De kogel is door de kerk. We hebben een nieuwe federale regering. Na maanden negotiëren zijn de heren en dames eindelijk tot een vergelijk gekomen. Het gebruikelijk heen en weer gepalaver, de altijd weerkerende lekken, de dreigementen en sussende woorden, het hoorde er allemaal bij. Ook de nachtelijke uitspattingen ontbraken niet. De KMS (Koninklijke Militaire School) was de plaats waar de doorbraak werd geforceerd. Blijkbaar kunnen akkoorden heden ten dage alleen nog onder een dreigend militair gesternte hun beslag kennen...
Deze regering wordt geframed als behoorlijk rechts en conservatief. De broeksriem moet aangehaald worden. Heilige huisjes zullen sneuvelen. Het zal geen walk in the park worden, zoals dat dan heet.
De vakbonden hebben al besloten tot een nationale staking. Niemand die daar nog wakker van ligt. We zijn het gewend. Maatregelen zijn amper voorgesteld, of ze worden al neergesabeld nog voor ze uitgewerkt zijn. Staken op basis van vermoedens en halve waarheden, het is blijkbaar eerder de regel dan de uitzondering. Want ja, verworven rechten, die zijn voor eeuwig en altijd verankerd. Daar raak je niet aan. Zelfs al is de geopolitieke en economische realiteit compleet anders dan enkele decennia terug.
Ook op het vlak van de gezondheidszorg zijn de uitdagingen niet min. De gekende vergrijzingsgolf is al een tijdje zijn werk aan het doen. De meeste mensen sterven met ziektes, eerder dan door een specifieke kwaal. AI en robotisering zijn in volle opmars, ook in de gezondheidszorg. Het kent al beloftevolle toepassingen. Maar de echte doorbraak zal niet lang op zich laten wachten. Of dit automatisch zal leiden tot kwalitatief betere geneeskunde, dat blijft vooralsnog een open vraag.
Meer ouderen betekent jammer genoeg meer kosten. Met andere woorden, gezien de woelige oorlogstijden waarin we nu al enkele jaren zitten, met dito oplopende financiële behoeften, zal het niet evident zijn om niet te besparen op de gezondheidszorg. We moeten meer uitgeven aan defensie. Het geld zal dus ergens moeten gehaald worden. Ik mag hopen dat er niet te veel beknibbeld zal worden op het budget van de ziekteverzekering.
De eerstelijn zit al een tijdje in zwaar weer. Meer uitstroom dan instroom van geschoold medisch personeel. De nieuwe generatie houdt er een andere werkethiek op na dan de uitstervende. En gelijk hebben ze.
De tijd dat het artsenberoep een roeping was, is eerder de uitzondering dan de regel aan het worden. Meer mensen die deeltijds of 4/5 willen werken. Dit om de ratrace een beetje leefbaar te blijven houden. Maar ook om voldoende aandacht te hebben voor vrouw en kind. En misschien nog het allerbelangrijkste: met een frisse kop kan je nog zo'n goede dienstverlening bieden. Het komt de kwaliteit van de zorg alleen maar ten goede. Wie wil er nu als patiënt op vrijdagavond bediend worden door een arts die er al 100 uren op zitten heeft die week? Wie wil de 35ste patiënt van de week zijn die op vrijdag wordt geopereerd door dezelfde chirurg?
De eerste lijn kent vele uitdagingen. Hoe vangen we de toestroom van nieuwe patiënten op? Hoe vermijden we patiëntenstoppen? Wat met anderstaligen die het Nederlands niet machtig zijn? Hoe werken we samen? Doen we dat in één huis? Of laten we elke specialiteit zijn ding doen in diens eigen praktijksetting?
Wat is kosten-baten de beste optie? Hoe betalen we de eerstelijn? Kiezen we nog meer voor forfaits? Of blijven we zweren bij prestatiegeneeskunde, aangevuld met forfaitaire incentives? Hoe brengen we pay for quality in de praktijk? Doen we verder aan het uitkleden van het takenpakket van de huisarts? Of houden we ons arsenaal aan expertise in eigen beheer? Laten we vaccinatie over aan de apotheker? Of vinden we dit als huisarts nog altijd belangrijk genoeg om dit als een essentiële huisartsentaak te beschouwen, onderdeel van ons preventief takenpakket?
Laten we mensen naar de kinesitherapeut of psycholoog gaan zonder een huisarts te zien voor relatief milde kwalen? Of houden we daar controle op? Trouwens, vanaf wanneer is 'mild' niet meer mild, maar ernstig? Wie zal dat bepalen? Of gaan we daar ook wederom een richtlijn over opstellen? Wat met chronische medicatie? Als mensen al 10 jaar dezelfde chronische medicatie nemen, moet daar dan nog een huisarts aan te pas komen om het voorschrift te verlengen? Of kan de apotheker dit, weliswaar in samenspraak met de huisarts, niet zelf regelen?
Wat met de praktijkverpleegkundige? Besteden we al onze techniciteit die nog overschiet uit aan een gekwalificeerd verpleegkundige? Of vervellen we tot ambtenaren die vanachter het bureau allerlei orders uitdelen? Gesteld dat we onszelf professioneel uitkleden, dan weet ik nu al in welke richting de huidige burn-out pandemie zal evolueren.
Wie wil de 35ste patiënt van de week zijn die op vrijdag wordt geopereerd door dezelfde chirurg?
Hoe meer je uitbesteedt, hoe belangrijker het wordt dat je erop kunt vertrouwen dat je medewerkers het werk goed doen. Je moet met andere worden meer controle uitoefenen. Je zal meer administratieve rompslomp ontwikkelen. Je zal een tussenlaag van medewerkers moeten installeren die zich met niks anders bezighoudt dan in de gaten houden of alles wel verloopt zoals het draaiboek voorschrijft.
Vergelijk het met de onderwijswereld. Daar is een ganse horde aan medewerkers actief die niks anders doet dan zich onledig houden met een in essentie controlerende functie. De mentale stress bij de leerkrachten die het op het terrein moeten waarmaken neemt er alleen maar door toe. De autonomie en controle op het eigen handelen wordt uitbesteed aan een soort van panopticum, een ontwerp voor een koepelvormige gevangenis, ontwerp van de filosoof Jeremy Bentham. Het panopticum staat in de filosofie van de Franse filosoof Michel Foucault symbool voor controle. Zijn stelling was dat instellingen zijn ingericht als een soort gevangenis, het Panopticon. 'Omdat ze alomtegenwoordige observatie van individuen mogelijk maken, bevorderen ze volgzaamheid en inschikkelijkheid', dixit Foucault.
Als we voor zo'n model kiezen, dan moet de huisarts goed beseffen dat die fameuze administratieve overlast waar we al zolang over klagen niet zal verdwijnen als sneeuw voor de zon. Wel integendeel.
Wie trouwens gedacht had dat met het afschaffen van het ziektebriefje voor één dag, de papierberg tot aanvaardbare proporties ging herleid worden, is eraan voor de moeite. De nieuwe regeerploeg heeft dit voorstel niet weerhouden. Vanuit werkgeversstandpunt kan ik dit trouwens goed begrijpen. Zij betalen hun mensen. Niet om op kosten van een ander thuis te zitten, maar om bij te dragen aan de economie, en dus aan de betaalbaarheid van de gezondheidszorg, de pensioenen en andere uitkeringen.
Als iemand één dag ziek is, dan is ook dit de taak van de huisarts dit ter harte te nemen. Domus Medica wou zelfs zover gaan tot 3 dagen afwezigheid het briefje af te schaffen. Waar eindigt dit dan? En waarom dan niet een volle week? Of twee weken? Tenzij we ervan uitgaan dat onze patiënten doorheen de jaren getransformeerd zijn tot halve doktoors die zelf zeer goed weten wat te doen bij medische pech.
Een ander pijnpunt betreft de langdurig zieken. Daar is ook al het een en ander over gezegd. Dat we er te veel hebben, is een open deur intrappen. We hebben er meer dan Duitsland, een economische grootmacht in de EU. Dat er mensen tussen zitten die nog een steentje kunnen bijdragen aan onze economie, is ook al geen geheim.
De kunst is om die mensen eruit te halen die wel zouden willen werken, maar die door bepaalde obstakels er niet in slagen terug toe te treden tot de arbeidsmarkt. Die hindernissen zijn van uiteenlopende aard: de taal, te weinig geschoold, de weg niet vinden in de administratieve mallemolen, discriminatie, beperkte financiële armslag, medische beperkingen, enz....
Hen terug op de arbeidsmarkt brengen, zal dus maatwerk zijn. Er is geen alternatief. Het valt trouwens te verwachten dat met de invoering van de beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd, het aantal langdurige uitvallers niet snel zal keren. Wel integendeel. Als je uitkering wegvalt, zeker bij financieel minvermogenden, zal er aangeklopt worden bij andere instanties. Je verplaatst dus de problematiek alleen maar. Als je beperkte financiële kracht ook nog eens wordt teruggeschroefd door je uitkering te schrappen, dan zal de gezondheid daar zeer zeker onder lijden. Met alle gevolgen vandien.
Daarnaast moeten, willen we re-integratie ernstig nemen, alle stakeholders hun verantwoordelijkheid hierin nemen: huisarts, specialist, arbeidsarts, controle arts, mutualiteitsarts, maar zeker en vast ook de werkgever. Het moet helder zijn wie welke bevoegdheden heeft, wie welke verantwoordelijkheid draagt.
Dat half miljoen langdurig zieken is er niet zomaar gekomen. Die massa is traag maar gestaag gegroeid dankzij het verzaken aan het nemen van verantwoordelijkheid, zowel in hoofde van de werknemer, als in hoofde van alle andere belanghebbenden. Een te laks laissez-faire beleid heeft geleid tot de situatie waarin we nu verzeild zijn geraakt.
Niet alleen de eerstelijn is in beweging, ook het ziekenhuislandschap zou wel eens grondig kunnen dooreengeschud worden de komende decennia. Poliklinieken schieten als paddenstoelen uit de grond. Goed voor de patiënt. Nabijheid van kwalitatieve zorg is een positief gegeven. Anderzijds, schaarste aan zorgpersoneel noopt ziekenhuizen te kijken hoe ze de middelen meer efficiënt kunnen aanwenden.
Moet er achter elke hoek van de straat een volwaardig ziekenhuis zijn dat alles aanbiedt? Moet complexe heelkunde in elk ziekenhuis aangeboden worden? Concentratie van specialisatie dringt zich dus op. Is trouwens al volop bezig. Hoe vaker een ingreep gebeurt in een centrum, hoe groter de expertise erin wordt. Als je een bepaalde drempel aan oncologische pathologie niet haalt, lijkt het logisch dat je daarin snoeit.
Recentelijk lekte er uit dat er al verregaande plannen bestaan om sommige ziekenhuizen of afdelingen om te vormen tot een soort van poliklinieken. Er zal dan geen nachtelijke permanentie meer zijn. Spaart een hoop personeel uit. Een vorm van herschikking van het ziekenhuislandschap, zo je wil. Meer uitgaan van wat de reële behoefte is van de patiënt, rekening houden met aanvaardbare bereikbaarheid, minder aanbodgedreven werken maar meer vraaggestuurd, enz....
Er is ook de intentie om wat te doen aan de verloning van de verschillende specialiteiten. Er is geen enkele reden waarom praten minder verloond zou moeten worden dan technische geneeskunde. Allebei zijn nodig en evenwaardig. Deze discussie gaat ook al een decennium mee. Hoog tijd dat de koe bij de horens gevat wordt en er effectief werk van wordt gemaakt.
Hervorming ziekenhuisfinanciering is nog zo'n heet hangijzer. Op termijn zou het de bedoeling moeten zijn dat de supplementen worden uitgefaseerd. Nu teren de financiën van een ziekenhuis te veel op de afdrachten van de specialisten. Een ongezonde situatie me dunkt. Het leidt alleen maar tot overconsumptie en ondoelmatige zorg waardoor de reële zorgnood niet altijd prioriteit krijgt.
Of dit varkentje in deze legislatuur zal gewassen worden, lijkt me onrealistisch. Maar het is het proberen waard. Met een Vandenbroucke op Sociale Zaken weet je maat nooit.
Met toenemende complexiteit van zorg stijgt ook de factuur automatisch. Het is nog maar de vraag of het budget van de ziekteverzekering dit alles zal kunnen opvangen. Gesteld dat deze nieuwe regering erin zou slagen meer mensen aan de slag te krijgen, waardoor minder moet uitgegeven worden aan uitkeringen, en er terzelfdertijd meer belastinginkomsten worden gegenereerd, is het nog bijlange na niet zeker dat alle gaten gedicht zullen kunnen worden.
Het is de gewoonte dat een nieuwe bewindsploeg de terugverdieneffecten van haar plannen altijd rooskleuriger voorstelt dan ze uiteindelijk zullen blijken te zijn. Laten we er realistisch gesproken dus maar vanuit gaan dat die effecten een overschatting zullen zijn.
Bijsturing zal in dat scenario zeker moeten gebeuren. Kijk maar naar de verwarring in verband met de meerwaardebelasting, om maar één dossier te noemen. De regering was nog niet uit de startblokken geschoten, of het eerste brandje binnen de schoot van de regering i.v.m. die meerwaarden moest al geblust worden tussen Vandenbroucke en Bouchez.
De Wever wacht zeker en vast een uitdaging van gigantische reikwijdte. Het is zijn verdienste dat hij niet verzaakt aan zijn plicht en er voor wil gaan.