...

Met dit initiatief zet Fedris in op de secundaire preventie van burn-out. Omdat het een pilootproject betreft, is de doelgroep beperkt tot contractuele werknemers uit de sectoren van de financiële diensten en van de ziekenhuisactiviteiten en de gemedicaliseerde opvang. Voor de zorgsector gaat het concreet over ziekenhuizen, rust- en verzorgingstehuizen en andere verpleeginstellingen met huisvesting.Professor arbeidsgeneeskunde Lutgart Braeckman (UGent) hielp als wetenschappelijke expert het individuele begeleidingstraject voor Fedris ontwikkelen. "De focus ligt op secundaire preventie: de begeleiding van werknemers die een verhoogd risico lopen om een burn-out te ontwikkelen of al de eerste signalen vertonen. Door vroeg in te grijpen, willen we zoveel mogelijk voorkomen dat mensen effectief in een burn-out belanden."Vooraleer een werknemer in een individueel traject stapt, vindt er een onderhoud plaats met een professionele burn-outbegeleider. "Tijdens een à twee gesprekken wordt de diagnose gesteld", aldus Braeckman. "Is er effectief sprake van een vroegtijdig stadium van een burn-out, dan wordt er een programma op maat van de werknemer uitgetekend. Is er iets anders aan de hand, dan gaat de begeleider na welke andere stappen mogelijk zijn."Een individueel begeleidingstraject bestaat uit verschillende fases en kan tot negen maanden duren. Nadat de arbeidsarts of de huisarts een aanvraag heeft ingediend bij Fedris, worden samen met de werknemer verschillende aspecten geanalyseerd: de werksituatie, emoties, antecedenten, oorzaken... Daarna volgt er psycho-educatie, bijvoorbeeld om beter te leren omgaan met stress. En wie dat wil, kan nog een reeks bijkomende cognitief-gedragstherapeutische of psycholichamelijke sessies volgen.Voor de individuele sessies werkt Fedris samen met een selectie van klinisch psychologen die over de nodige expertise beschikken. Braeckman: "Belangrijk voor ons is dat de zorg wetenschappelijk onderbouwd is. De klinisch psychologen zijn dan ook zorgvuldig gekozen: allemaal hebben ze moeten solliciteren bij Fedris en wie geselecteerd werd, heeft een bij komende opleiding gekregen rond de aanpak van burn-out."In het project wordt niet louter naar het individu gekeken, gaat Braeckman verder. "We hebben ook voorzien in terugkoppeling naar de werkgever. Verplicht is dat niet - de werknemer kiest uiteraard zelf of hij of zij dat wil - maar het is wel raadzaam. Als de werknemer akkoord gaat, wordt samen met de arbeidsarts en bijvoorbeeld met de leidinggevende, een HR-verantwoordelijke... nagegaan welke aanpassingen aan de werkomgeving mogelijk zijn."Niet alles valt natuurlijk op te lossen, weet ook Braeckman. "In sommige gevallen kan de conclusie zijn dat het niet meer lukt bij de huidige werkgever. Het traject van Fedris volstaat dan niet, maar de burn-outbegeleider zal wel samen met de werknemer bekijken waar hij of zij zich terechtkan voor professionele loopbaanbegeleiding."Het pilootproject zal drie jaar lopen en er kunnen tot 1.000 werknemers een begeleidingstraject op maat volgen. Een wetenschappelijk comité staat in voor de begeleiding en de evaluatie van het project. De bedoeling is om na afloop tot een wetenschappelijk onderbouwde aanpak te komen die kan worden uitgerold naar andere doelgroepen en sectoren.In het totaal trekt minister van Volksgezondheid 2,5 miljoen euro voor het project.