"Op de totale doorlooptijd van bloedbuisjes tussen de spoed en het lab klinische biologie levert het hypermoderne buizenpostsysteem in het UZ Gent bijna 15 minuten tijdswinst op. Voor een patiënt met een acuut myocard infarct is dat alvast zeer significant."
...
Aan het woord is professor Veronique Stove, directeur van het lab voor klinische biologie van het Universitair Ziekenhuis Gent. Ze geeft tekst en uitleg bij een weinig opvallende maar erg nuttige innovatie die het ziekenhuis onlangs in gebruik nam.Waar gaat het over? Eind vorig jaar opende het vernieuwde laboratorium voor klinische biologie van het UZ Gent officieel haar deuren. Feitelijk was het nieuwe lab echter al sinds midden 2018 in gebruik.Professor Stove: "Na tien jaar ervaring met een eerste automatisatieplatform investeerden we in een innovatief project voor totale automatisering. Daardoor gebeurt het transport van bloedstalen doorheen het gerenoveerde lab nu via een lusvormig traject van 95 meter. Volautomatisch worden de stalen voorbehandeld, geanalyseerd en nadien gekoeld bewaard in een gerobotiseerde koelkast.""Op zich is dat geen uniek concept", erkent dokter Stove." Daarmee zijn vele laboratoria bezig of ze hebben de stap reeds gezet." Dankzij een jarenlange ervaring met elektronische ordercommunicatie ging het UZ Gent echter nog heel wat verder.Met name trok men de automatisatie door tot op de dienst spoedgevallen. Veronique Stove: "In het UZ bevindt de dienst spoedgevallen zich op een andere verdieping, circa 170 meter verwijderd van het laboratorium. Door de plaatsing van een 'monobuis'-transportsysteem is er nu een rechtstreekse verbinding tussen de spoed en het lab. Dit transportsysteem kan je het beste vergelijken met een tuinslang onder perslucht."Op de spoed laadt een verpleegkundige de buisjes met bloedstalen één voor één in een verzendstation. Twintig tot 25 seconden later komen ze aan in een gerobotiseerde opvangbak. Deze bak plaatst de buisjes voor verdere verwerking onmiddellijk op de transportband. "Met andere woorden," zo vervolgt prof. Stove, "het lab verwerkt en analyseert de bloedbuisjes zonder enige menselijke tussenkomst. In vele gevallen is de spoedverpleegkundige de laatste persoon die het buisje effectief aanraakte. Ook eventuele bijkomende aanvragen voor analyses vanwege de spoedarts kunnen elektronisch geplaatst en volautomatisch uitgevoerd worden."Het UZ Gent nam het systeem met de buizenpost op 1 augustus 2018 in gebruik. Inmiddels vervoerde de 'tuinslang' circa 22.000 buisjes bloed. Professor Stove: "De klok begint te tikken van zodra een spoedarts een aanvraag voor laboratoriumtesten plaatst. In het kader van eventuele vervolgonderzoeken - voor onder meer medische beeldvorming - en om de verblijfstijd van patiënten op de spoed te beperken, is het snel rapporteren van de resultaten van een basispanel van lab-tests essentieel."In het algemeen geldt voor urgente stalen een totale 'turn-around-time' van één uur. "Met andere woorden," licht Veronique Stove toe, "er verloopt een uur tussen het moment dat de arts het order plaatst en het moment waarop de resultaten elektronisch beschikbaar zijn in het elektronisch patiëntendossier. Om dit te halen, moeten de tussenliggende stappen - bloedafname bij de patiënt, etiketteren van de buisjes, transport en ontvangst in het lab, voorbehandeling in het lab, de eigenlijke analyse en validatie en het elektronisch doorsturen van de resultaten - wel zeer efficiënt verlopen."Van dat uur gaat tussen 30 en 45 minuten op aan de analyse in het lab. Veronique Stove: "Daarnaast zijn er bij gebruik van een standaard buizenpost tot aan de registratie in het lab 17 tot 34 minuten nodig. Met de hypermoderne buizenpost in het UZ Gent is dit gereduceerd tot 4 à 21 minuten. Met andere woorden een tijdswinst van net geen kwartier op de totale turn-around-time! Voor een patiënt met een acuut myocardinfarct waarbij 'time is muscle' geldt, is dit alvast significante tijdswinst".Het nieuwe systeem laat dus toe om de rapporteertijd aan de spoed een stuk scherper te stellen. "En daarnaast," aldus een tevreden professor Stove, "wordt de noodzaak aan point-of-care apparatuur op de afdeling spoed hierdoor minimaal gehouden."Vanzelfsprekend hoeft het systeem niet beperkt te blijven tot één dienst. Veronique Stove: "Dit innovatieve transportsysteem heeft zijn degelijkheid intussen bewezen in verschillende buitenlandse ziekenhuizen. In Gent hebben we voorlopig één lijn. Binnenkort investeren we echter in bijkomende connecties. De statistieken over het aantal zendingen met het standaard kokergebaseerde verzendsysteem van elke afdeling naar het lab vormt de leidraad bij onze keuze."