...

Deze multicentrische studie werd uitgevoerd bij 101 vrouwen met een borstkanker in een vroeg stadium ongeacht de aan- of afwezigheid van hormoonreceptoren of HER2 bij wie somatische mutaties waren vastgesteld en die tussen november 2011 en oktober 2016 werden gerekruteerd. De patiënten hadden een neoadjuvante chemotherapie gekregen gevolgd door chirurgie ofwel een adjuvante chemotherapie na chirurgie. De auteurs hebben een sequencing uitgevoerd van stalen van de primaire tumor om somatische mutaties op te sporen en hebben die mutaties dan ook opgespoord in plasma (tijdens het eerste jaar om de 3 maanden en daarna om de 6 maanden). In een gecombineerde groep van 144 patiënten (van wie 43 patiënten van een eerdere valideringsstudie) werden aanvullende analyses uitgevoerd.Het primaire eindpunt was de recidiefvrije overleving. Bij 16 van de 101 patiënten werd ctDNA ontdekt tijdens een mediane follow-up van 35,5 maanden. De mediane recidiefvrije overleving was 38,0 maanden bij de patiënten bij wie ctDNA werd gedetecteerd, en was op het ogenblik van de analyse nog niet bereikt bij de patiënten bij wie geen ctDNA kon worden gedetecteerd (hazard ratio = 16,7, p < 0,001). Bij 41 van de 80 evalueerbare patiënten werd ctDNA ontdekt op het ogenblik dat de diagnose werd gesteld (dus voor behandeling). De recidiefvrije overleving was significant korter bij de vrouwen bij wie ctDNA kon worden vastgesteld (HR = 5,8, p = 0,01).Garcia-Murillas I et al. Assessment of Molecular Relapse Detection in Early-Stage Breast Cancer. JAMA Oncol. Online gepubliceerd voor de papieren versie op 1 augustus 2019. doi:10.1001/jamaoncol.2019.1838; https://jamanetwork.com/journals/jamaoncology/article; abstract/2740685?resultClick=3