In deze open label, internationale (61 centra in 11 landen), gecontroleerde fase III-trial, werden 372 patiënten met recidief (na falen van minimum één systemische behandeling) van de types mycosis fungoides of Sézary-syndroom van cutaan T-cellymfoom, gerandomiseerd om ofwel behandeld te worden met mogamulizumab, 1,0 mg/kg intraveneus per week gedurende de eerste 28 dagen en vervolgens telkens om de twee weken (186 patiënten), ofwel met vorinostat, 400 mg per dag (186 patiënten).
...
Mogamulizumabbehandeling resulteerde in een betere progressievrije overleving in vergelijking met de vorinostatbehandeling (mediaan 7,7 maanden [95 % CI 5,7-10,3] in de mogamulizumabgroep versus 3,1 maanden [2,9-4,1] in de vorinostatgroep; hazard ratio 0,53, 95% CI 0,41-0,69; gestratificeerde log-ranking p < 0,0001).Ook het proportioneel aantal patiënten, dat een algemene respons bereikte was significant hoger in de mogamulizumabgroep (52 [28%] van de 186 patiënten, 95% CI 21,6-35,0) dan in de vorinostatgroep (negen [5%] van de 186, 2,2-9,0; risk ratio [RR] 23,1, 95% CI 12,8 - 33,1; p < 0,0001), en dit voordeel bevestigde zich na onafhankelijke review (43 [23%] van de 186 patiënten in de mogamulizumabgroep [95% CI 17,3-29,8] versus zeven [4%] van de 186 in de vorinostatgroep [1,5-7,6]; RR 19,4, 95% CI 9,0-29,4; p < 0.0001). Vijf patiënten in de mogamulizumabgroep bereikten een algemene volledige respons, terwijl dit in de vorinostatgroep voor geen enkele patiënt het geval was.Graad 3-4-bijwerkingen werden waargenomen bij 75 (41%) van de 186 patiënten in de mogamulizumabgroep en bij 76 (41%) van de 186 patiënten in de vorinostatgroep. De meest frequente ernstige bijwerkingen waren koorts bij acht (4%) patiënten en cellulitis bij vijf (3%) patiënten in de mogamulizumabgroep; en cellulitis bij zes (3%) patiënten, longembool bij zes (3%) patiënten, en sepsis bij vijf (3%) patiënten in de vorinostatgroep. Twee (67%) van de drie overlijdens tijdens behandeling met mogamulizumab (te wijten aan sepsis en polymyositis) en drie (33%) van de negen overlijdens tijdens behandeling met vorinostat (twee te wijten aan longembool en één aan bronchopneumonie) werden beschouwd als gelinkt aan de behandeling.In totaal werd de behandeling stopgezet omwille van bijwerkingen bij 35 (19%) van de 184 patiënten in de mogamulizumabgroep en bij 43 (23%) van de 186 patiënten in de vorinostatgroep. De meest frequente redenen voor onderbreking van de behandeling waren allergische huidreactie bij 13 (7%) patiënten in de mogamulizumabgroep en vermoeidheid bij acht (4%) patiënten in de vorinostatgroep.Mogamulizumab, een nieuw CCR4-directed monoklonaal antilichaam is significant efficiënter dan vorinostat met een vergelijkbaar veiligheidsprofiel en komt dus in aanmerking als een waardevolle nieuwe therapeutische optie voor patiënten met recidief van mycosis fungoides of Sézary-syndroom van cutaan T-cellymfoom.Kim,Y.H., Bagot, M., Pinter-Brown, L. et all.: Mogamulizumab versus vorinostat in previously treated cutaneous T-cell lymphoma (MAVORIC): an international, open-label, randomised, controlled phase 3 trial. Lancet Oncol 2018; 19: 1192-204Published Online August 9, 2018. http://dx.doi.org/10.1016/S1470-2045(18)30379-6