Vier artsen op de tien voldoen aan de kenmerken van burn-out. Bij artsen-specialisten in opleiding loopt dat op tot bijna 60%. Eén dokter op de vijf drinkt (een beetje) meer dan aanbevolen, 2,2% zit in de gevarenzone. Zichzelf psychoactieve stoffen voorschrijven, doet 17,8% van de artsen.
In onze editie van 20 mei staan we uitgebreid stil bij de opmerkelijke en soms verontrustende resultaten van de Artsenkrant-enquête bij 4.361 artsen en apothekers over middelengebruik en burn-out.
85% van de mannelijke en 72% van de vrouwelijke respondenten drinkt niet of gaat verstandig om met alcohol. Eén op de vijf scoort lichtjes positief wat betreft een mogelijk risico op alcoholproblemen en 2,2% van het staal (3,4% mannen, 1,4% vrouwen) zijn probleemdrinkers met een duidelijk hoog risico. Een aantal indicatoren wijst op een hoger dan gemiddeld drankgebruik bij urgentieartsen. Een kwart van hen geeft bijvoorbeeld aan soms niet met drinken te kunnen stoppen. In de laatste vergelijkbare enquête over dit thema bij 1.500 artsen-specialisten (2011) scoorde 14 tot 18% lichtjes positief qua alcoholgebruik.
Een kwart van de Franstalige artsen (26,2%) zegt zichzelf psychoactieve stoffen voor te schrijven. Bij de Nederlandstaligen is dat 14,3% - bij een gemiddelde van 17,8%. Illegale drugs (cocaïne, amfetamine, efedrine of XTC) slikt 3% van het medisch korps. Bij jongere artsen ligt dat gevoelig hoger. 60 artsen zeggen van zichzelf middelen te misbruiken - d.w.z. meer psychoactieve medicatie te nemen dan wat de bijsluiter vermeldt of wat werd voorgeschreven. Qua (geneesmiddelen)gebruik scoren psychiaters bovengemiddeld.
Ter vergelijking: een peiling bij 1.685 Nederlandse artsen gaf aan dat één op de drie directe ervaring had met een collega met verslavingsproblemen.
Zorgwekkend zijn de hoge scores op de burn-outvragenlijst. Bij huisartsen en huisartsen in opleiding voldoet meer dan 40% aan de kenmerken. Artsen-specialisten scoren een beetje lager (38%) maar bij specialisten in opleiding zijn de burn-outcijfers torenhoog (58,6%). Slechts 23% van de aso's scoort goed en zit onder het afkappunt voor uitputting en demotivatie. Bij dit soort hoge scores is het echt wel aangewezen om verder te exploreren en (al dan niet via behandeling of coaching) de levens-werkstijl aan te passen.
In andere landen noteert men vaak nog hogere cijfers - rond 50%. En een recente bevraging in Vancouver haalde bij internisten - weliswaar in zwaar door covid belaste ziekenhuizen - zelfs een prevalentie van 68%.
In onze editie van 20 mei staan we uitgebreid stil bij de opmerkelijke en soms verontrustende resultaten van de Artsenkrant-enquête bij 4.361 artsen en apothekers over middelengebruik en burn-out. 85% van de mannelijke en 72% van de vrouwelijke respondenten drinkt niet of gaat verstandig om met alcohol. Eén op de vijf scoort lichtjes positief wat betreft een mogelijk risico op alcoholproblemen en 2,2% van het staal (3,4% mannen, 1,4% vrouwen) zijn probleemdrinkers met een duidelijk hoog risico. Een aantal indicatoren wijst op een hoger dan gemiddeld drankgebruik bij urgentieartsen. Een kwart van hen geeft bijvoorbeeld aan soms niet met drinken te kunnen stoppen. In de laatste vergelijkbare enquête over dit thema bij 1.500 artsen-specialisten (2011) scoorde 14 tot 18% lichtjes positief qua alcoholgebruik. Een kwart van de Franstalige artsen (26,2%) zegt zichzelf psychoactieve stoffen voor te schrijven. Bij de Nederlandstaligen is dat 14,3% - bij een gemiddelde van 17,8%. Illegale drugs (cocaïne, amfetamine, efedrine of XTC) slikt 3% van het medisch korps. Bij jongere artsen ligt dat gevoelig hoger. 60 artsen zeggen van zichzelf middelen te misbruiken - d.w.z. meer psychoactieve medicatie te nemen dan wat de bijsluiter vermeldt of wat werd voorgeschreven. Qua (geneesmiddelen)gebruik scoren psychiaters bovengemiddeld. Ter vergelijking: een peiling bij 1.685 Nederlandse artsen gaf aan dat één op de drie directe ervaring had met een collega met verslavingsproblemen. Zorgwekkend zijn de hoge scores op de burn-outvragenlijst. Bij huisartsen en huisartsen in opleiding voldoet meer dan 40% aan de kenmerken. Artsen-specialisten scoren een beetje lager (38%) maar bij specialisten in opleiding zijn de burn-outcijfers torenhoog (58,6%). Slechts 23% van de aso's scoort goed en zit onder het afkappunt voor uitputting en demotivatie. Bij dit soort hoge scores is het echt wel aangewezen om verder te exploreren en (al dan niet via behandeling of coaching) de levens-werkstijl aan te passen.In andere landen noteert men vaak nog hogere cijfers - rond 50%. En een recente bevraging in Vancouver haalde bij internisten - weliswaar in zwaar door covid belaste ziekenhuizen - zelfs een prevalentie van 68%.