...

Telkens 81 patiënten werden behandeld met ofwel een combinatie van carboplatine plus etoposide (zes cycli carboplatine intraveneus op dag 1 plus etoposide intraveneus [100 mg/m2 van dag 1 tot dag 3]) ofwel topotecan peroraal (zes cycli 2,3 mg/m2 van dag 1 tot dag 5). Bij een mediane follow-up van 22,7 maand (IQR 20,0-37,3) was de mediane progressievrije overleving significant beter in de combinatiegroep met chemotherapie dan in de topotecangroep (4,7 maand tegenover 2,7 maand). De onderzoekers bemerkten geen verschil tussen de twee groepen wat betreft de locatie van de progressie: in de combinatiegroep met chemotherapie groep noteerden ze 22 (27%) patiënten met enkel progressie in de reeds bestaande letsels, 38 (47%) met enkel nieuwe letsels en 21 (26%) met zowel nieuwe als reeds bestaande letsels. In de topotecangroep vertoonden 23 (28%) patiënten enkel progressie in de reeds bestaande letsels, vertoonden er 35 (44%) enkel nieuwe letsels en 23 (28%) zowel nieuwe als reeds bestaande letsels. De mediane algemene overleving was vergelijkbaar in beide groepen: 7,5 maanden (95% CI 5,4-9,5) in de groep met carboplatine plus etoposide en 7,4 maanden (6,0-8,7) in de topotecangroep. De meest frequente bijwerkingen van graad 3-4 waren neutropenie (18 van de 81 patiënten in de topotecangroep tegenover 11 van de 81 patiënten in de combinatiegroep met chemotherapie), trombocytopenie (29 tegenover 25), anemie (17 tegenover 20), febriele neutropenie (negen tegenover vijf), en asthenie (acht tegenover zeven). Ernstige bijwerkingen, die aanleiding gaven tot hospitalisatie, werden waargenomen bij 30 (37%) van de 81 patiënten in de combinatiegroep met chemotherapie tegenover 35 (43%) van de 81 in de topotecangroep. De meest frequente behandelingsgerelateerde ernstige bijwerking was trombocytopenie dat optrad bij 19 (23%) patiënten in de topotecangroep en 17 (21%) in de combinatiegroep. Bij 14 (17%) patiënten in de combinatiegroep met chemotherapie en 10 (12%) in de topotecangroep diende de behandeling te worden onderbroken omwille van behandelingsgerelateerde bijwerkingen, meestal te wijten aan trombocytopenie, dat optrad bij 12 (86%) van de 14 patiënten in de combinatiegroep en negen (90%) van de tien in de topotecangroep. Men weerhield twee behandelingsgerelateerde overlijdens in de topotecangroep (beide te wijten aan febriele neutropenie met sepsis) en geen in de combinatiegroep met chemotherapie. Baize, N., Monnet, I., Greillier, L. et al: Carboplatin plus etoposide versus topotecan as second-line treatment for patients with sensitive relapsed small-cell lung cancer: an open-label, multicentre, randomised, phase 3 trial. Lancet Oncol 2020; 21 (september): 1224-33. DOI: https://doi.org/10.1016/S1470-2045(20)30461-7.