In deze gerandomiseerde open-label fase 3-studie werden 478 patiënten met een recidief van of refractair multipel myeloom, na twee of drie behandelingen, waaronder proteasoominhibitoren en immunomodulerende agentia, behandeld met ofwel carfilzomib eenmaal per week (240 patiënten {70 mg/m2}) of tweemaal per week (238 patiënten {27 mg/m2}).
...
De groep die eenmaal per week behandeld werd, ontving carfilzomib (30 min intraveneus infuus) op dagen 1, 8, en 15 van alle cycli (20 mg/m2 dag 1 [cyclus 1]; 70 mg/m2 vervolgens). De groep die tweemaal per week behandeling kreeg, ontving carfilzomib (10 min intraveneus infuus) op dagen 1, 2, 8, 9, 15, en 16 (20 mg/m2 dagen 1 en 2 gedurende cyclus 1; 27 mg/m2 vervolgens). Alle patiënten werden eveneens behandeld met dexamethasone (40 mg op dagen 1, 8, 15 [alle cycli] en 22 [cycli 1-9]). De behandeling werd stopgezet in geval van progressie van de aandoening of onaanvaardbare bijwerkingen.De mediane progressievrije overleving was hoger in de groep die eenmaal per week behandeld werd dan in de groep die tweemaal per week behandeld werd (11,2 maanden [95% CI 8,6-13,0] versus 7,6 maanden [5,8-9,2]; hazard ratio [HR] 0,69, 95% CI 0,54-0,83; p = 0,0029). Het aandeel van de patiënten die een algemene respons bekwamen, was 62,9% (95% CI: 56,5-69,0) in de groep met een behandeling per week versus 40,8% (34,5-47,3) in groep met twee behandelingen per week (odds ratio [OR] 2,49, 95% CI 1,72-3,60; p < 0,0001).De mediane duur van algemene respons bedroeg 15,0 maanden in de groep die eenmaal per week behandeling kreeg (95% CI 12,2 tot niet schatbaar) en 13,8 maanden in de groep met tweemaal behandeling per week (95% CI 9,5 tot niet schatbaar). Het mediane interval tot respons was 1,1 (IQR 1,0-1,9) voor de 'eenmaal per week'-groep en 1,9 maanden (1,0-2,0) voor de 'tweemaal per week'-groep.Het voorkomen van graad 3-bijwerkingen was hoger in de groep die eenmaal per week behandeling kreeg dan in de groep met twee behandelingen per week (68% [n=161] versus 62% [n=145]). De meest voorkomende bijwerkingen waren anemie, pneumonie en trombocytopenie (42 [18%] versus 42 [18%], 24 [10%] versus 16 [7%] en 17 [7%] versus 16 [7%], respectievelijk voor de 'eenmaal per week'-carfilzomib versus de 'tweemaal per week'-carfilzomib. Een lager aantal patiënten vertoonde hartfalen van graad 3 of erger in de groep met een behandeling (7 [3%]) dan in de groep (10 [4%]) met twee behandelingen per week.Behandelingsgerelateerde overlijdens traden op bij vijf (2%) van de 238 patiënten in de groep met een behandeling per week (sepsis [n = 1], overlijden [n = 1], acuut longletsel [n = 1], acute respiratoire insufficiëntie [n = 1] en tumorlysissyndroom [n = 1]) en bij twee (1%) van de 235 patiënten in de groep met twee behandelingen per week (plasmacelmyeloom [n = 1] en congestief hartlijden [n = 1]). In de groep met een behandeling per week waren 58 overlijdens en in de groep met twee behandelingen per week 68 op het ogenblik van het verzamelen van de data.Deze resultaten tonen een gunstig efficiëntie-risicoprofiel voor een behandeling per week. Bovendien biedt dit dosisregime een betere patiëntencompliance.Moreau, Ph., Mateos, M-V., Berenson, J.R. et all.: Once weekly versus twice weekly carfilzomib dosing in patients with relapsed and refractory multiple myeloma (A.R.R.O.W.): interim analysis results of a randomised, phase 3 study: Lancet Oncol 2018;19: 953-64. Published online June 1, 2018. http://dx.doi.org/10.1016/S1470-2045(18)30354-1