Huisarts en academisch consulent Volksgezondheid & Eerstelijnszorg UGent.
Naar aanleiding van de coronacrisis, schrijft dr. Marc Cosyns een literaire vervolgcolumn over het wel en wee in een woonzorgcentrum, en dit vanuit verschillende perspectieven. In deze laatste aflevering pent hij de ervaringen neer van enkele bewoners van woonzorgcentrum 'Ter Rive'.
Een foto vanop voldoende afstand mag. "Misschien is dat het enige voordeel van die social distancing. Ze moeten niet zien hoe oud en zo vermagerd ik er uitzie. Ik mag toch nog een fiere vrouw zijn, hé? Zie dat die PETIT BEURRE-kes erbij staan, die blijven ook eeuwig jong. Stel maar scherp op mijn lievelingskoekskes. Ze proberen het hier voor ons zo aangenaam mogelijk te maken en daar zijn die koekjes het symbool van, alhoewel het niet de echte LU zijn. Weet jij hoeveel rondjes er aan die zijkanten zitten?", vraagt ze mij schalks vanuit haar rolstoelzetel.
Ik vrees dat ze mijn onwetende bevragende blik doorheen mijn gelaatsschild ziet, want ze wacht mijn verontschuldigende antwoord niet af: "Tweeënvijftig, de vier hoeken staan voor de seizoenen, en de vierentwintig priempunten betekenen dat ze ieder uur van de dag smaken. Reclametechnieken ken ik maar al te goed vanuit de tijd dat ik mijn man hielp in de apotheek als assistente en Jeanine doetal. Je houdt het niet voor mogelijk want men de mensen aansmeert. 't Zal bij corona nu weer hetzelfde zijn, hoe minder men van iets weet hoe meer men geneigd is die kwakzalvermiddeltjes te kopen. De reclame bepaalt dan welk product en namaak rendeert. Neen, mij moet je niet vertellen dat dé wetenshap clean is, ook zij wordt gecorrumpeerd door het lobbywerk van de big business. Maar ik maak er mij niet meer druk in. Ik zit hier goed."
Mevrouw Jeanine Lammens is 72 jaar oud. Toen haar man op pensioen ging zes jaar geleden en "zij niet meer nodig was", ging zijn voorkeur naar "jonger gerief". Drie jaar geleden viel ze op basis van een onderliggende ziekte. Ze zou rolstoelgebonden blijven en koos daarom om na haar ziekenhuisopname naar 'Ter Rive' te gaan: "Beter voor iedereen en vooral voor mezelf. Ik word hier goed verzorgd en ik kan doen wat ik wil. Ik neem deel aan alle uitstappen, mijn vriendinnen komen op bezoek en met mijn zoon ga ik iedere week op restaurant. Jammer genoeg kan dat nu niet meer. De uitbaatster van het restaurant werkt hier nu als verpleegkundige. 't Was een gezellig weerzien, dat wel, maar ik zie ze liever achter haar toog. Zoals ik mijn zoon liever hier zie in mijn kamer dan door de ruit."
Jeanine woont op het gelijkvloers met zicht op de binnenparking en de muur verfraaid met schilderijen. Ze kan het raam openzetten en op die manier met hem praten. "Hij zou gewoon via het raam kunnen binnenkomen", lacht ze, "maar daarvoor is hij te braaf of hij heeft te veel angst om het ook te krijgen. Ik ben nog altijd covid-positief, maar wel genezen! Drie dagen heb ik blijkbaar in een soort coma gelegen. Ik weet er niets meer van. Mocht ik toen zijn doodgegaan, had ik het niet geweten. Misschien is dat nog de beste manier om hier te vertrekken, want ik spreek niet graag over sterven. Ik ben wel blij dat ik er nog ben. 24 overlijdens op 96 bewoners is toch wel heftig! Ik heb geluk gehad, zeker?!"
Toen ze weer Solitaire op de computer kon spelen en haar schilderijen herkende als eigen werk waar ze fier op mag zijn, wist ze dat het goed zat. "Ja, ik houd van schoonheid. Arte, mijn favoriete zender op televisie brengt soelaas, want soms ben ik het beu. Ondanks dat ik goed alleen kan zijn, verlang ik dat mijn vriendinnen weer op bezoek kunnen komen en dat ik weer buiten kan, op restaurant."
"Ze moeten eens naar ons luisteren"
De heer en mevrouw Paul Grégoire en Denise Segers missen de cafetaria van hun woonzorgcentrum. En de aanpalende binnentuin waar ze met de vrienden samen iets kunnen drinken of een ijsje eten. Zij verblijven op de tweede verdieping die nu als covid-19-positief gecohorteerd is.
Omdat Denise positief was, moesten ze niet verhuizen. "Ja, ik zal het ondertussen waarschijnlijk ook hebben, maar ik voel me prima", glimlacht Paul, "we zijn een gezond stel, al 25 jaar samen. Al vergeet Denise soms wel iets."
"Ja, ik vergeet wel eens iets, maar niet dat we getrouwd zijn in '95 en dat gij de oudste waart!", lachen ze samen. "Ik ben nog verjaard voor corona en gij moet nog verjaren als hopelijk corona achter de rug is. Alle twee van 1934!".
Ik sta versteld. "Denise haar dochter is al 64 en ook al 25 jaar mijn dochter, vanaf et moment dat we trouwden", zegt Paul en ik zie Denise knikken. Hij werkte bij Sabena als 'chef de bureau technique'. Dat was zijn leven in combinatie met de zorg voor zijn moeder, toen zijn vader vroeg gestorven was. Geen tijd voor een relatie. Hij was mentor voor vele studenten die hun eindwerk maakten bij hem op het werk. Bijles wiskunde geven aan die jonge gasten die het thuis wat moeilijk hadden. Je ziet de motivering, het enthousiasme en de voldoening nog altijd in zijn ogen boven de brilmontuur als hij erover vertelt en me aankijkt dwars door mijn gelaatsschild.
Zelfs in deze hectische tijden wil hij weten wie er over de vloer komt of zich aanmeldt als nieuw gezicht in de zorg
Op 6 mei zullen ze hier een jaar wonen in 'Ter Rive'. Na een opname in het ziekenhuis voor evenwichtsstoornissen bleek de eigen woning niet meer haalbaar voor het koppel. De veiligheid en de zorg die Paul nu ervaart voor Denise geeft hem de mogelijkheden zich in te zetten voor de andere bewoners. Hij kent iedereen bij naam, met respect voor wie liever als meneer of mevrouw wil aangesproken worden. Zelfs in deze hectische tijden wil hij weten wie er over de vloer komt of zich aanmeldt als nieuw gezicht in de zorg.
Er wordt aan de deur geklopt en hij vraagt me of het ons gesprek niet zal storen. Hij doet de deur open en ontvangt Carine die vriendelijk vraagt "of ze toch niet stoort": een koffie, een frisdrank, een wijntje. "Heb je rood?" Ze heeft alleen wit maar wil meteen rode halen. Maar dat hoeft niet. Hij wil haar niet overbodig belasten. Denise houdt het bij spuitwater. Hij vindt het jammer dat ik niet met hen kan meedrinken, maar ik duim met mijn latexhandschoen op hun gezondheid.
"Ze doen hier echt alles om het ons zo aangenaam mogelijk te maken in deze quarantainekamer. Ik ben blij dat ik mijn artikels verder kan schrijven voor ons lokale krantje 'De Beuk'." Ik bestel meteen een exemplaar want ik ben benieuwd naar zijn bevindingen over de Wet van Lavoisier die hij heeft uiteengezet.
Paul is en blijft van alles op de hoogte. "Hoe zal het verder verlopen met Brussels Airlines en Lufthansa?", vraagt hij zich af. Hij ziet geen vliegtuigen meer door het raam. Nu is de ruit het communicatiemiddel met hun dochter, via de telefoon. "Niet evident voor Denise die zich meestal beperkt tot uitbundig zwaaien." Ze doet het meteen voor en lacht naar ons. "Het is zoals bij de dochter van het koppel, die je interviewde. Het zijn lieve mensen, maar daar is het meneer die wat vergeet..."
Paul strijkt zijn haren wat naar achter. "Ik ben benieuwd hoe het verder zal evolueren. Wij zullen geen mondmaskers moeten dragen alhoewel mijn vrouw er had kunnen naaien. Ze was naaister van beroep. Ze zouden in haar bedrijf meteen overschakelen van ondergoed naar mondmaskers", lacht hij, maar zij begrijpt het niet. "Voor ons komt het wel goed. Sterven, daar denken we nog niet aan en de quarantaine houden we wel nog even vol. Liever zo dan dat onze dochter hier moet komen zoals een ingepakte ruimtevaarder zoals gij nu. Maar langer dan 18 mei mag het toch niet duren of ik schrijf eigenhandig een brief naar minister Beke, met een oproep aan alle rusthuisbewoners om te ondertekenen. Ze moeten ook eens naar ons luisteren!"
Een foto vanop voldoende afstand mag. "Misschien is dat het enige voordeel van die social distancing. Ze moeten niet zien hoe oud en zo vermagerd ik er uitzie. Ik mag toch nog een fiere vrouw zijn, hé? Zie dat die PETIT BEURRE-kes erbij staan, die blijven ook eeuwig jong. Stel maar scherp op mijn lievelingskoekskes. Ze proberen het hier voor ons zo aangenaam mogelijk te maken en daar zijn die koekjes het symbool van, alhoewel het niet de echte LU zijn. Weet jij hoeveel rondjes er aan die zijkanten zitten?", vraagt ze mij schalks vanuit haar rolstoelzetel. Ik vrees dat ze mijn onwetende bevragende blik doorheen mijn gelaatsschild ziet, want ze wacht mijn verontschuldigende antwoord niet af: "Tweeënvijftig, de vier hoeken staan voor de seizoenen, en de vierentwintig priempunten betekenen dat ze ieder uur van de dag smaken. Reclametechnieken ken ik maar al te goed vanuit de tijd dat ik mijn man hielp in de apotheek als assistente en Jeanine doetal. Je houdt het niet voor mogelijk want men de mensen aansmeert. 't Zal bij corona nu weer hetzelfde zijn, hoe minder men van iets weet hoe meer men geneigd is die kwakzalvermiddeltjes te kopen. De reclame bepaalt dan welk product en namaak rendeert. Neen, mij moet je niet vertellen dat dé wetenshap clean is, ook zij wordt gecorrumpeerd door het lobbywerk van de big business. Maar ik maak er mij niet meer druk in. Ik zit hier goed."Mevrouw Jeanine Lammens is 72 jaar oud. Toen haar man op pensioen ging zes jaar geleden en "zij niet meer nodig was", ging zijn voorkeur naar "jonger gerief". Drie jaar geleden viel ze op basis van een onderliggende ziekte. Ze zou rolstoelgebonden blijven en koos daarom om na haar ziekenhuisopname naar 'Ter Rive' te gaan: "Beter voor iedereen en vooral voor mezelf. Ik word hier goed verzorgd en ik kan doen wat ik wil. Ik neem deel aan alle uitstappen, mijn vriendinnen komen op bezoek en met mijn zoon ga ik iedere week op restaurant. Jammer genoeg kan dat nu niet meer. De uitbaatster van het restaurant werkt hier nu als verpleegkundige. 't Was een gezellig weerzien, dat wel, maar ik zie ze liever achter haar toog. Zoals ik mijn zoon liever hier zie in mijn kamer dan door de ruit."Jeanine woont op het gelijkvloers met zicht op de binnenparking en de muur verfraaid met schilderijen. Ze kan het raam openzetten en op die manier met hem praten. "Hij zou gewoon via het raam kunnen binnenkomen", lacht ze, "maar daarvoor is hij te braaf of hij heeft te veel angst om het ook te krijgen. Ik ben nog altijd covid-positief, maar wel genezen! Drie dagen heb ik blijkbaar in een soort coma gelegen. Ik weet er niets meer van. Mocht ik toen zijn doodgegaan, had ik het niet geweten. Misschien is dat nog de beste manier om hier te vertrekken, want ik spreek niet graag over sterven. Ik ben wel blij dat ik er nog ben. 24 overlijdens op 96 bewoners is toch wel heftig! Ik heb geluk gehad, zeker?!"Toen ze weer Solitaire op de computer kon spelen en haar schilderijen herkende als eigen werk waar ze fier op mag zijn, wist ze dat het goed zat. "Ja, ik houd van schoonheid. Arte, mijn favoriete zender op televisie brengt soelaas, want soms ben ik het beu. Ondanks dat ik goed alleen kan zijn, verlang ik dat mijn vriendinnen weer op bezoek kunnen komen en dat ik weer buiten kan, op restaurant.""Ze moeten eens naar ons luisteren"De heer en mevrouw Paul Grégoire en Denise Segers missen de cafetaria van hun woonzorgcentrum. En de aanpalende binnentuin waar ze met de vrienden samen iets kunnen drinken of een ijsje eten. Zij verblijven op de tweede verdieping die nu als covid-19-positief gecohorteerd is. Omdat Denise positief was, moesten ze niet verhuizen. "Ja, ik zal het ondertussen waarschijnlijk ook hebben, maar ik voel me prima", glimlacht Paul, "we zijn een gezond stel, al 25 jaar samen. Al vergeet Denise soms wel iets.""Ja, ik vergeet wel eens iets, maar niet dat we getrouwd zijn in '95 en dat gij de oudste waart!", lachen ze samen. "Ik ben nog verjaard voor corona en gij moet nog verjaren als hopelijk corona achter de rug is. Alle twee van 1934!".Ik sta versteld. "Denise haar dochter is al 64 en ook al 25 jaar mijn dochter, vanaf et moment dat we trouwden", zegt Paul en ik zie Denise knikken. Hij werkte bij Sabena als 'chef de bureau technique'. Dat was zijn leven in combinatie met de zorg voor zijn moeder, toen zijn vader vroeg gestorven was. Geen tijd voor een relatie. Hij was mentor voor vele studenten die hun eindwerk maakten bij hem op het werk. Bijles wiskunde geven aan die jonge gasten die het thuis wat moeilijk hadden. Je ziet de motivering, het enthousiasme en de voldoening nog altijd in zijn ogen boven de brilmontuur als hij erover vertelt en me aankijkt dwars door mijn gelaatsschild.Op 6 mei zullen ze hier een jaar wonen in 'Ter Rive'. Na een opname in het ziekenhuis voor evenwichtsstoornissen bleek de eigen woning niet meer haalbaar voor het koppel. De veiligheid en de zorg die Paul nu ervaart voor Denise geeft hem de mogelijkheden zich in te zetten voor de andere bewoners. Hij kent iedereen bij naam, met respect voor wie liever als meneer of mevrouw wil aangesproken worden. Zelfs in deze hectische tijden wil hij weten wie er over de vloer komt of zich aanmeldt als nieuw gezicht in de zorg. Er wordt aan de deur geklopt en hij vraagt me of het ons gesprek niet zal storen. Hij doet de deur open en ontvangt Carine die vriendelijk vraagt "of ze toch niet stoort": een koffie, een frisdrank, een wijntje. "Heb je rood?" Ze heeft alleen wit maar wil meteen rode halen. Maar dat hoeft niet. Hij wil haar niet overbodig belasten. Denise houdt het bij spuitwater. Hij vindt het jammer dat ik niet met hen kan meedrinken, maar ik duim met mijn latexhandschoen op hun gezondheid. "Ze doen hier echt alles om het ons zo aangenaam mogelijk te maken in deze quarantainekamer. Ik ben blij dat ik mijn artikels verder kan schrijven voor ons lokale krantje 'De Beuk'." Ik bestel meteen een exemplaar want ik ben benieuwd naar zijn bevindingen over de Wet van Lavoisier die hij heeft uiteengezet. Paul is en blijft van alles op de hoogte. "Hoe zal het verder verlopen met Brussels Airlines en Lufthansa?", vraagt hij zich af. Hij ziet geen vliegtuigen meer door het raam. Nu is de ruit het communicatiemiddel met hun dochter, via de telefoon. "Niet evident voor Denise die zich meestal beperkt tot uitbundig zwaaien." Ze doet het meteen voor en lacht naar ons. "Het is zoals bij de dochter van het koppel, die je interviewde. Het zijn lieve mensen, maar daar is het meneer die wat vergeet..."Paul strijkt zijn haren wat naar achter. "Ik ben benieuwd hoe het verder zal evolueren. Wij zullen geen mondmaskers moeten dragen alhoewel mijn vrouw er had kunnen naaien. Ze was naaister van beroep. Ze zouden in haar bedrijf meteen overschakelen van ondergoed naar mondmaskers", lacht hij, maar zij begrijpt het niet. "Voor ons komt het wel goed. Sterven, daar denken we nog niet aan en de quarantaine houden we wel nog even vol. Liever zo dan dat onze dochter hier moet komen zoals een ingepakte ruimtevaarder zoals gij nu. Maar langer dan 18 mei mag het toch niet duren of ik schrijf eigenhandig een brief naar minister Beke, met een oproep aan alle rusthuisbewoners om te ondertekenen. Ze moeten ook eens naar ons luisteren!"