"Een Belgische vrouw met borstkanker in een gevorderd stadium heeft 10% meer overlevingskansen dan een Nederlandse. Ook bij het opsporen van borst-, darm- en longkanker zijn de overlevingskansen in ons land een stuk beter. Dat we telkens weer met de noorderburen vergeleken worden, stuit dan ook tegen de borst."
...
Aldus de dokters Johan Blanckaert, Gerard Moulin-Romsee en Piet Vanhoenacker, de respectievelijke voorzitters van de Bvas, de beroepsvereniging van specialisten nucleaire geneeskunde en van de Belgische Vereniging voor Radiologie (BVR). Ze reageren op een aantal uitspraken van federaal minister van Sociale Zaken Frank Vandenbroucke (Vooruit) eerder deze maand in De Standaard (zie ook artsenkrant.com). Volgens de minister is er een probleem met de toegankelijkheid en de betaalbaarheid van CT-scans in onze ziekenhuizen. Om ze betaalbaar te houden, vindt Vandenbroucke dat er in elk ziekenhuis minstens één geconventioneerde radioloog aanwezig moet zijn. De voorzitters van de drie beroepsverenigingen herinneren de socialistische excellentie eraan dat artsen "dwingen" om tegen conventietarieven te werken indruist tegen elk akkoord artsen-ziekenfondsen. Ze wijzen er bovendien op dat vele ziekenhuizen, ongeacht de conventiestatus van de arts, reeds 'slots' voorzien voor onderzoeken tegen conventietarief. Minder begoede patiënten kunnen trouwens terugvallen op heel wat systemen en maatregelen die de betaalbaarheid van de zorg garanderen. Johan Blanckaert, Gerard Moulin-Romsee en Piet Vanhoenacker verwijzen onder meer naar het statuut voor patiënten met een chronische aandoening, de verhoogde tegemoetkoming enz. "Kortom, in plaats van eenzijdig te communiceren in de media, roepen we de minister op om via constructief overleg tot oplossingen te komen", halen de drie voorzitters uit. Vandenbroucke maakte ook een internationale vergelijking. Daaruit moet blijken dat "ons land tot 50% meer CT-scans uitvoert dan het Europese gemiddelde." Volgens hem vaak om "lucratieve redenen". België is echter geen 'outlier' qua radiologieverbruik. OESO-statistieken komen voor 2018 uit op 95 MRI-onderzoeken per duizend inwoners. Het EU-gemiddelde bedraagt 67/1000 inwoners maar Duitsland (149/1000), Oostenrijk (141/1000) of Frankrijk (120/1000) doen veel meer CT-scans dan België. "Minder scans worden er genomen in Oost-Europese landen zoals Albanië en Roemenië (11/1000), Servië en Bulgarije (13/1000) of Polen (37/1000). Willen we onze gezondheidszorg hiermee echt vergelijken?", vragen de voorzitters zich terecht af. Ze benadrukken ook dat Bvas en BVR al sinds 2015 meewerken aan de implementatie van een Riziv-project dat voorschrijvers beslissingsondersteuning biedt. Daarmee kan 'vermeende overconsumptie' worden aangepakt. Want uiteraard, zo onderschrijven de drie artsen, "moeten we elk niet-geïndiceerd CT-onderzoek vermijden." Buiten de wil van de beroepsverenigingen om liep dit project echter aanzienlijke vertraging op, voegen ze eraan toe. De evolutie van de onderzoeken medische beeldvorming correleert rechtstreeks met het aantal consultaties, stellen de drie artsen. "Doelbewust (volgens Vandenbroucke dus om lucratieve redenen) onderzoeken uitvoeren zonder naar de klinische problematiek of diagnostische vraagstelling te kijken, behoort niet tot onze medische opleiding", aldus Blanckaert, Moulin-Romsee en Vanhoenacker. "Integendeel, radiologen ondervinden - al dan niet medicolegale - problemen indien ze weigeren een onderzoek uit te voeren." Vandenbroucke stelde voor ziekenhuizen niet meer per CT-scan te betalen maar de vergoeding te berekenen op basis van een gemiddeld aantal scans dat in de lijn ligt met de grootte van het ziekenhuis. De drie artsen gaan niet akkoord. "De overlevingskansen zijn het jongste decennium juist toegenomen dankzij snellere diagnoses met beeldvorming van veel voorkomende kankers. Wil de minister de overlevingskansen dan verminderen en wachtlijsten creëren door een maximaal aantal onderzoeken per duizend inwoners op te leggen?", vragen ze zich af. Een sterk argument is ook dat herhaalde onco-CT en PET-CT beeldvorming - na zes en twaalf weken, na zes maanden of een jaar - vereist zijn alvorens de patiënt nieuwe, dure chemo- en immuuntherapie terugbetaald krijgt. "Dit brengt een meeruitgave met zich mee voor CT, PET-CT-beeldvorming in het radiologiebudget. Daar staan belangrijke minderuitgaven voor immuno- en chemotherapie tegenover - een budget van meer dan een miljard euro. Beeldvorming leidt dus tot besparingen in de geneesmiddelensector", concluderen ze. De beroepsverenigingen benadrukken ook dat sommige radiologiediensten nog steeds oude (geïndexeerde) 'tariefverminderingen' aanrekenen. Het gaat om tarieven van kracht voor toenmalig minister van Sociale Zaken Rudy Demotte in 2005 een tariefvermindering doorvoerde. Tot slot herinneren ze eraan dat supplementen dienen om de talrijke onderbetaalde, complexe MR- en CT-onderzoeken en de onderfinanciering van de interventionele radiologie te compenseren. En afdrachten houden diensten medische beeldvorming en ziekenhuizen in stand.