De FLAURA-studie betekent een revolutie bij de behandeling van patiënten met een EGFR+ NSCLC (niet-kleincellige longkanker) en opent interessante perspectieven.
De FLAURA-studie is een dubbelblinde, gerandomiseerde fase III-studie die osimertinib heeft vergeleken met de standaardbehandeling, zijnde erlotinib of gefitinib, als eerstelijnstherapie bij patiënten met een niet-kleincellige longkanker (NSCLC) met een mutatie van exon 19 of 21 van het EGFR-gen. De 556 patiënten uit Azië (2/3 van de patiënten), Europa en Noord-Amerika (1/3 van de patiënten) werden in een 1-1-verhouding gerandomiseerd naar een behandeling met osimertinib (80 mg/d per os, n = 279) of de standaardbehandeling (gefitinib 250 mg/d per os of erlotinib 150 mg/d per os, n = 277).
"We zijn uitgegaan van de hypothese dat een EGFR-kinaseremmer die doeltreffend is in geval van een mutatie van het EGFR-gen of een T790M-mutatie, de toestand van de patiënten zal verbeteren", zei prof. Suresh Ramalingam (Atlanta, GE, VS), hoofdonderzoeker van de studie.
Osimertinib is een tyrosinekinaseremmer van de derde generatie die ook actief is op tumorcellen met mutaties van het EGFR-gen of de T790M-mutatie.
Zeer bemoedigende resultaten
Ondanks het hoge responspercentage en de hoge mediane progressievrije overleving (PFS) zal de tumor uiteindelijk toch resistent worden tegen erlotinib en gefitinib.
In een eerdere studie bij 60 patiënten met een NSCLC met een gemuteerd EGFR-gen bedroeg de mediane PFS met osimertinib 20,5 maanden, wat bijna tweemaal zo hoog was als met erlotinib en gefitinib.
In de FLAURA-studie bedroeg de mediane progressievrije overleving (PFS) 18,9 maanden met osimertinib en 10,2 maanden met de standaardtherapie, dus een daling van het risico op tumorprogressie met 54% (HR = 0,46; 95% BI 0,37-0,57; p < 0,0001). Het verschil in progressievrije overleving werd teruggevonden in alle subgroepen.
De mediane duur van de respons was tweemaal langer bij de patiënten die werden behandeld met osimertinib (17,2 maanden) dan bij de patiënten die de standaardbehandeling kregen (8,5 maanden). Het totale responspercentage was respectievelijk 80% en 76%.
Een revolutie op meerdere niveaus
De totale overleving was 37% hoger in de osimertinibgroep (HR = 0,63), maar bij een tussentijdse analyse van de overleving was het verschil nog niet significant (bij gebrek aan voldoende gegevens). De incidentie van graad 3-bijwerkingen was lager met osimertinib (34%) dan met de standaardbehandeling (45%). Wat de bijwerkingen betreft, legde professor Ramalingam uit: "Osimertinib veroorzaakte minder bijwerkingen hoewel de behandeling met osimertinib langer duurde dan de standaardbehandeling (respectievelijk 16,2 en 11,5 maanden)."
"Osimertinib als eerstelijnstherapie bij patiënten met een NSCLC is duidelijk beter dan de standaardbehandeling. Het verschil in PFS bij patiënten met of zonder hersenmetastasen was nagenoeg identiek, wat erop wijst dat osimertinib even actief is in de hersenen als in andere organen. Dat is belangrijk. Patiënten met een EGFR+ NSCLC ontwikkelen immers vaak hersenmetastasen", legde Suresh Ramalingam uit. Dr. Enriqueta Felip (Barcelona, Spanje) commentarieerde: "Te oordelen naar die resultaten zou osimertinib een nieuwe eerstelijnstherapie moeten worden bij patiënten met een EGFR + NSCLC."
Ramalingam S et al. Osimertinib vs standard of care (SoC) EGFR-TKI as first-line therapy in patients (pts) with EGFRm advanced NSCLC: FLAURA. ESMO 2017 Abstract #LBA2.
De FLAURA-studie is een dubbelblinde, gerandomiseerde fase III-studie die osimertinib heeft vergeleken met de standaardbehandeling, zijnde erlotinib of gefitinib, als eerstelijnstherapie bij patiënten met een niet-kleincellige longkanker (NSCLC) met een mutatie van exon 19 of 21 van het EGFR-gen. De 556 patiënten uit Azië (2/3 van de patiënten), Europa en Noord-Amerika (1/3 van de patiënten) werden in een 1-1-verhouding gerandomiseerd naar een behandeling met osimertinib (80 mg/d per os, n = 279) of de standaardbehandeling (gefitinib 250 mg/d per os of erlotinib 150 mg/d per os, n = 277)."We zijn uitgegaan van de hypothese dat een EGFR-kinaseremmer die doeltreffend is in geval van een mutatie van het EGFR-gen of een T790M-mutatie, de toestand van de patiënten zal verbeteren", zei prof. Suresh Ramalingam (Atlanta, GE, VS), hoofdonderzoeker van de studie. Osimertinib is een tyrosinekinaseremmer van de derde generatie die ook actief is op tumorcellen met mutaties van het EGFR-gen of de T790M-mutatie.Zeer bemoedigende resultatenOndanks het hoge responspercentage en de hoge mediane progressievrije overleving (PFS) zal de tumor uiteindelijk toch resistent worden tegen erlotinib en gefitinib.In een eerdere studie bij 60 patiënten met een NSCLC met een gemuteerd EGFR-gen bedroeg de mediane PFS met osimertinib 20,5 maanden, wat bijna tweemaal zo hoog was als met erlotinib en gefitinib.In de FLAURA-studie bedroeg de mediane progressievrije overleving (PFS) 18,9 maanden met osimertinib en 10,2 maanden met de standaardtherapie, dus een daling van het risico op tumorprogressie met 54% (HR = 0,46; 95% BI 0,37-0,57; p < 0,0001). Het verschil in progressievrije overleving werd teruggevonden in alle subgroepen.De mediane duur van de respons was tweemaal langer bij de patiënten die werden behandeld met osimertinib (17,2 maanden) dan bij de patiënten die de standaardbehandeling kregen (8,5 maanden). Het totale responspercentage was respectievelijk 80% en 76%.Een revolutie op meerdere niveausDe totale overleving was 37% hoger in de osimertinibgroep (HR = 0,63), maar bij een tussentijdse analyse van de overleving was het verschil nog niet significant (bij gebrek aan voldoende gegevens). De incidentie van graad 3-bijwerkingen was lager met osimertinib (34%) dan met de standaardbehandeling (45%). Wat de bijwerkingen betreft, legde professor Ramalingam uit: "Osimertinib veroorzaakte minder bijwerkingen hoewel de behandeling met osimertinib langer duurde dan de standaardbehandeling (respectievelijk 16,2 en 11,5 maanden).""Osimertinib als eerstelijnstherapie bij patiënten met een NSCLC is duidelijk beter dan de standaardbehandeling. Het verschil in PFS bij patiënten met of zonder hersenmetastasen was nagenoeg identiek, wat erop wijst dat osimertinib even actief is in de hersenen als in andere organen. Dat is belangrijk. Patiënten met een EGFR+ NSCLC ontwikkelen immers vaak hersenmetastasen", legde Suresh Ramalingam uit. Dr. Enriqueta Felip (Barcelona, Spanje) commentarieerde: "Te oordelen naar die resultaten zou osimertinib een nieuwe eerstelijnstherapie moeten worden bij patiënten met een EGFR + NSCLC."Ramalingam S et al. Osimertinib vs standard of care (SoC) EGFR-TKI as first-line therapy in patients (pts) with EGFRm advanced NSCLC: FLAURA. ESMO 2017 Abstract #LBA2.