar eerder als slachtoffers van de ziekte van onze maatschappij

Professor arbeidsgeneeskunde (KU Leuven) Lode Goderis vroeg zich in een artikel in De Standaard van 30 januari 2021 af of ons systeem van ziekteattesten niet moet worden herzien of afgeschaft. In Nederland bestaat dat niet. De zieke werknemer meldt zich bij de werkgever en zo ook desgevallend bij de arbeidsarts. Zo ontstaat er van in den beginne een systeem van communicatie over de specifieke situatie tussen werkgever en werknemer en is er een beperking en een bewaking van de toegangspoort tot het systeem van ziekte-uitkeringen en werkloosheidsuitkeringen.

Momenteel kan men te vlug op brugpensioen, de weg van de geringste weerstand, en ziekteverzuim is nu voordelig voor de werkgever, en vrij snel worden de kosten gedragen door de maatschappij, m.n. door de ziekteverzekering.

Wie zou het voorgestelde reïntegratietraject kunnen coördineren en begeleiden? De huisarts zou snel en dringend moeten kunnen doorverwijzen naar de arbeidsarts, de specialist in werk. Bij langdurig zieken is zoals reeds besproken de taak van de arts-adviseur dubbel, moeilijk en zeer tijdrovend. Er zijn immers veel te weinig artsen-adviseurs, daar moet zeker iets aan gedaan worden.

Waarom niet overschakelen van een arbeidsongeschiktheidsattest bij de huisarts naar een arbeidsgeschiktheidsattest?

Er zou kunnen overgeschakeld van een arbeidsongeschiktheidsattest bij de huisarts naar een arbeidsgeschiktheidsattest. De focus leggen op wat de betrokken zieke wel nog kan en niet op wat hij niet meer kan. Meer omarmen, meer coachen elk in zijn vakgebied, meer begeleiden, meer positieve financiële stimuli, meer respect voor de werknemer.

Een zieke maatschappij heeft plichtbewuste dokters nodig om het tij te doen keren. Alle betrokken spelers dienen samen met de overheid een grondig debat aan te gaan om het peperdure, zieke systeem waaraan de maatschappij lijdt gezond te maken. Een kwalitatief hoogstaande werksituatie met de focus op welzijn en arbeidsvreugde kan de werksituatie dikwijls veel aangenamer maken voor zowel werknemer als werkgever, kan de kansen op burn-out als moderne ziekte drastisch doen verminderen en kan de overheidsfinanciën weer gezond maken.

Mogelijks zou er een algemene coach, en centrale coördinator moeten komen als facilitator in deze complexe problematiek, die als centrale spil kan functioneren tussen alle betrokkenen.

Er moet iets veranderen aan ons zieke systeem. Een mooie positieve aanzet las ik recent in het nieuwe boekje 'Welkom in mijn boomgaard, welkom in mijn droomgaard' van dokter Eric Boydens. Hij schetst er een toekomstbeeld van een positieve maatschappij waar elkeen zich beter zou kunnen voelen in verbondenheid met elkaar, met de omgeving en met de natuur waarmee we tenslotte allemaal innig verbonden zijn.

Al jaren proberen de federale regering, het Riziv en de mutualiteiten om het enorm gestegen aantal langdurig zieken, momenteel meer dan 500.000, te doen dalen door ze zo mogelijk te reïntegreren in de arbeidsmarkt. De jaarlijkse kostprijs van de langdurig zieken, waaronder de burn-outpatiënten, bedraagt momenteel al meer dan 9 miljard euro terwijl er van een daling helaas nog geen sprake is. Daartegenover staat dat het werklozencijfer niet spectaculair daalt. Volgens de heer F. Perl die recent overstapte van de top van het Riziv naar de top van de socialistische mutualiteiten, is de stijging van de langdurig zieken versus de daling van de werklozen geen communicerend vak. In vergelijking met andere Europese landen heeft België in verhouding meer langdurig zieken en invaliden en minder werklozen dan gemiddeld. Onze maatschappij die onder de langdurig zieken de laatste tijd heel wat burn-outpatiënten telt, is ziek volgens Perl, en daar moet dringend verandering in komen. Minister Crevits wil hier dringend werk van maken. Gezien de federale overheid hiervoor grotendeels bevoegd is, krijgt ze niet echt veel medewerking, alhoewel het probleem daar al is aangekaart. Wat is nu de oorzaak van dat ziek zijn van de maatschappij, en kan hier een omkering ten gunste worden gerealiseerd? De diverse betrokken spelers zijn allemaal een beetje vragende partij, maar de onderlinge communicatie laat soms heel wat te wensen over. De betrokkenen zijn naast de werkgevers, de werknemers, de artsen waaronder de huisartsen, de adviserende artsen van het Riziv, de arbeidsartsen, en de mutualiteiten. De pogingen in het verleden hebben helaas weinig resultaat met zich meegebracht. Andere belangrijke beïnvloedende factoren zijn o.a. de vergrijzing, de werkloosheidsstijging door corona, de gemakkelijke entree in het stelsel van de ziekte en invaliditeit, de controle en/of adviserende taken van de adviserende artsen, de harde op rendement en commercialiteit gerichte arbeidsmarkt en de werkgevers, waarbij de arbeidsarts een grote rol kan spelen. Uiteraard ook de werklust en het welzijn van de werknemers zelf. De taak van de adviserende arts is heel dubbel en contraproductief. Hij draagt twee petjes. Hij is enerzijds adviseur en anderzijds controleur. Door de zieke werknemer wordt dit meestal heel negatief gepercipieerd. Deze voelt zich in de ogen van deze arts een profiteur, een werkonwillige, een nietsnut, die een hoop aan papieren documenten en attesten moet voorleggen, en dit op een ogenblik dat vele zieken door hun burn-out al emotioneel en cognitief kapot zijn. Van adviseren komt meestal niet veel in huis door de coronaomstandigheden, door tijdsgebrek en door gebrek aan specifieke efficiënt haalbare en duidelijke reïntegratietrajecten.De werkgever van zijn kant zit met vragen of de zieke werknemer nog terugkomt of niet. Of in geval van burn-out, of er moet gezorgd worden voor aangepast werk in het bedrijf, en of hij zich wil engageren voor een reïntegratietraject. De langdurig zieke werknemer kan kiezen voor een verder ziekzijn met een vaste en verzekerde uitkering en verder gerust gelaten te worden, of voor reïntegratie. Jammer genoeg is er een enorm gebrek aan communicatie tussen de werkgever en de betrokken werknemer, en idem dito tussen de arbeidsarts en de langdurig zieke. Er zou zeker vroeger dienen opgeroepen te worden door de adviserende arts, liefst na 3 maanden en niet pas na 6 of 12 maanden zoals nu. De werkgever en de arbeidsarts dienen tijdig te polsen naar de verlangens en betrachtingen van de werknemer. Dit om te weten of de zieke de intentie heeft om zijn werk terug te hervatten, eerder opteert voor ander, aangepast werk, of om het werk niet te hervatten. Alles samen is vroegtijdig contact essentieel om de positieve interesse bij de zieke te kennen en deze het gevoel te geven niet afgeschreven te zijn voor de arbeidsmarkt. Bij de herintrede is absoluut meer flexibiliteit nodig zodat een arbeidshervatting heel progressief en voor een klein gedeelte kan heropstarten en tezelfdertijd geen financieel verlies wordt geleden. De wederzijdse verwachtingen van de werknemer en de werkgever dienen tijdig en duidelijk gecommuniceerd te worden. Uiteraard zal dit voor het ene bedrijf, werkgever of werknemer soepeler kunnen verlopen dan bij de andere. De psychologische houding van de zieke, maar ook van elke werknemer, dient in onze bedrijven en bij de werkgevers duidelijk verbeterd te worden. Elke werknemer verlangt gewaardeerd te worden zoals hij is, met zijn sterke en minder sterke kanten. Ook verlangt hij te kunnen groeien in zijn werksituatie en met respect behandeld en begeleid te worden. De verwachtingen van de werkgever die doorgaans vooral gefocust zijn op rendement, prestaties en commercieel succes zouden veel meer aandacht moeten hebben voor het welgevoelen, het welzijn van de werknemer. Door geregeld overleg over deze wederzijdse verwachtingen kan heel wat ellende en ziekte voorkomen worden. Deze vorm van preventie kan aldus vroegtijdig een disfunctioneren van de werknemer detecteren, bijgevolg is snel terugkoppelen mogelijk als uitgesproken verwachtingen niet beantwoord worden. Er wordt vastgesteld dat de meeste langdurig zieke burn-outpatiënten nog steeds willen werken, maar dit op een bepaald ogenblik niet meer kunnen. Behandel deze mensen menselijk, help hen, verneder hen niet en zie hen niet als profiteurs maar eerder als slachtoffers van de ziekte van onze maatschappij. Professor arbeidsgeneeskunde (KU Leuven) Lode Goderis vroeg zich in een artikel in De Standaard van 30 januari 2021 af of ons systeem van ziekteattesten niet moet worden herzien of afgeschaft. In Nederland bestaat dat niet. De zieke werknemer meldt zich bij de werkgever en zo ook desgevallend bij de arbeidsarts. Zo ontstaat er van in den beginne een systeem van communicatie over de specifieke situatie tussen werkgever en werknemer en is er een beperking en een bewaking van de toegangspoort tot het systeem van ziekte-uitkeringen en werkloosheidsuitkeringen. Momenteel kan men te vlug op brugpensioen, de weg van de geringste weerstand, en ziekteverzuim is nu voordelig voor de werkgever, en vrij snel worden de kosten gedragen door de maatschappij, m.n. door de ziekteverzekering. Wie zou het voorgestelde reïntegratietraject kunnen coördineren en begeleiden? De huisarts zou snel en dringend moeten kunnen doorverwijzen naar de arbeidsarts, de specialist in werk. Bij langdurig zieken is zoals reeds besproken de taak van de arts-adviseur dubbel, moeilijk en zeer tijdrovend. Er zijn immers veel te weinig artsen-adviseurs, daar moet zeker iets aan gedaan worden.Er zou kunnen overgeschakeld van een arbeidsongeschiktheidsattest bij de huisarts naar een arbeidsgeschiktheidsattest. De focus leggen op wat de betrokken zieke wel nog kan en niet op wat hij niet meer kan. Meer omarmen, meer coachen elk in zijn vakgebied, meer begeleiden, meer positieve financiële stimuli, meer respect voor de werknemer. Een zieke maatschappij heeft plichtbewuste dokters nodig om het tij te doen keren. Alle betrokken spelers dienen samen met de overheid een grondig debat aan te gaan om het peperdure, zieke systeem waaraan de maatschappij lijdt gezond te maken. Een kwalitatief hoogstaande werksituatie met de focus op welzijn en arbeidsvreugde kan de werksituatie dikwijls veel aangenamer maken voor zowel werknemer als werkgever, kan de kansen op burn-out als moderne ziekte drastisch doen verminderen en kan de overheidsfinanciën weer gezond maken. Mogelijks zou er een algemene coach, en centrale coördinator moeten komen als facilitator in deze complexe problematiek, die als centrale spil kan functioneren tussen alle betrokkenen. Er moet iets veranderen aan ons zieke systeem. Een mooie positieve aanzet las ik recent in het nieuwe boekje 'Welkom in mijn boomgaard, welkom in mijn droomgaard' van dokter Eric Boydens. Hij schetst er een toekomstbeeld van een positieve maatschappij waar elkeen zich beter zou kunnen voelen in verbondenheid met elkaar, met de omgeving en met de natuur waarmee we tenslotte allemaal innig verbonden zijn.