...

Op donderdag 10 november meldde Yassine M. (32) zich bij het politiekantoor in Evere. Hij verklaarde dat hij aan agressie tegen de politie dacht, en psychologisch behandeld wilde worden. Na overleg tussen drie magistraten werd hij overgebracht naar de psychiatrische afdeling van het Saint-Luc ziekenhuis. Daar vertrok hij op eigen initiatief uit de wachtkamer. 's Avonds viel hij een politiepatrouille aan en doodde een 29-jarige agent. Een betere informatie-uitwisseling tussen politie, parket en ziekenhuis had dit tragisch incident wellicht kunnen voorkomen. Het ziekenhuis was niet op de hoogte van het risicoprofiel, en aangezien het niet om een gedwongen opname ging, mocht M. zelf vrijwillig vertrekken zonder dat het parket verwittigd moest worden. Zo'n informatie-uitwisseling kan relatief makkelijk gerealiseerd worden zonder grondige wijzigingen aan de wetgeving, zegt Raf De Rycke. "Vandaag beslist de procureur daar autonoom over. Het zou een formele verplichting moeten worden, uiteraard mits de nodige afspraken over het beroepsgeheim. Alle leden van een multidisciplinair zorgteam van het ziekenhuis moeten voldoende geïnformeerd worden. Als het ziekenhuis in deze casus het risicoprofiel gekend had, had men mogelijk anders gehandeld." Van 2013 tot 2019 zat M. een celstraf uit voor diefstal en diefstal met geweld. Hij werd nadien nog wel gevolgd door het deradicaliseringscentrum Caprev. Dat adviseerde een psychiatrische opvolging. Het probleem is dat België geen specifieke aanpak heeft voor veroordeelden die hun gevangenisstraf hebben uitgezeten en bij wie een psychiatrische aandoening met een duurzaam karakter wordt vastgesteld zonder een ernstige aantasting van het oordeelsvermogen. Die psychiatrische aandoening kan wel een hoog hervalrisico inhouden op het plegen van misdrijven, zegt De Rycke. "In Nederland kent men daarvoor de TBS-klinieken (terbeschikkingstelling)". Minister Van Quickenborne heeft recent een wetsvoorstel uitgewerkt om dat ook in België mogelijk te maken. Het werd al goedgekeurd door de ministerraad. Voor deze nieuwe categorie geïnterneerde personen moet dan ook een aangepaste zorgvorm gecreëerd worden, stelt De Rycke. "De bestaande forensisch psychiatrische centra en psychiatrische ziekenhuizen met forensische units zijn immers gericht op volledig ontoerekeningsvatbare personen. Voorts moeten er binnen de ziekenhuizen specifieke beveiligde units met voldoende personeelsomkadering komen voor patiënten die beantwoorden aan de voorwaarden voor een gedwongen opname en zich bevinden in een ernstige staat van opwinding, agressie of gevaar. De HIC/ID-projecten van minister Vandenbroucke zijn daartoe een goede aanzet. Zelfs met de nodige informatie vanuit Justitie kunnen zich immers nog zware incidenten voordoen in een ziekenhuis", zegt De Rycke. Ook de wet van 1990 inzake gedwongen opnames is een herziening toe. Een werkgroep onder het voorzitterschap van De Rycke pleit voor een verplichte klinische observatie van maximum 48 uur voor een gedwongen opname. "Die moet dan resulteren in een omstandig medisch verslag. Vandaag is niet vastgelegd hoe uitgebreid zo'n verslag moet zijn. Soms is dat beperkt tot de vermelding 'psychiatrische aandoening'." De werkgroep heeft een standaardformulier uitgewerkt om tot een goed onderbouwd en zo objectief mogelijk advies te komen voor de procureur (spoedprocedure) of vrederechter (gewone procedure), die uiteindelijk moet beslissen. Deze voorafgaande klinisch observatie moet ook onnodige gedwongen opnames voorkomen. "Tussen 2011 en 2020 steeg het aantal gedwongen opnames met bijna 40%. Maar we zien dat een groot deel al wordt stopgezet nog voor de termijn van tien dagen waarbinnen de vrederechter moet beslissen verstreken is, omdat men vaststelt dat de opname niet langer nodig is of misschien helemaal niet nodig was. En dat terwijl een gedwongen opname voor de patiënt en de omgeving bijzonder ingrijpend is." Ook met betere communicatie, nieuwe procedures en aangepaste wetgeving zijn incidenten zoals die in Brussel nooit volledig uit te sluiten, zegt De Rycke. "In elke casus zullen politie, parket, vrederechters en de zorgsector op het vlak van veiligheid, recidive en diagnosebepaling altijd de nodige inschattingen moeten maken. Psychiatrie zal nooit een exacte wetenschap worden, ook al is er veel vooruitgang geboekt op het vlak van risicotaxatie."