Jules François wordt geboren in het Limburgse Gingelom op 24 mei 1907. Zijn officiële voornaam was Emile, maar reeds als kind werd hij als Jules aangesproken. Zijn vader was als apotheker in Gingelom gevestigd.
...
Na de Eerste Wereldoorlog verhuist de familie naar Maasmechelen waar Jules François zijn humaniora doorloopt aan het College Sint-Rochus in Courrière. Zijn hogere studies volgt hij aan de Katholieke Universiteit Leuven waar hij in 1930 afstudeert als dokter in de genees-, heel- en verloskunde.Dokter François werkt een tijd op de dienst oogheelkunde van Leuven maar zijn relaties met professor Vander Straeten zijn niet hartelijk. Hij verlaat dan ook Leuven en zet zijn opleiding tot oogarts tussen 1931 tot 1933 verder in Bergen bij dokter Lebas en in het Parijse Hôpital Necker-Enfants Malades. In 1933 vestigt hij zich in Charleroi waar hij in korte tijd een drukke praktijk opbouwt als oogarts.Het onderzoek voor zijn aggregaatsthesis over de immunologie van lensopaciteiten bij het konijn, voert Jules François thuis uit. In 1942 behaalt hij de titel van Geaggregeerde voor het Hoger Onderwijs. Wanneer de Gentse professor Van Canneyt in 1948 als enig slachtoffer overlijdt bij een treinongeval in het Spaanse Arcos-de-Jalon, is François zijn opvolger. Dokter François treft op de dienst twee medewerkers en een verouderde apparatuur aan. Dankzij zijn immense werkkracht zal hij de dienst in enkele jaren uitbouwen tot een centrum met internationale faam.Jules François stimuleert het wetenschappelijk onderzoek, creëert laboratoria voor biochemie, oftalmopathologie, visuele functies en oculaire electrofysiologie. Verscheidene van zijn medewerkers van het eerste uur (Rabaey, Verriest, De Rouck) zullen een internationale reputatie verwerven. Telkens een nieuwe techniek beloftevol lijkt, stelt François een jonge medewerker aan om zich deze techniek eigen te maken. De assistent moet met het nieuwe apparaat zijn plan maar trekken.Al zeer vroeg interesseert François zich ook voor de oftalmogenetica. Hij richt één van de eerste centra medische genetica op dat hij toevertrouwt aan Maria Matton. De dienst Oogheelkunde is één van de eerste centra dat beschikt over een Xenon fotocoagulator en het eerste Europese centrum dat Argon laser fotocoagulatie introduceert.François publiceert tijdens zijn carrière niet minder dan 34 boeken en 1.800 artikels, over alle takken van de oftamologie. Hij is een echte encyclopedist. Zijn wetenschappelijke productie overloopt vrijwel de volledige oogheelkunde. Derrick Vail zal schrijven dat degenen die zijn werken verzamelen beschikken over een Encyclopédie Françoise d'Ophtalmologie naast de door de oogartsen goed bekende Encyclopédie française d'Ophtalmologie.Hij houdt eraan zo volledig mogelijk te zijn en weinigen hebben de bibliografie zo grondig uitgediept als hij. Zijn boeken verzameling groeit uit tot één van de rijkste oftalmologische bibliotheken ter wereld.Na zijn dood wordt zijn bibliotheek overgemaakt aan de Stichting Jules François en krijgt ze een plaats op de dienst Oogheelkunde.Professor François is een uitzonderlijke leermeester en zijn faam lokt heel wat buitenlanders naar Gent. De lijst van alumni van de Gentse Oogheelkundige Kliniek telt meer dan 100 namen afkomstig uit 33 landen. Van Gent maakt hij een internationale ontmoetingsplaats voor oogartsen. Niet alleen oogheel kundigen maar ook patiënten komen van over de hele wereld advies vragen bij François. Hij is immers een uitstekende clinicus en een handige oogchirurg.François is tevens een diplomaat die begrijpt dat het essentieel is internationale contacten te leggen. Hij wordt een drijvende kracht in het internationale netwerk van oogheelkundigen. Achtereen volgens is hij secretaris-generaal, voorzitter en tenslotte voorzitter voor het leven van de International Council of Ophthalmology en van de Europese Vereniging voor Oogheel kunde. In 1975 sticht hij de Academia Ophthalmologica Internationalis.Zijn internationale naam en faam worden geïllustreerd door zijn vele lidmaatschappen. François is lid of erelid van meer dan 120 wetenschappelijke verenigingen. Hij is onder meer lid en gewezen voorzitter van de Académie Royale de Médecine de Belgique, erelid van de Vlaamse Koninklijke Academie voor Geneeskunde, lid van de Académie de Médecine de France en van de Deutsche Akademie der Naturforscher Leopoldina. Hij ontvangt van maar liefst 21 universiteiten een eredoctoraat en talloze medailles waaronder de Gonin medaille, de belangrijkste onderscheiding in de oogheelkunde. In 1982 wordt hij tot de adelstand verheven en krijgt hij de titel van baron.In 1977 wordt hij emeritus. Dat betekent niet het einde van zijn professionele activiteiten. Hij volgt zichzelf nog twee jaar op. Tot zijn overlijden onderhoudt hij internationale contacten en publiceert hij artikels. Jules François overlijdt op 13 augustus 1984 op 77-jarige leeftijd op vakantie in het Zwitserse Zermatt. Hij werkte er aan wat zijn laatste publicatie zou worden.