Het aantal moleculaire markers voor de behandeling van maligne neoplasma's van het bovenste deel van het maag-darmkanaal neemt enorm toe. Pathologen moeten daarom steeds vaker testen uitvoeren. Het probleem is dat veel artsen niet precies weten om welke test ze moeten vragen. Dr. Pieter Demetter, Instituut Jules Bordet (Brussel), besprak het onderwerp op de BGDO-meeting op 5 mei.
...
ESMO-aanbevelingenEr bestaan al goede richtlijnen, zoals die van de ESMO voor het testen op microsatellietinstabiliteit voor immunotherapie. De eerste keus is immunohistochemie (IHC), gevolgd door polymerasekettingreactie (PCR) en next generation sequencing (NGS), afhankelijk van het type maligne neoplasma.PD-L1-testenProf. Demetter legde uit dat er veel problemen zijn bij PD-L1-testen. Bij maligne neoplasma's van het bovenste deel van het maag-darmkanaal wordt PD-L1 vooral bepaald met behulp van Combined Positive Score (CPS), maar de cut-off is nog niet altijd duidelijk. Ook zijn veel monsters en biopten met IHC heel moeilijk te beoordelen.Adenocarcinoom maag: moleculaire subtypesDe 'The Cancer Genome Atlas' (TCGA) is een internationaal project dat alle typen kanker in subgroepen probeert onder te verdelen. Voor maagkanker zijn er inmiddels vier hoofdgroepen (zie afbeelding). Deze groepen hebben elk hun eigen kenmerken en moleculaire alteraties.De chromosomaal instabiele (CIN) tumoren hebben drie nieuwe subgroepen, HER2, cMET en FGFR2, waarvan de laatste steeds belangrijker wordt bij maligne neoplasma's van de maag en cholangiocarcinomen. Het probleem is dat we vaak niet precies weten waarop we moeten testen en wat de beste behandelstrategie is.NTRK-fusiesProf. Demetter eindigde zijn presentatie met een uitleg over NTRK-fusies en de manier waarop een monster op de aanwezigheid hiervan kan worden getest. Hij wees ook op de bestaande richtlijnen hierover van ESMO ("ESMO recommendations on the standard methods to detect NTRK fusions in daily practice and clinical research").Paneldiscussie over cut-offs en TMBProf. Demetter gelooft dat artsen en pathologen aan patiënten een hogere CPS zullen geven, zodat ze aan een studie kunnen deelnemen. Dr. Van Laethem denkt ook dat CPS geen goede methode is en geeft de voorkeur aan tumour mutational burden (TMB) als objectieve, kwantitatieve marker. Dr. Van den Eynde en prof. Geboes benadrukken wel dat ook hier de cut-offs weer een probleem zijn, evenals de betrouwbaarheid van TMB.HER2 en NGSTot slot besprak het panel nog dat het bij HER2 belangrijk is om een onderscheid te maken tussen HER2-amplificaties en -mutaties. Daarnaast moeten artsen weten dat HER2 bij cholangiocarcinoom anders is dan HER2 in maagkanker. Natuurlijk zou het wetenschappelijk gezien interessant zijn om alle carcinomen met NGS te testen, maar dat wordt heel duur. Bovendien kan ook NGS geen sluitende antwoorden leveren vanwege de vele amplificaties en -mutaties.