...

In maart 2020 was Christiaan Decoster drie jaar met pensioen. Toch vroeg de overheid hem om de pandemie mee te bestrijden. "Als eerste, ik zal het nooit vergeten", aldus Decoster, "belde laat op de avond Pedro Facon (*) in opdracht van de ministers Maggie De Block en Philippe De Backer - toen bevoegd voor onder meer telecommunicatie. Hij kende mijn profiel goed en zei: 'We zitten in de miserie. Chris, je moet komen, we hebben u nodig'." Een dag later was het de beurt aan Tom Auwers, voorzitter van de FOD Volksgezondheid namens het voltallige directiecomité. Hij kwam ook bij Decoster thuis. En er volgden nog telefoontjes: van minister De Block zelf ("Chris, we zouden het appreciëren dat je dat zou doen") en van toenmalig kabinetschef Bert Winnen. Decoster liet zich niet pramen. "Ik zei onmiddellijk ja. Ik was op pensioen, maar ben alles blijven volgen en had nog her en der contacten. Ik las nog elke dag het Staatsblad, een bron van informatie, en Artsenkrant, en was dus nog goed op de hoogte. Ik voelde dat ik het moest doen. Het kwam uit mijn binnenste, het was bijna een roeping. Net zoals mijn vader die bij het spoor werkte, leefde ik voor mijn job. Dan doe je dat." Medio maart 2020 nam hij de trein naar Brussel. "Toen ik om 8 uur binnenkwam in de grote hal van het departement herkende ik de mensen direct. En zij mij. Alsof ik nooit was weggeweest, ik voelde me onmiddellijk terug thuis. Met Pedro Facon zijn dan meteen afspraken gemaakt over de verdere gang van zaken." En maanden later, in oktober 2020, belde Jan Bertels, kabinetschef van Frank Vandenbroucke die De Block opvolgde als minister van Volksgezondheid. "We hebben u nodig en willen u een contract geven", zei hij volgens Decoster. "Ik repliceerde dat ik een goed pensioen heb. Waarom is er een contract nodig? Bertels gaf me de opdracht verder te werken aan een aantal grote wetten." Om diverse redenen kwam men bij Decoster terecht. Noch de toen pas benoemde Pedro Facon noch Tom Auwers hadden veel ervaring met crisissen. Decoster was 25 jaar directeur- generaal geweest. "Ik maakte verschillende, zeer uiteenlopende, crises mee met als laatste de terroristische aanslagen in Zaventem en Maalbeek in 2016. Een crisis beheren is een voltijdse opdracht. Je moet je ten volle gooien. Van bij het begin was deze crisis intens en moeilijk." Decoster kende ook het gezondheidszorglandschap als zijn broekzak en lag mee aan de basis van heel wat wetgeving: op de spoeddiensten met MUG en PIT, de dringende medische hulpverlening, IZ-diensten, infectie-eenheden, het rampenplan voor de ziekenhuizen... Een kwarteeuw lang was hij secretaris geweest van de Inter- ministeriële Conferentie waar samenwerkingsakkoorden worden afgesproken. "In de meest diverse domeinen heb ik in totaal 135 protocol-akkoorden gemaakt met de gemeenschappen. Samenwerken loont altijd en overal. Een groep waarop je een beroep kan doen, is belangrijk. Je moet absoluut niet alles zelf doen. Een constante in alle crises is dat mensen zich volledig geven en tot het uiterste gaan. De groepsgeest en de solidariteit komen boven. Ook op de FOD en met de gemeenschappen zat de geest goed." En Decoster kende ook het internationale niveau en was steeds in contact geweest met de WGO - die een heel belangrijke rol speelde door de covidcrisis volgens een complexe procedure af te kondigen. "De Europese Unie was evenmin een onbekende. In principe is de EU niet bevoegd voor gezondheidszorg maar via verordeningen had ze wel een serieuze impact." Concreet vroeg men in maart 2020 aan Decoster om de crisiscel te leiden. "Binnenlandse Zaken regelt de crisis- organisatie op drie niveaus met een beheer-, een informatie- en een evaluatiecel. De informatiecel zorgt voor centraal aangestuurde communicatie zodat die niet disparaat verloopt. Omdat covid een zeer bijzondere crisis was stond de politiek boven de drie niveaus", legt hij uit. "De wet bepaalt ook dat er in het meest betrokken departement naast Binnenlandse Zaken - Volksgezondheid in dit geval - een crisiscel onder leiding van een crisiscoördinator wordt opgericht. Meestal is dat de voorzitter of de secretaris-generaal. Ik heb dat zelf een paar keer gedaan, kende de FOD goed en wist hoe de crisiscel werkt.""Zo legde ik de basis. Tom Auwers was altijd aanwezig op de vergaderingen maar gaf me carte blanche. We werkten goed samen. Dat was nodig want er waren heel wat materiële bezorgdheden waarmee de FOD me moest helpen. Tom zorgde voor een klein, performant secretariaat met jonge gemotiveerde mensen. Een aangenaam groepje, het was mijn steun." Onduidelijk was op dat moment natuurlijk ook hoelang de pandemie zou aanslepen. "Meestal is dat hooguit enkele maanden, ik dacht aan het jaar 2020." Twee belangrijke problemen dienden zich meteen aan. Enerzijds het gebrek aan beschermingsmateriaal zoals maskers en anderzijds de kwetsbaarheid van de rustoorden. "Ziekenhuizen heb ik altijd voorbereid op crises maar de rustoorden waren er begrijpelijkerwijze niet op voorzien", aldus Decoster. Daarnaast vroeg Pedro Facon - "hij voelde zeer goed aan wat er moest gebeuren" - aan Decoster om aangepaste wetgeving uit te werken. "Ik ben jurist en heb alle grote wetten mee helpen schrijven. Ook ik was tot de conclusie gekomen dat dit nodig was. In 2020 maakte ik al heel wat wetgeving, ook naar de artsen toe en dit in nauwe samenwerking met de bevoegde diensten." 2020 was zeer zwaar, getuigt Decoster. "Elke dag ging ik naar Brussel. Er waren dagelijks crisisvergaderingen, één om 8 uur en twee om 18 uur. Als ik thuis kwam, was ik erg moe. Ook als DG vond ik dat je dag en nacht bereikbaar moet zijn. Ik had mijn gsm altijd bij. Dat is heel belangrijk.""Een crisis breekt uit op de meest onverwachte momenten, vaak in het weekend. Je moet je ten volle geven maar je haalt ook vreugde uit de intensiteit van het werk. Als je iets graag doet, dan haal je daar de kracht en dynamiek uit."