Aan het woord is professor 'Sociale Epidemiologie' aan de Universiteit Antwerpen Guido Van Hal. Hij doet al jaren onderzoek naar (overmatig) middelengebruik en is titularis van de Leerstoel Reinier de Graaf Jongeren en Alcohol.
Guido Van Hal: "Een tiental jaar geleden trokken verschillende Vlaamse spoeddiensten aan de alarmbel: de indruk bestond dat steeds meer alcoholgeïntoxiceerde jongeren zich aandienden - jongeren die comateus, semi- comateus of met een ernstig vermoeden van alcoholintoxicatie op de spoeddienst belandden."
"Het ging weliswaar om een indruk; we beschikten niet over objectieve gegevens. Misschien was er sprake van een piek? Of ging het over een trend op langere termijn? Vanuit de UA ontwikkelden we een vragenlijst die pediatrie- afdelingen dienden in te vullen telkens een minderjarige opgenomen werd met alcoholintoxicatie. Het invullen van een dergelijke vragenlijst is echter een tijdsintensieve bezigheid, het initiatief had dan ook weinig succes."
Uitgesproken verschil
"Via het Intermutualistisch Agentschap (IMA) kregen we alsnog zicht op de situatie", vervolgt prof. Van Hal. "Sinds 2008 houdt het IMA namelijk een schatting bij van het aantal gevallen van alcoholintoxicatie in België, op basis van de facturatiegegevens uit de verplichte ziekteverzekering van de ziekenfondsen. Niet enkel de nomenclatuur van een bezoek aan de spoedgevallen en afname van een alcoholtest wordt bijgehouden, maar ook verschillende demografische gegevens zoals leeftijd, geslacht, woonplaats..."
"Opvallend is dat het probleem groter is onder jongeren met recht op de verhoogde tegemoetkoming", stelt Van Hal vast. "Dat is een indicatie dat alcoholintoxicatie vaker voorkomt onder kwetsbare groepen - onder mensen met een lagere sociaaleconomische status (SES)."
Guido Van Hal: "Het verschil is jaar na jaar ook heel uitgesproken. Zo werden er op deze manier in 2017 bij de minderjarigen zonder verhoogde tegemoetkoming 29 per 10.000 verzekerden met een vermoedelijke alcoholintoxicatie geregistreerd, terwijl dat in de groep met verhoogde tegemoetkoming 42 per 10.000 was. In 2018 waren die cijfers respectievelijk 28 per 10.000 en 38 per 10.000."
Belang registratie
"Met de Leerstoel Reinier de Graaf Jongeren en Alcohol willen we, naast de schattingen van het IMA, nog beter inzicht krijgen in de (precieze aantallen van) jongeren die met een alcoholintoxicatie op de spoedgevallen worden opgenomen in België. Wat is het uiteindelijke resultaat van de alcoholtest - dat weten we nu niet op basis van de IMA-cijfers. Over welk soort alcohol gaat het? Hoe is de jongere in kwestie aan de alcohol geraakt? Wat is de thuissituatie? Enzovoort. Met beter cijfermateriaal, kunnen we de evolutie opvolgen en gericht aan preventie doen." Professor Van Hal verwacht overigens dat nieuwe registratiecijfers de in de gegevens van het IMA aangetoonde link tussen alcoholintoxicatie en SES "naar alle waarschijnlijkheid" zullen bevestigen.

Waarom zal registratie nu slagen als het dat tien jaar geleden niet deed? Guido Van Hal: "We werken niet meer met een ellenlange vragenlijst, maar willen dit registreren in het EMD. Doctoraatsstudent Hanna van Roozendaal onderzoekt hoe we een dergelijke registratie kunnen standaardiseren want momenteel worden verslagen op elke spoeddienst anders opgesteld."
Nederlandse alcoholpoli's
Naast een betere registratie is een tweede doel van de Leerstoel Jongeren en Alcohol gerichtere actie, met name door het opzetten van een zogenaamde alcoholpoli zoals die in Nederland al zijn nut bewees, zegt Guido Van Hal. In Nederland stampte pediater prof. Nico Van der Lely met steun van de Nederlandse overheid ondertussen al twaalf alcoholpoli's uit de grond. Het is overigens diezelfde prof. Van der Lely - een goede collega van GuidoVan Hal - die (ook) de leerstoel Jongeren en Alcohol aan de UAntwerpen bekleedt.
In de alcoholpoli's worden jongeren met een alcoholintoxicatie in eerste instantie medisch onderzocht. Maar daar blijft het niet bij. "Cruciaal is om met de jongere aan de slag te gaan in het golden hour: het eerste uur na het ontwaken uit de roes", vertelt prof. Van Hal. "Dan voelt hij of zij zich nog slecht door de intoxicatie en is hij of zij bijgevolg meer 'ontvankelijk' voor voorlichting over alcoholmisbuik. De jongere krijgt een interactief softwareprogramma te zien, nadien volgt een gesprek met een kinderpsycholoog om onder meer te kijken naar mogelijke oorzaken van het overmatig drinkgedrag. Ook de ouders worden betrokken. Na één à twee maanden worden de jongere en zijn ouders ook uitgenodigd voor een follow-upgesprek."
Geen behandelprotocol
De aanpak wierp vruchten af in Nederland: het herval is gereduceerd tot zo goed als nul, weet Guido Van Hal. Het voornemen was om in het voorjaar van 2022 te starten met de eerste Vlaamse alcoholpoli, in het UZA. Maar bij de opstart komen heel wat modaliteiten kijken. "In Nederland bijvoorbeeld is een consultatie bij een kinderpsycholoog zo goed als gratis voor de minderjarige. Hoe regel je dat hier?"
"We willen echt van start gaan", zegt Van Hal overtuigd. "Het voorlichtingsprogramma om jongeren bij opname te tonen - van de hand van VAD, het Vlaams expertisecentrum voor alcohol, illegale drugs, psychoactieve medicatie, gokken en gamen - is klaar. Daar zouden we dus al mee kunnen beginnen. En op termijn het gesprek met de kinderpsycholoog, het betrekken van de ouders... toevoegen."
"Als blijkt dat het programma goed werkt, zal het niet moeilijk zijn om de andere ziekenhuizen in Vlaanderen en bij uitbreiding België te overtuigen om ook een dergelijk traject aan te vangen", maakt Van Hal zich sterk. "In het kader van haar doctoraat voerde Hanna van Roozendaal een bevraging uit bij de Vlaamse pediatriediensten. Daaruit blijkt dat 80% van de afdelingen geen behandelprotocol heeft voor deze jongeren. 55% van de pediatrische diensten voorziet geen follow-up door een kinderarts na de opname." Volgens Van Hal een bewijs dat een Vlaamse alcoholpoli effectief een bijdrage kan leveren in de strijd tegen alcoholmisbruik.
18 jaar
De strijd tegen alcoholmisbruik begint (en stopt) niet bij de alcoholpoli, benadrukt professor Guido Van Hal. Bredere maatschappelijke bewustmaking over de effecten van alcoholmisbruik is nodig - en eveneens een doel van de leerstoel. "In Nederland zien we dat het opschroeven van de minimumleeftijd om alcohol te drinken naar 18 jaar effect gehad heeft. In België daarentegen gelden nog twee leeftijdsgrenzen." Wie 16 of 17 jaar is, mag alcohol drinken, zij het alleen bier, wijn of schuimwijn. Alle andere alcoholische dranken zijn verboden onder 18 jaar. "Door de invoering van een minimumleeftijd gaat alcoholgebruik niet opeens stoppen onder de 18. Maar het faciliteert wel een gesprek omdat begeleiders en ouders de 'wet aan hun kant' hebben", aldus prof. Van Hal.