Huisarts en academisch consulent Volksgezondheid & Eerstelijnszorg UGent.
Naar aanleiding van de coronacrisis, schrijft dr. Marc Cosyns een literaire vervolgcolumn over het wel en wee in een woonzorgcentrum, en dit vanuit verschillende perspectieven. In deze aflevering pent hij de ervaringen neer van een palliatief verpleegkundige.
"In de eerste weken dat wij hier zoveel zieken en de eerste vermeende covid-overlijdens hadden en ik op televisie de sterftecijfers zag in de ziekenhuizen, riep ik bijna tegen mijn televisie: waar zijn de rusthuizen? Jullie vergeten onze woonzorgcentra. Het virus zit ook daar! Dat leek zo'n blinde vlek", zegt Hanne Vandewalle nog zichtbaar aangedaan, vijf weken later.
Sinds 1 december 2019 werkt ze als palliatief verpleegkundige in 'Ter Rive'. Een bewuste keuze, zowel van haar als van 'Ter Rive'. Een woonzorgcentrum is verplicht iemand van het personeel extra tijd en middelen te geven als palliatief referente in functie van het aantal residenten. Sommige woonzorgcentra opteren voor een specifiek opgeleide palliatief verpleegkundige die men financiert met eigen middelen.
Hanne wou haar functie geleidelijk aan en in samenspraak met al het personeel en alle bewoners inhoud en vorm geven. Palliatieve zorg vindt ze een zaak van bewustwording en competentieopbouw, in samenwerking met bestaande zorgpartners zoals de multidisciplinaire begeleidingsequipe voor palliatieve thuiszorg.
Ze was in 'Ter Rive' al bekend. Twee jaar geleden werkte ze er als geriatrisch verpleegkundige. Ze kreeg toen al de functie van palliatief referente, maar ze wou nog andere ervaringen en uitdagingen. Twee jaar 'draaide ze mee' in het Woon- en Zorgresidentie 'den Anker' te Serskamp, een voorbeeld van kleinschalige zorg in woongemeenschappen. "Voorbij het moeten, ligt het ontmoeten, wanneer we op die manier zorg verlenen dat het de ander goed doet", was de ervaring die ze mee wou nemen en integreren.
Een verademing was het toen er eindelijk mocht getest worden bij alle wzc-bewoners en het personeel
Ze had nooit kunnen denken dat ze vier maanden later in volle viruscrisis de taak van teamcoach zou moeten vervullen: "Die collega was ziek geworden, zoals zovele anderen in de loop van die catastrofale laatste week van maart. De hoofdverpleegkundige van ons zusterwoonzorgcentrum 'Ter Hovingen' is me komen helpen en moest zich voltijds bezighouden met werkplanningen op te maken. Op een bepaald moment was er voor de vroegdienst maar een van de elf zorgkundigen paraat. Dat moet je dan invullen met interims, jobstudenten, vrijwillig of vrijgesteld werkende van andere woonzorgcentra. De solidariteit, hun inzet was groot maar het bracht extra andere moeilijkheden mee omdat de bewoners deze nieuwe mensen niet kenden. In een periode waarin ze hun familie, vrienden, kennissen niet mochten zien bracht dit extra stress teweeg."
Eind maart mocht men in 'Ter Rive' vijf (5!) covid-testen uitvoeren bij bewoners. "We moesten kiezen bij wie. We schaalden van volgens ons onmogelijk tot bijna zeker. Alle vijf waren ze positief. Dit hadden we nooit verwacht. De kamer voorzien als quarantaine voor de eerste positief getesten was meteen te klein. Die dag zelf stierf een positief geteste bewoner van wie we het niet verwacht hadden. Het kan zo snel gaan! Het bracht ons in paniek. Zoveel mensen op zo'n korte tijd met symptomen zonder de geldende criteria van hoesten en koorts. Zoveel mensen met extra zorgnood die we niet konden bieden noch wat betreft geschoold personeel noch wat betreft materiaal, zoals zuurstof, pijnpompen."
Samen met de CRA Bart Van De Velde en professor Nele Van Den Noortgate van het UZ Gent spraken ze af om bewoners naar het ziekenhuis te laten transfereren, om de chaotische situatie te ontlasten. Ik maakte een lijst van bewoners die in aanmerking kwamen om dit nog te doorstaan. Rekening houdend met vroeger opgemaakte vroegtijdige zorgplanning, de wensen van de familie en in de mate van het mogelijke met de patiënten zelf. "De ouders van de dochter die je interviewde had ik ook aangeduid. Het betekent een enorme emotionele impact die je opzij moet zetten. Een opluchting als je nadien hoort dat het beter gaat."
Een verademing was het toen er eindelijk mocht getest worden bij alle bewoners en personeel. "De stagiairs geneeskunde waren redders in nood. Ik ben achteraf blij dat Pano (*) erbij was als ik nu hoor hoe kijkers erop reageren. Zij die geen mensen kennen die in de zorg werken of ziek zijn, beseffen pas waarom al die maatregelen nodig zijn als ze zulke beelden zien."
Wat doe je als er zo veel personeel te weinig is en je hier echt nodig bent?
Sinds 21 april is de teamcoach terug aan het werk en ondertussen vele andere collega's. In de laatste tien dagen slechts één extra overlijden. "24 overlijdens bij 96 bewoners die we telden op 23 maart. Als je de patiënte van dokter Van De Velde op die dag er nog bijtelt, kom je aan 25. Van haar zullen we het nooit weten. Zij is niet geregistreerd als covid. Hadden we toen al kunnen testen!", zucht ze nogmaals.
Hanne is zelf positief getest die 9de april, maar ze bleef verder werken. "Wat doe je als er zoveel personeel te weinig is en je hier echt nodig bent?" Behalve een paar dagen reukverlies had ze niets gevoeld. "Anosmie is nog geen erkend symptoom door de WHO, alhoewel de Federatie van neus-keel-oorartsen erop aandringt", vertel ik haar. Ze lacht: "Soms heb ik de indruk dat we zo weinig wisten maar dat men ook zo weinig luisterde naar het werkveld. Iedere dag nieuwe richtlijnen boven onze hoofden genomen, maar testen was niet nodig... Je voelt je schuldig want wie heb je ondertussen zelf besmet?"
In haar privéleven veranderde haar covid-positief zijn niets. Haar lief en dochtertje bleef ze knuffelen want die zouden ondertussen toch al lang besmet zijn en de hygiënische maatregelen pasten ze al weken rigoureus toe. Misschien voelen ze zich als jonge gezonde volwassenen overmoedig, denk ik als pas gepensioneerde die ondertussen ook maar blijft voortwerken.
Ik zie dat ook bij onze zonen die zich op allerlei manieren engageren. Je wil niet stilstaan bij het feit dat een onbekende immuniteitsstoornis of genetische variatie je ook fataal kan worden. Je wil vooruit en doorgaan, op adrenaline zoals bij Hanne en zoveel andere zorgverleners.
Op het moment van schrijven is het maandag 27 april en de cohortering is helemaal rond. In de covid-afdeling eten de bewoners nu weer samen en de sfeer 'zoals vroeger' komt stilaan terug. Animatie, kiné, ergo zijn vandaag opgestart. Het personeel laten afstappen van de strikte maatregelen en alleen met masker en handschoenen werken, zonder gelaatsschild en een of twee schorten, lukt voor de meesten nog niet. "Psychologisch te begrijpen, ondanks het gebrek aan materiaal dat weer in vizier komt", zegt Hanne. "Er is nog angst, onverwerkt verdriet en pijn. De volgende stap is hoe we dit verder aanpakken, deze nood aan rouwverwerking."
Samen met de psychologe die instaat voor zingeving en beleving denkt ze na over nieuwe aangepaste rituelen. Zowel voor het personeel als voor de families die vaak moesten afscheid nemen vanop afstand. Verbinding. Gezelschap houden.
De betekenis van gezelschap heeft ze sterk gevoeld in haar vrijwilligerswerk in de palliatieve eenheid in Brugge. Ze wil dat er zo rap mogelijk een quarantainekamer komt waar familie op een veilige maar toch warme manier kan langskomen.
Ik zie het enthousiasme en de gedrevenheid als ze erover vertelt. Hoe houdt ze het vol? Hoe wordt zij omringd?, vraag ik haar. "Misschien is het toch een roeping", glimlacht ze, "en het zit wat in de genen want beide ouders werken in de zorgsector, mijn mama zelfs hier in 'Ter Rive'. En ik heb een fantastisch lief als luisterend oor. En ons dochtertje, dat morgen een jaar wordt! Dus morgen mijn eerste dag verlof. Maar ik weet niet of ik het werk, de bewoners volledig zal kunnen loslaten."
"In de eerste weken dat wij hier zoveel zieken en de eerste vermeende covid-overlijdens hadden en ik op televisie de sterftecijfers zag in de ziekenhuizen, riep ik bijna tegen mijn televisie: waar zijn de rusthuizen? Jullie vergeten onze woonzorgcentra. Het virus zit ook daar! Dat leek zo'n blinde vlek", zegt Hanne Vandewalle nog zichtbaar aangedaan, vijf weken later.Sinds 1 december 2019 werkt ze als palliatief verpleegkundige in 'Ter Rive'. Een bewuste keuze, zowel van haar als van 'Ter Rive'. Een woonzorgcentrum is verplicht iemand van het personeel extra tijd en middelen te geven als palliatief referente in functie van het aantal residenten. Sommige woonzorgcentra opteren voor een specifiek opgeleide palliatief verpleegkundige die men financiert met eigen middelen.Hanne wou haar functie geleidelijk aan en in samenspraak met al het personeel en alle bewoners inhoud en vorm geven. Palliatieve zorg vindt ze een zaak van bewustwording en competentieopbouw, in samenwerking met bestaande zorgpartners zoals de multidisciplinaire begeleidingsequipe voor palliatieve thuiszorg. Ze was in 'Ter Rive' al bekend. Twee jaar geleden werkte ze er als geriatrisch verpleegkundige. Ze kreeg toen al de functie van palliatief referente, maar ze wou nog andere ervaringen en uitdagingen. Twee jaar 'draaide ze mee' in het Woon- en Zorgresidentie 'den Anker' te Serskamp, een voorbeeld van kleinschalige zorg in woongemeenschappen. "Voorbij het moeten, ligt het ontmoeten, wanneer we op die manier zorg verlenen dat het de ander goed doet", was de ervaring die ze mee wou nemen en integreren.Ze had nooit kunnen denken dat ze vier maanden later in volle viruscrisis de taak van teamcoach zou moeten vervullen: "Die collega was ziek geworden, zoals zovele anderen in de loop van die catastrofale laatste week van maart. De hoofdverpleegkundige van ons zusterwoonzorgcentrum 'Ter Hovingen' is me komen helpen en moest zich voltijds bezighouden met werkplanningen op te maken. Op een bepaald moment was er voor de vroegdienst maar een van de elf zorgkundigen paraat. Dat moet je dan invullen met interims, jobstudenten, vrijwillig of vrijgesteld werkende van andere woonzorgcentra. De solidariteit, hun inzet was groot maar het bracht extra andere moeilijkheden mee omdat de bewoners deze nieuwe mensen niet kenden. In een periode waarin ze hun familie, vrienden, kennissen niet mochten zien bracht dit extra stress teweeg."Eind maart mocht men in 'Ter Rive' vijf (5!) covid-testen uitvoeren bij bewoners. "We moesten kiezen bij wie. We schaalden van volgens ons onmogelijk tot bijna zeker. Alle vijf waren ze positief. Dit hadden we nooit verwacht. De kamer voorzien als quarantaine voor de eerste positief getesten was meteen te klein. Die dag zelf stierf een positief geteste bewoner van wie we het niet verwacht hadden. Het kan zo snel gaan! Het bracht ons in paniek. Zoveel mensen op zo'n korte tijd met symptomen zonder de geldende criteria van hoesten en koorts. Zoveel mensen met extra zorgnood die we niet konden bieden noch wat betreft geschoold personeel noch wat betreft materiaal, zoals zuurstof, pijnpompen."Samen met de CRA Bart Van De Velde en professor Nele Van Den Noortgate van het UZ Gent spraken ze af om bewoners naar het ziekenhuis te laten transfereren, om de chaotische situatie te ontlasten. Ik maakte een lijst van bewoners die in aanmerking kwamen om dit nog te doorstaan. Rekening houdend met vroeger opgemaakte vroegtijdige zorgplanning, de wensen van de familie en in de mate van het mogelijke met de patiënten zelf. "De ouders van de dochter die je interviewde had ik ook aangeduid. Het betekent een enorme emotionele impact die je opzij moet zetten. Een opluchting als je nadien hoort dat het beter gaat."Een verademing was het toen er eindelijk mocht getest worden bij alle bewoners en personeel. "De stagiairs geneeskunde waren redders in nood. Ik ben achteraf blij dat Pano (*) erbij was als ik nu hoor hoe kijkers erop reageren. Zij die geen mensen kennen die in de zorg werken of ziek zijn, beseffen pas waarom al die maatregelen nodig zijn als ze zulke beelden zien."Sinds 21 april is de teamcoach terug aan het werk en ondertussen vele andere collega's. In de laatste tien dagen slechts één extra overlijden. "24 overlijdens bij 96 bewoners die we telden op 23 maart. Als je de patiënte van dokter Van De Velde op die dag er nog bijtelt, kom je aan 25. Van haar zullen we het nooit weten. Zij is niet geregistreerd als covid. Hadden we toen al kunnen testen!", zucht ze nogmaals. Hanne is zelf positief getest die 9de april, maar ze bleef verder werken. "Wat doe je als er zoveel personeel te weinig is en je hier echt nodig bent?" Behalve een paar dagen reukverlies had ze niets gevoeld. "Anosmie is nog geen erkend symptoom door de WHO, alhoewel de Federatie van neus-keel-oorartsen erop aandringt", vertel ik haar. Ze lacht: "Soms heb ik de indruk dat we zo weinig wisten maar dat men ook zo weinig luisterde naar het werkveld. Iedere dag nieuwe richtlijnen boven onze hoofden genomen, maar testen was niet nodig... Je voelt je schuldig want wie heb je ondertussen zelf besmet?"In haar privéleven veranderde haar covid-positief zijn niets. Haar lief en dochtertje bleef ze knuffelen want die zouden ondertussen toch al lang besmet zijn en de hygiënische maatregelen pasten ze al weken rigoureus toe. Misschien voelen ze zich als jonge gezonde volwassenen overmoedig, denk ik als pas gepensioneerde die ondertussen ook maar blijft voortwerken. Ik zie dat ook bij onze zonen die zich op allerlei manieren engageren. Je wil niet stilstaan bij het feit dat een onbekende immuniteitsstoornis of genetische variatie je ook fataal kan worden. Je wil vooruit en doorgaan, op adrenaline zoals bij Hanne en zoveel andere zorgverleners.Op het moment van schrijven is het maandag 27 april en de cohortering is helemaal rond. In de covid-afdeling eten de bewoners nu weer samen en de sfeer 'zoals vroeger' komt stilaan terug. Animatie, kiné, ergo zijn vandaag opgestart. Het personeel laten afstappen van de strikte maatregelen en alleen met masker en handschoenen werken, zonder gelaatsschild en een of twee schorten, lukt voor de meesten nog niet. "Psychologisch te begrijpen, ondanks het gebrek aan materiaal dat weer in vizier komt", zegt Hanne. "Er is nog angst, onverwerkt verdriet en pijn. De volgende stap is hoe we dit verder aanpakken, deze nood aan rouwverwerking." Samen met de psychologe die instaat voor zingeving en beleving denkt ze na over nieuwe aangepaste rituelen. Zowel voor het personeel als voor de families die vaak moesten afscheid nemen vanop afstand. Verbinding. Gezelschap houden. De betekenis van gezelschap heeft ze sterk gevoeld in haar vrijwilligerswerk in de palliatieve eenheid in Brugge. Ze wil dat er zo rap mogelijk een quarantainekamer komt waar familie op een veilige maar toch warme manier kan langskomen.Ik zie het enthousiasme en de gedrevenheid als ze erover vertelt. Hoe houdt ze het vol? Hoe wordt zij omringd?, vraag ik haar. "Misschien is het toch een roeping", glimlacht ze, "en het zit wat in de genen want beide ouders werken in de zorgsector, mijn mama zelfs hier in 'Ter Rive'. En ik heb een fantastisch lief als luisterend oor. En ons dochtertje, dat morgen een jaar wordt! Dus morgen mijn eerste dag verlof. Maar ik weet niet of ik het werk, de bewoners volledig zal kunnen loslaten."(*) Met dank aan de makers van 'pano 22 april: De piek' voor het gebruik van de fotostills.Reportage te herbekijken via deze link.
Corona in een woonzorgcentrum: een literaire vervolgcolumn