Twee jaar geleden schreef ik al eens een opiniestuk over de screening op darmkanker. Nu willen de vzw Stop Darmkanker en de winkelketen Kruidvat ons volledig aan het doe-het-zelven krijgen in maart, de Internationale Darmkankermaand, met een stoelgangtest.
Deze shitty friends willen vooral personen jonger dan 50 jaar bereiken, zijnde de leeftijd voorafgaand aan het bevolkingsonderzoek van de overheid (50+). Het stokpaardje van dr. Colemont, de oprichter van de vzw Stop Darmkanker die, in navolging van de American Cancer Society, de leeftijd van 45 jaar naar voren schuift om screening te starten). Dit is nu al het geval in de Verenigde Staten van Amerika en Australië. In Nederland daarentegen wordt er pas gestart vanaf 55 jaar.
Er zijn inderdaad recente publicaties die early-onset colorectal cancer vóór de leeftijd van 50 jaar in de kijker plaatsen (Sung et al., Lancet Oncology, 2025). De cijfers van de periode 2001-2019 van de Belgian Cancer Registry laten zien dat 1 op 20 darmkankers bij personen jonger dan 50 jaar gevonden wordt, en niet 1 op 10 zoals Dr. Colemont aangeeft.
Bij herhaalde screening worden vooral de minder kwaadaardige tumoren gevonden.
Zijn de zelftesten van de drogist wel betrouwbaar genoeg om in te zetten bij vroegdiagnostiek, zeg maar de screening naar darmkanker? Is de zelftest inderdaad een welgekomen aanvulling op het bevolkingsonderzoek van de overheid?
Vroegtijdige diagnose door screening lijkt soms de overleving te verbeteren (lead time), zoals vaak wordt geponeerd. De 5-jaarsoverleving wordt vanzelf beter. Toch moet rekening gehouden worden met lead time bias: de echte prognose wordt niet beïnvloed, het is een illusie. De echte survival time verandert niet door de tumor eerder aan te tonen.
Screening spoort namelijk vooral tumoren op met lange(re) lead-time. Tumoren die ontdekt worden tussen de screeningrondes (intervaltumoren) zijn agressiever dan de tumoren die bij periodieke screening gevonden worden. Hoe hoger de kwaadaardigheid (agressiviteit), hoe korter de lead time is. Bij herhaalde screening worden vooral de minder kwaadaardige tumoren gevonden.
Een goede kankerscreening bij asymptomatische personen dient daarom te voldoen aan welgedefinieerde criteria. Deze zijn: het moet een belangrijk medisch probleem zijn, het natuurlijk verloop en de epidemiologie moeten gekend zijn. Daarenboven moet de gebruikte screeningstest veilig, eenvoudig, accuraat, valide en acceptabel zijn, wat hier het geval zou kunnen zijn. Ik vond echter geen cijfers terug van de oh zo belangrijke predictieve waarde van een positieve test, alsook van een negatieve test.
De pro's en contra's dienen dus zorgvuldig afgewogen te worden. De voordelen (het ontdekken van kanker in een vroeg stadium en de preventie van progressie van precancereuze poliepen naar kanker) en de risico's zoals 'vals alarm', overdiagnose, overbehandeling, vals gevoel van veiligheid, ten onrechte geruststelling door missen van de kanker (vals positieve test), extra onderzoeken (coloscopie) dienen steeds grondig onderzocht te worden en gecommuniceerd te worden naar de betrokkenen.
Een goede screeningstest bij frequent optredende kankers kan een goed resultaat opleveren en kosteneffectief zijn. Of dit voor de 45-50 jarigen het geval is, met een lage "a priori kans" valt nog te bezien. Een gepersonaliseerde screening, zijnde gebaseerd op het individueel risico bepaald door een arts, blijft mijns inziens de gouden standaard.