"De 60/40-verdeelsleutel tussen Nederlands- en Franstaligen moet bij het bepalen van de federale contingenteringsquota behouden blijven. Ook kan het niet dat de historische compensatie voor de opgebouwde overtallen aan Franstalige artsen vervangen wordt door een ander afbouwstelsel." Dat laten het VAV en het AK-VSZ weten in een gezamenlijk persbericht.
...
Daarmee reageren de raden van beheer van het Vlaams Artsensyndicaat (VAV) en het Aktiekomitee Vlaamse Sociale Zekerheid (AK-VSZ) op de heisa die er vorige week andermaal ontstaan was over de contingentering. Aanleiding waren brieven van de Vlaamse ministers Hilde Crevits (CD&V) en Ben Weyts (N-VA) gericht aan de federale planningscommissie en de repliek hierop van federaal minister Frank Vandenbroucke (Vooruit).Vooreerst wijzen beide drukkingsgroepen erop dat sinds het begin van de contingentering een 60/40-verdeelsleutel gehanteerd wordt op basis van de bevolkingsaantallen. Dat wil zeggen: de Vlaamse gemeenschap heeft recht op 60% van het federale contingent (tand)artsen en de Franstaligen op 40%. Maar nu wil de planningscommissie, daarin gevolgd door minister Vandenbroucke, overstappen op een verdeelsleutel 55% Nederlands- en 45% Franstaligen. "Het argument is," aldus VAV en AK-VSZ," dat Franstalige artsen meer tijd besteden aan pakweg een raadpleging dan Vlaamse artsen." Dat is echter geen valabel argument, dixit VAV en AK-VSZ. "Niemand ontzegt Waalse artsen de vrijheid hun consultatie sneller af te werken. Ze hebben trouwens de vrijheid om voltijds te werken." Met andere woorden, de 60/40-verdeelsleutel moet gehandhaafd blijven.Beide verenigingen herinneren er ook aan dat de Franse gemeenschap in de loop der jaren veel meer artsen opleidde dan reglementair overeengekomen was. Het overtal aan Vlaamse kant was veel beperkter. Die overtallen zouden in de loop der jaren gecompenseerd worden door in verhouding evenveel artsen minder op te leiden. Maar, zo stellen VAV en AK-VSZ, van die belofte kwam nooit iets in huis. En recent stelde de planningscommissie voor om de historische compensatie dan maar af te schaffen en te vervangen door een ander afbouwstelsel gekoppeld aan de jaarlijkse quota. VAV en AK-VSZ zien dit niet zitten. Ze vrezen dat hierdoor de transparantie zal afnemen en pleiten voor een handhaving van het voormalig controlestelsel.Beide drukkingsgroepen staven hun stelling met een verwijzing naar twee studies. Enerzijds is dat een onderzoek van voormalig VBS-secretaris-generaal en Bvas-voorzitter dokter Marc Moens uit 2015. Daaruit blijkt dat Franstalige artsen in verhouding tot de bevolking voor 29% oververtegenwoordigd zijn in het totaal aantal artsen in België. Anderzijds halen ze een studie van de planningscommissie uit 2016 aan. Daaruit blijkt een oververtegenwoordiging met 30%.Tot slot benadrukken VAV en AK-VSZ dat de Vlaamse regering -in afwachting van een overheveling van de gezondheidszorg naar de gemeenschappen- ervoor moet zorgen dat de belangen van de Vlaamse geneeskundestudenten behartigd worden. Dat kan door jaarlijks een Vlaams quotum te eisen dat ruim voldoet aan de behoeften.