Het palliatief zorgdomein kent ook in België zijn uitdagingen. De palliatieve zorgorganisatie is echter nog onvoldoende uitgewerkt voor verschillende doelgroepen en zou veel vroeger in het ziekteproces aan bod moeten komen. Met het COMPAS-project, gefinancierd door Kom Op Tegen Kanker (KOTK), heeft de UGent kritische succesfactoren in kaart gebracht die belangrijk zijn voor de toekomstige palliatieve zorgorganisatie.
...
Hiermee werd een leidraad of kompas ontwikkeld met als doel geïntegreerde palliatieve zorg in de toekomst te kunnen bewerkstelligen. Geïntegreerde palliatieve zorg kan de levenskwaliteit van de patiënt en de kwaliteit van zorg verbeteren, waarbij een vroegtijdige opstart de symptoomlast van de patiënt kan verlichten. Echter, de integratie en organisatie van palliatieve zorg is complex en staat nog zeker niet op punt. Verschillende niveaus vormen immers een deel van een kwaliteitsvolle organisatie van palliatieve zorg, waartussen een goede wisselwerking vaak nog ontbreekt. Met het COMPAS-project heeft de UGent (onder leiding van prof. Paul Gemmel en prof. Melissa De Regge) in samenwerking met het UZ Gent, door middel van wetenschappelijk onderzoek getracht een ontwerp te maken voor de geïntegreerde organisatie van palliatieve zorg in de toekomst. Hiermee hebben zij een oproep van KOTK beantwoord. Voor de organisatie van palliatieve zorg werd vertrokken vanuit een cirkelmodel, dat bestaat uit een micro-, meso- en macroniveau (zie figuur 1) (1). Het microniveau richt zich op de coördinatie van zorg op een individu (patiënt). Het mesoniveau omvat de samenwerking tussen verschillende afdelingen en organisaties (organisatieniveau), en tussen verschillende professionals (professioneel niveau). Het macroniveau bestaat uit het palliatief zorgsysteem dat tracht de zorgnoden van deze populatie te beantwoorden op beleidsniveau. "Organisatie is belangrijk als je iets op microniveau wil verwezenlijken. Hiervoor mag men niet steeds horizontaal werken, maar dient er ook verticaal gekeken te worden. Meer concreet dient er een goede wisselwerking tussen de verschillende niveaus te worden bewerkstelligd.Dat is ook het doel van COMPAS," aldus Leen Ackaert (verpleegkundige en onderzoeksmedewerker, Faculteit Economie en Bedrijfskunde, UGent). "Door middel van een uitgebreide literatuurstudie hebben we het regenboogmodel (zie figuur 2) (2), een model voor geïntegreerde eerstelijnszorg, gebruikt als basismodel om toe te passen op het palliatief zorgdomein. Daarnaast hebben we uit tal van studies een lijst opgesteld met belangrijke factoren om de organisatie van palliatieve zorg in de toekomst aan te passen. In een tweede fase hebben experten palliatieve zorg deze factoren beoordeeld en aanvullingen gemaakt. Door middel van groepsgesprekken met experten op mesoniveau, en met patiënten en familieleden over de structuur en organisatie van palliatieve zorg, hebben we een boomstructuur gecreëerd, waarin per niveau en per type randvoorwaarde (functioneel en normatief) gekeken werd naar de kritische succesfactoren. Vervolgens verkregen we met brede bevragingen een prioritering in de lijst van succesfactoren." Functionele randvoorwaarden omvatten onder meer financiering, datamanagement, enzovoort. Normatieve randvoorwaarden behelzen een gedeelde visie en gedeelde belangen. De belangrijkste aanbeveling om de integratie van palliatieve zorg beter op punt te stellen, omvatte op macroniveau palliatieve zorg als verplicht onderdeel in zorgopleidingen en permanente vormingen. Dit bleek zelfs nog belangrijker te zijn dan financiering. Ook op mesoniveau (professioneel luik) werd dit duidelijk, met als belangrijkste functionele randvoorwaarde de competenties en vaardigheden van alle zorgverleners over de basis van palliatieve zorg. Tevens werd op zowel macro- als mesoniveau (luik organisatie) informatiedeling als belangrijk geacht, meer bepaald over een geïntegreerd systeem voor de uitwisseling van gegevens en informatie. Op microniveau is er naar de patiënt, diens naasten en mantelzorgers toe nog meer nood aan transparante communicatie, weliswaar op maat van de patiënt, en aan systematische overlegmomenten met alle betrokkenen. "Als je dus een patiënt gepaste informatie wil geven op microniveau, dienen organisaties onderling, en professionals de juiste informatie met elkaar te delen. Dit zou dan op macroniveau een geïntegreerd systeem vereisen." Er is dan ook een grote nood aan een intermediair platform of organisatie, die een verbindende en coördinerende rol behelst tussen het micro- en macroniveau. "In onze laatste fase hebben we daarom experten bevraagd over de rollen die dergelijke intermediaire organisatie op zich dient te nemen opdat deze succesfactoren in de toekomst (stapsgewijs) bereikt kunnen worden. Al deze informatie en aanbevelingen worden tot slot gerapporteerd aan KOTK, zodat hier verder mee aan de slag kan worden gegaan."