...

De nieuwste cijfers van de kwaliteitsindicator QS-1 "Prevalentie van zorggerelateerde infecties in ziekenhuizen" hebben betrekking op het jaar 2022. Ze kunnen niet zonder meer vergeleken worden met oudere versies, omdat de nieuwe cijfers voor deze indicator ook zorginfecties includeren die de patiënten vanuit instellingen voor langdurige zorg (zoals woonzorgcentra) meebrachten naar acute ziekenhuizen. De cijfers van 2017 omvatten daarentegen enkel de zorginfecties die in de ziekenhuizen zelf werden opgelopen. In 2022 had op een willekeurige dag naar schatting 9,2% van de patiënten in de Belgische acute ziekenhuizen een of meer zorginfecties. Wanneer geen rekening wordt gehouden met eerder opgelopen infecties, ligt dit cijfer lager (8,5%), maar nog steeds hoger dan in 2017 (7,3%) en 2011 (7,1%).De drie meest voorkomende zorginfecties in acute ziekenhuizen waren longontsteking (22%), urineweginfecties (18%) en postoperatieve wondinfecties (14%). COVID-19 eindigde in 2022 op de 6de plaats, met iets minder dan 9% van de gevallen.Ongeveer een op de vijf (21%) van deze infecties werd in verband gebracht met een invasief medisch hulpmiddel dat in het lichaam van de patiënt werd ingebracht.De meest voorkomende zorginfecties in instellingen voor langdurige zorg waren longontsteking (36%), urineweginfecties (19%) en bloedstroominfecties (12%).In totaal werden in de deelnemende instellingen iets minder dan 900 verschillende ziektekiemen gerapporteerd bij patiënten met een zorginfectie. De meest voorkomende waren E. coli (17%), S. aureus (11%; zie QS-2 voor meer informatie) en K. pneumoniae (10%).De Belgische cijfers laten een verslechterende trend zien, die verder onderzoek en preventie rechtvaardigt, stelt het KCE. Met name het beperkte aantal VTE's in Belgische ziekenhuizen voor acute zorg die zich bezighouden met infectiepreventie en -controle en met antimicrobiële resistentie zou een aandachtspunt moeten zijn.