Depressief, neerslachtig, moedeloos, terneergeslagen of verdrietig zijn is een diep menselijke emotie, een gevoelen dat elk van ons kan en ooit zal ervaren. Dit na een psychisch trauma zoals een overlijden van een geliefde, een relatiebreuk, een periode van burn-out, een of andere tegenslag of aanhoudende stress. Zich depressief voelen is een symptoom, geen ziekte op zich, en vergt dan ook een andere aanpak dan de depressie, de echte ziekte.

Een depressie daarentegen, is een ziekte, waarbij de patiënt in een aanhoudende toestand van depressie verkeert, een toestand van het niet meer zien zitten. Hij moet voortdurend vechten tegen een enorme druk, die hij niet meer aankan. Hij kan niet meer normaal functioneren, noch in zijn thuissituatie, noch in de werkkring, noch in zijn sociale contacten. Het haalt zijn hele emotionele leven onderuit , zowel van binnen uit als van buiten uit. De balans is totaal uit evenwicht. Soms is de eigen draagkracht sterk verminderd, soms is de belasting te hoog, of zijn beide, draagkracht en belasting verstoord. Het gezonde evenwicht is totaal zoek.

Deze twee diverse gezondheidstoestanden zijn totaal verschillend en vergen dan ook een totaal andere aanpak. In beide situaties zal meestal de huisarts, de vertrouwensarts, het eerste aanspreekpunt zijn, soms door de patiënt zelf, soms onrechtstreeks via de partner of een ander familielid.

Belangrijk is dat elke patiënt zijn eigen verhaal moet kunnen ventileren, dat hij gehoord wordt en dat er voldoende naar hem geluisterd wordt. Dit vergt soms veel tijd, luisterbereidheid, en een houding van empathie, van kennis en kunde om zich in te leven in de gevoelens en belevenissen van de patiënt. Een wereld waarin hij het heel moeilijk heeft met zichzelf, met zijn omgeving, zijn thuissituatie , zijn werksituatie, tout court, zijn leefwereld.

Het is een cliché doch het tijdsgebrek bij de huisarts is veelal een realiteit. En, ja, er wordt dikwijls al te snel een psychofarmacum, een antidepressivum voorgeschreven, en helaas heel vaak in een situatie waarbij de patiënt alleen wat depressief was, maar niet aan een echte depressie lijdt. In deze fase zou een multidisciplinaire aanpak, waarbij o.a. een psycholoog bij betrokken kan worden een heel grote stap voorwaarts zijn in de optimale aanpak. Hierbij zouden beiden, vertrouwensarts of huisarts en de psycholoog samen voor begeleiding, sturing en advies kunnen zorgen . In veel gevallen en omstandigheden kan er een gunstig klimaat geschapen worden waarbij de patiënt inzicht krijgt in zijn emoties en in zijn gevoelsleven, en zijn verhaal met zijn gevoelens kan plaatsen. Psychofarmaca zijn meestal hier uit den boze. Opvolging, inzicht en plaatsing zijn primordiaal. Tezelfdertijd is er tijd voor de verwerking van de oorzaak van dit depressief syndroom of symptoom.

In de boodschap van de Minister, die zelf huisarts is, waren het weerom de huisartsen die met alle zonden van Israël de woestijn worden ingestuurd. Ze nemen te weinig tijd, schrijven te veel antidepressiva voor en een niet-medicamenteuze behandeling, o.a. een samenwerking met een psycholoog, wordt onvoldoende overwogen. Helaas wordt de raadpleging bij een psycholoog onvoldoende terugbetaald, wat betekent dat een opvolging gedurende enkele maanden bij een psycholoog per raadpleging al rap 50 tot 60 euro kost, wat een enorme drempel betekent voor de bereidheid van de patiënt om deze piste aan te vatten of vol te houden. Bovendien is er reeds enige tijd een vraag om een langdurig psychologisch consult bij de huisarts afzonderlijk te honoreren, wat een positieve impuls zou kunnen geven aan de tijdsbesteding bij depressieve patiënten.

Anders ligt het bij een patiënt met een echte depressie, een ziekte die een nog grondiger, diepgaandere aanpak vergt. Een aanpak waar wel degelijk antidepressiva essentieel en noodzakelijk zijn. Het positieve effect van deze medicatie begint zich pas te manifesteren na enkele weken en volgens de Evidence Based Medicin mag er niet gestopt worden na deze responsperiode, doch dient een medicamenteuze behandeling door te gaan tot volledige remissie van de ziekte. Dit kan minimaal drie tot zes maanden duren, en dient soms gedurende jaren te worden volgehouden. Zeker een depressie vergt een multidisciplinaire aanpak. Naast de ondersteuning door de huisarts, is het advies van een psychiater en desgevallend van een psycholoog zeker aangewezen.

Het is aan de overheid om dringend werk te maken van een afzonderlijk ereloon voor een psycho-ondersteunende...

Mentale gezondheid is van zeer groot belang. Het is het psychisch en fysiek evenwicht op de balans tussen mentale belasting en psychische draagkracht, twee factoren die sterk worden beïnvloed door de individuele eigenheid van elke persoon enerzijds, en anderzijds door de leefwereld, de maatschappelijke druk van de thuissituatie, de relatie en de werksituatie . In deze context dienen ook de maatschappelijke factoren in overweging genomen te worden. We leven immers met z'n allen in een enorme voorthollende wereld waar tijdsbesteding, timemanagement, prestatiedruk en efficiëntie de voornaamste drijfveren zijn , en we vergeten dat dit enorm belastend is voor heel veel mensen, een stress die verwoestend werkt op het welzijn en wel voelen in onze moderne maatschappij.

Samenvattend is het te betreuren dat het alweer de huisarts is die opnieuw met de vinger wordt gewezen. De huisarts, die doorgaans zijn patiënt zo goed mogelijk, met de middelen en de mogelijkheden waarover hij beschikt, probeert door dergelijke moeilijke emotionele depressieve periodes te loodsen. Het is aan de overheid om dringend werk te maken van wat reeds is aangehaald. Een afzonderlijk ereloon voor een psycho-ondersteunende en iets meer tijd vergende raadpleging, en een terugbetaling van de raadpleging bij een psycholoog die heel erg drempelverlagend kan werken. Op deze manier kan er een nieuwe haalbare aanpak komen, een nieuwe cultuur van de behandeling van depressieve patiënten .

Ten slotte is het ook aan de overheid om een algemeen kader te scheppen waarbij iedereen, werkgever en werknemer in een aangename werkomgeving zijn job kan uitvoeren. Werken moet voldoening geven, er moet meer arbeidsvreugde zijn en dit loopt momenteel in veel gevallen mis door de te hoge eisen die aan de mensen, onze patiënten worden gesteld. Denk aan onze balans, het evenwicht tussen belasting en draagkracht. De maatregelen van Kris Peeters en het debat er over om te komen tot meer werkbaar werk op de werkvloer geven alvast de goede richting aan.

Met deze maatregelen kan de overheid ook budgettair voordeel halen. Minder antidepressiva, een menselijker aanpak, een snellere genezing, minder arbeidsongeschiktheid en snellere reïntegratie in het maatschappelijk gebeuren. Win-win voor alle betrokkenen.

Depressief, neerslachtig, moedeloos, terneergeslagen of verdrietig zijn is een diep menselijke emotie, een gevoelen dat elk van ons kan en ooit zal ervaren. Dit na een psychisch trauma zoals een overlijden van een geliefde, een relatiebreuk, een periode van burn-out, een of andere tegenslag of aanhoudende stress. Zich depressief voelen is een symptoom, geen ziekte op zich, en vergt dan ook een andere aanpak dan de depressie, de echte ziekte.Een depressie daarentegen, is een ziekte, waarbij de patiënt in een aanhoudende toestand van depressie verkeert, een toestand van het niet meer zien zitten. Hij moet voortdurend vechten tegen een enorme druk, die hij niet meer aankan. Hij kan niet meer normaal functioneren, noch in zijn thuissituatie, noch in de werkkring, noch in zijn sociale contacten. Het haalt zijn hele emotionele leven onderuit , zowel van binnen uit als van buiten uit. De balans is totaal uit evenwicht. Soms is de eigen draagkracht sterk verminderd, soms is de belasting te hoog, of zijn beide, draagkracht en belasting verstoord. Het gezonde evenwicht is totaal zoek.Deze twee diverse gezondheidstoestanden zijn totaal verschillend en vergen dan ook een totaal andere aanpak. In beide situaties zal meestal de huisarts, de vertrouwensarts, het eerste aanspreekpunt zijn, soms door de patiënt zelf, soms onrechtstreeks via de partner of een ander familielid. Belangrijk is dat elke patiënt zijn eigen verhaal moet kunnen ventileren, dat hij gehoord wordt en dat er voldoende naar hem geluisterd wordt. Dit vergt soms veel tijd, luisterbereidheid, en een houding van empathie, van kennis en kunde om zich in te leven in de gevoelens en belevenissen van de patiënt. Een wereld waarin hij het heel moeilijk heeft met zichzelf, met zijn omgeving, zijn thuissituatie , zijn werksituatie, tout court, zijn leefwereld. Het is een cliché doch het tijdsgebrek bij de huisarts is veelal een realiteit. En, ja, er wordt dikwijls al te snel een psychofarmacum, een antidepressivum voorgeschreven, en helaas heel vaak in een situatie waarbij de patiënt alleen wat depressief was, maar niet aan een echte depressie lijdt. In deze fase zou een multidisciplinaire aanpak, waarbij o.a. een psycholoog bij betrokken kan worden een heel grote stap voorwaarts zijn in de optimale aanpak. Hierbij zouden beiden, vertrouwensarts of huisarts en de psycholoog samen voor begeleiding, sturing en advies kunnen zorgen . In veel gevallen en omstandigheden kan er een gunstig klimaat geschapen worden waarbij de patiënt inzicht krijgt in zijn emoties en in zijn gevoelsleven, en zijn verhaal met zijn gevoelens kan plaatsen. Psychofarmaca zijn meestal hier uit den boze. Opvolging, inzicht en plaatsing zijn primordiaal. Tezelfdertijd is er tijd voor de verwerking van de oorzaak van dit depressief syndroom of symptoom. In de boodschap van de Minister, die zelf huisarts is, waren het weerom de huisartsen die met alle zonden van Israël de woestijn worden ingestuurd. Ze nemen te weinig tijd, schrijven te veel antidepressiva voor en een niet-medicamenteuze behandeling, o.a. een samenwerking met een psycholoog, wordt onvoldoende overwogen. Helaas wordt de raadpleging bij een psycholoog onvoldoende terugbetaald, wat betekent dat een opvolging gedurende enkele maanden bij een psycholoog per raadpleging al rap 50 tot 60 euro kost, wat een enorme drempel betekent voor de bereidheid van de patiënt om deze piste aan te vatten of vol te houden. Bovendien is er reeds enige tijd een vraag om een langdurig psychologisch consult bij de huisarts afzonderlijk te honoreren, wat een positieve impuls zou kunnen geven aan de tijdsbesteding bij depressieve patiënten.Anders ligt het bij een patiënt met een echte depressie, een ziekte die een nog grondiger, diepgaandere aanpak vergt. Een aanpak waar wel degelijk antidepressiva essentieel en noodzakelijk zijn. Het positieve effect van deze medicatie begint zich pas te manifesteren na enkele weken en volgens de Evidence Based Medicin mag er niet gestopt worden na deze responsperiode, doch dient een medicamenteuze behandeling door te gaan tot volledige remissie van de ziekte. Dit kan minimaal drie tot zes maanden duren, en dient soms gedurende jaren te worden volgehouden. Zeker een depressie vergt een multidisciplinaire aanpak. Naast de ondersteuning door de huisarts, is het advies van een psychiater en desgevallend van een psycholoog zeker aangewezen. Mentale gezondheid is van zeer groot belang. Het is het psychisch en fysiek evenwicht op de balans tussen mentale belasting en psychische draagkracht, twee factoren die sterk worden beïnvloed door de individuele eigenheid van elke persoon enerzijds, en anderzijds door de leefwereld, de maatschappelijke druk van de thuissituatie, de relatie en de werksituatie . In deze context dienen ook de maatschappelijke factoren in overweging genomen te worden. We leven immers met z'n allen in een enorme voorthollende wereld waar tijdsbesteding, timemanagement, prestatiedruk en efficiëntie de voornaamste drijfveren zijn , en we vergeten dat dit enorm belastend is voor heel veel mensen, een stress die verwoestend werkt op het welzijn en wel voelen in onze moderne maatschappij. Samenvattend is het te betreuren dat het alweer de huisarts is die opnieuw met de vinger wordt gewezen. De huisarts, die doorgaans zijn patiënt zo goed mogelijk, met de middelen en de mogelijkheden waarover hij beschikt, probeert door dergelijke moeilijke emotionele depressieve periodes te loodsen. Het is aan de overheid om dringend werk te maken van wat reeds is aangehaald. Een afzonderlijk ereloon voor een psycho-ondersteunende en iets meer tijd vergende raadpleging, en een terugbetaling van de raadpleging bij een psycholoog die heel erg drempelverlagend kan werken. Op deze manier kan er een nieuwe haalbare aanpak komen, een nieuwe cultuur van de behandeling van depressieve patiënten . Ten slotte is het ook aan de overheid om een algemeen kader te scheppen waarbij iedereen, werkgever en werknemer in een aangename werkomgeving zijn job kan uitvoeren. Werken moet voldoening geven, er moet meer arbeidsvreugde zijn en dit loopt momenteel in veel gevallen mis door de te hoge eisen die aan de mensen, onze patiënten worden gesteld. Denk aan onze balans, het evenwicht tussen belasting en draagkracht. De maatregelen van Kris Peeters en het debat er over om te komen tot meer werkbaar werk op de werkvloer geven alvast de goede richting aan. Met deze maatregelen kan de overheid ook budgettair voordeel halen. Minder antidepressiva, een menselijker aanpak, een snellere genezing, minder arbeidsongeschiktheid en snellere reïntegratie in het maatschappelijk gebeuren. Win-win voor alle betrokkenen.