Op de Nationale Commissie van maandag 16 november presenteerde het Intermutualistisch Agentschap een analyse van het aantal ambulante consultaties volgens het tarief: geconventioneerd of niet.
...
Het rapport telt hoeveel ambulante consultaties er gebeuren bij respectievelijk artsen die zich houden aan de tarieven van het akkoord artsen- ziekenfondsen, en artsen die eigen tarieven hanteren. Het vergelijkt daarbij de toestand in 2012 en die in 2018. En daar zit niet veel verschil op. "Het rapport toont dat over de jaren heen de aantallen weinig bewegen - iets wat ook ieder jaar blijkt uit de tabellen die ik maak voor het VBS-jaarverslag", zegt Marc Moens. "Bij de huisartsen is het aantal raadplegingen bij gedeconventioneerde artsen tussen 2012 en 2018 verschoven van 16% naar 14%, dat is een verschil van amper 2%. Ook bij de specialisten zie je 2% verschil." Het percentage verschuift hier van 43% naar 45%. Het aantal consultaties bij specialisten die wel steeds het officiële tarief vragen, is daar het spiegelbeeld van. Specialisten die 'deeltijds geconventioneerd' zijn, zijn goed voor 11% à 12% van de consultaties. Het rapport toont niet de evolutie van deze percentages binnen de afzonderlijke specialismen. Maar Marc Moens weet uit zijn eigen cijfers dat ook die aantallen nauwelijks bewegen. Er zijn grote verschillen tussen specialismen. Het aantal gedeconventioneerden ligt hoog bij de dermatologen, plastisch chirurgen en oftalmologen. Dat verandert over de jaren niet. Er zijn ook grote regionale verschillen - maar volgens Marc Moens zie je daar ook weinig evolutie. "Soms gebeurt er een incident dat de situatie verandert." In 2005, bijvoorbeeld, verminderde minister Demotte plots de tarieven voor NMR met 30%. "Heel wat radiologen zegden toen het akkoord af om de oude tarieven te blijven gebruiken. Zo luidde ook het advies van de Bvas toen. Vooral in Vlaanderen werd dat opgevolgd. In Wallonië bleef het percentage laag." Het IMA-rapport toont een kaartje van het percentage consultaties bij niet- geconventioneerde radiologen in de verschillende arrondissementen in 2018. Vlaanderen (met Waals-Brabant) kleurt rood, wat op een hoge deconventiegraad wijst - Zuid-West-Vlaanderen en Antwerpen kleuren donkerrood. "Dat is de hele tijd blijven hangen. Eén keer de stap gezet, vinden de artsen het wel gemakkelijk. Ze kunnen ook iets meer verdienen." Het moet ook haalbaar zijn, stipt dokter Moens aan. In Wallonië durfden de radiologen niet een derde van het honorarium rechtstreeks aan de mensen aanrekenen, vermoedt hij, omdat de portemonnee van vele Walen dat niet aankan. (Lees verder onder het kaartje.)Ook bij de huisartsen leeft de traditie erg lokaal. Moens herinnert zich een huisarts van het GBO die decennia geleden de huisartsen in Neufchâteau actief aanspoorde om zich te deconventioneren. Dat had effect. En ook vandaag kleurt Neufchâteau nog steeds donkerrood. Een interessante grafiek toont de deconventiegraad in de verschillende leeftijdsgroepen van huisartsen en specialisten - die neemt lineair toe naarmate de arts ouder wordt. "Je zou dat op verschillende manieren kunnen verklaren. Maar het lijkt wel degelijk zo te zijn dat oudere artsen vaker hun eigen tarieven gaan vragen. Ze hebben een gevestigde praktijk. Hun patiënten blijven wel komen. Jonge artsen vragen lage tarieven. Ze moeten nog patiënten aantrekken." Als het zo zou zijn dat de conventiegraad opschuift met de generaties, zou die over de tijd heen moeten toenemen - en dat is niet wat je ziet. Het IMA-rapport analyseert vooral het aantal consultaties bij al dan niet geconventioneerde artsen. Het berekent ook de percentages van het aantal 'actieve artsen' (met meer dan 500 ambulante raadplegingen per jaar) dat al dan niet het akkoord heeft opgezegd. Zo is volgens de officiële statistieken van het Riziv 23% van de artsen-specialisten gedeconventioneerd (aso's buiten beschouwing gelaten). Het IMA berekent dat 35% van de actieve specialisten gedeconventioneerd is. Die zijn wel goed voor 45% van de ambulante raadplegingen. Volgens het Riziv is 13% van de huisartsen gedeconventioneerd (haio's buiten beschouwing gelaten). Van de 'actieve' huisartsen is volgens het IMA 15% gedeconventioneerd, en die zijn goed voor 14% van de raadplegingen.