De tijd van jaarlijkse rapporten voor de studenten zit erop. Menig leerkracht bedient zich van het zinnetje 'Dat kan beter' als het resultaat niet is wat men ervan verhoopte.

Maar graag gebruik ik day zinnetje in de context van een studie die recentelijk uitkwam. Het VLOZO (Vlaams Onafhankelijk Zorgnetwerk) heeft samen met het Centre for Applied Data Science (CADS) van HoGent, een simulatietool ontwikkeld om te berekenen hoeveel plaatsen tekort zullen zijn binnen 10 jaar in de woonzorgcentra bij ongewijzigd beleid.

Het resultaat is pijnlijk: 48 000. Tekorten in de zorg zijn helaas geen nieuws meer. Maar het zwart op wit zien staan moet toch de wenkbrauwen doen fronsen.

De tijd van stoffige muffe kloostergangen kunnen we hopelijk achter ons laten.

Toegegeven, niet iedereen wil naar een woonzorgcentrum, maar los daarvan is de evolutie van de ouderenzorg naar bijna halve mid-care afdelingen - waar je als gemiddelde huisarts ook al eens moet toegeven dat het om gespecialiseerde zorg gaat - al een tijdje bezig. Dus moet de vraag rijzen: wat nu?

Verderdoen op dezelfde manier is niet de oplossing. Einstein zei reeds dat je het probleem niet kan oplossen op het niveau dat het zich stelde. Dus wat dan wel? Andere zorg... Moeten we het zorg noemen? Of is het ondersteuning?

Feit is dat heel wat mensen niet naar een woonzorgcentrum willen en dat er grote hiaten zijn in het zorgcontinuüm. Dan hebben we zonet twee mogelijke oplossingen laten opborrelen: de hiaten opvullen in het continuüm (wat niet noodzakelijk altijd zorggerelateerde vragen zijn) of ervoor zorgen dat meer mensen naar een WZC willen. En dat kan beter...

De tijd van stoffige muffe kloostergangen met cellen, euh, ik bedoel kamers, kunnen we hopelijk achter ons laten. Wat ik merk door langs te gaan bij zorginstellingen, is dat er een groeiend belang is voor zorgarchitectuur. Moderne inrichting, frisse kleuren, aangenaam licht, comfortabel meubilair,...

Sinds enige maanden ben ik bestuurder bij PRoF, een denktank rond architecturale innovatie in de zorg als antwoord op maatschappelijke uitdagingen. Ik vind het frappant dat wat we ondertussen als vanzelfsprekend beschouwen (omdat we diep in de materie zitten vermoedelijk), bij bezoeken van zorginstellingen nog steeds wordt onthaald met wauw en ooh's. Terwijl het echt niet de grote revolutie moet zijn.

Ik was vorige week nog te gast bij Dunecluze, een woonzorgcentrum in Oostduinkerke. Frisse ruimtes, prachtige renovatie, assistentiewoningen waar ik zo zelf zou intrekken, ook al heb ik geen zorgbehoefte. Het ademt niet 'zorg'. Het is een niet-stigmatiserende omgeving. Het voelt meer als een hotel, een levende gemeenschap, dan een duffe omgeving. Begrijp me niet verkeerd, alle zorg is nog steeds aanwezig. Alleen... het voelt... anders.

Wat is er dan nodig? Een beetje goeie wil, visie, leiderschap en creativiteit. Meer niet. Het kan wel degelijk beter...

De tijd van jaarlijkse rapporten voor de studenten zit erop. Menig leerkracht bedient zich van het zinnetje 'Dat kan beter' als het resultaat niet is wat men ervan verhoopte. Maar graag gebruik ik day zinnetje in de context van een studie die recentelijk uitkwam. Het VLOZO (Vlaams Onafhankelijk Zorgnetwerk) heeft samen met het Centre for Applied Data Science (CADS) van HoGent, een simulatietool ontwikkeld om te berekenen hoeveel plaatsen tekort zullen zijn binnen 10 jaar in de woonzorgcentra bij ongewijzigd beleid.Het resultaat is pijnlijk: 48 000. Tekorten in de zorg zijn helaas geen nieuws meer. Maar het zwart op wit zien staan moet toch de wenkbrauwen doen fronsen.Toegegeven, niet iedereen wil naar een woonzorgcentrum, maar los daarvan is de evolutie van de ouderenzorg naar bijna halve mid-care afdelingen - waar je als gemiddelde huisarts ook al eens moet toegeven dat het om gespecialiseerde zorg gaat - al een tijdje bezig. Dus moet de vraag rijzen: wat nu?Verderdoen op dezelfde manier is niet de oplossing. Einstein zei reeds dat je het probleem niet kan oplossen op het niveau dat het zich stelde. Dus wat dan wel? Andere zorg... Moeten we het zorg noemen? Of is het ondersteuning? Feit is dat heel wat mensen niet naar een woonzorgcentrum willen en dat er grote hiaten zijn in het zorgcontinuüm. Dan hebben we zonet twee mogelijke oplossingen laten opborrelen: de hiaten opvullen in het continuüm (wat niet noodzakelijk altijd zorggerelateerde vragen zijn) of ervoor zorgen dat meer mensen naar een WZC willen. En dat kan beter... De tijd van stoffige muffe kloostergangen met cellen, euh, ik bedoel kamers, kunnen we hopelijk achter ons laten. Wat ik merk door langs te gaan bij zorginstellingen, is dat er een groeiend belang is voor zorgarchitectuur. Moderne inrichting, frisse kleuren, aangenaam licht, comfortabel meubilair,... Sinds enige maanden ben ik bestuurder bij PRoF, een denktank rond architecturale innovatie in de zorg als antwoord op maatschappelijke uitdagingen. Ik vind het frappant dat wat we ondertussen als vanzelfsprekend beschouwen (omdat we diep in de materie zitten vermoedelijk), bij bezoeken van zorginstellingen nog steeds wordt onthaald met wauw en ooh's. Terwijl het echt niet de grote revolutie moet zijn. Ik was vorige week nog te gast bij Dunecluze, een woonzorgcentrum in Oostduinkerke. Frisse ruimtes, prachtige renovatie, assistentiewoningen waar ik zo zelf zou intrekken, ook al heb ik geen zorgbehoefte. Het ademt niet 'zorg'. Het is een niet-stigmatiserende omgeving. Het voelt meer als een hotel, een levende gemeenschap, dan een duffe omgeving. Begrijp me niet verkeerd, alle zorg is nog steeds aanwezig. Alleen... het voelt... anders.Wat is er dan nodig? Een beetje goeie wil, visie, leiderschap en creativiteit. Meer niet. Het kan wel degelijk beter...