Wat is het verschil tussen het Riziv een kwarteeuw geleden en het Riziv nu?

Het Riziv is geëvolueerd van een wat oubollige administratie naar een moderne, dynamisch, open organisatie. Dat is niet alleen door het management, de tijd gaf ons de wind in de rug. De samenleving is eveneens geëvolueerd. Toen ik op het Riziv aankwam, stond de informatica nog in de kinderschoenen. Gegevens over het geneesmiddelenverbruik of data waarmee we de regionale variatie in kaart konden brengen, waren er niet - of sijpelden zeer langzaam binnen. Dat gaat nu vele malen sneller.

Er vond een belangrijke professionalisering plaats. Toen ik bij het Riziv kwam hadden we één apotheker in dienst - kun je je dat nog voorstellen? Met een grote herschikking van het personeel is ook de mentaliteit van de administratie sterk veranderd. Vroeger hielden we alles als nauwgezette notarissen bij maar wachtten we vooral af op wat ons afkwam. De voorbije 25 jaar hebben we als team een strategie ontwikkeld voor de gezondheidszorg.

Toen ik bij het Riziv kwam hadden we één apotheker in dienst - kun je je dat nog voorstellen?

Met expertise gebouwd op analyse van de stroom van data, stellen we ons veel pro-actiever op. Wat me ook altijd geboeid heeft bij het Riziv is de multidisciplinaire karakter. Je werkt samen met artsen, apothekers, informatici, actuarissen en juristen aan projecten.

Het Riziv is geëvolueerd van een zuivere terugbetalingsmethodiek - we betalen facturen en zien toe op een correcte besteding - naar een grotere impact op de organisatie. Je kunt niet zomaar alles zomaar financieren. Je hebt hefbomen nodig om de zaken bij te sturen.

Het Riziv heeft ook de kwaliteit van de zorg hoog op de agenda geplaatst. Tot 2001, het jaar dat Nationale Raad voor Kwaliteitspromotie werd opgericht, kwam het woord kwaliteit amper voor in de woordenschat van de ziekteverkering.

In 2008 kwam het Tallin Charter van de WGO. In 2009 brachten we in co-auteurschap met de FOD Volksgezondheid en de regio's het eerste performantierapport van de gezondheidszorg uit. De bedoeling is de zorg te beoordelen, pijnpunten te vinden, zaken te verbeteren. Er kwam meer oog voor resultaten, voor outcomes.

Ook de overlegmechanismen zijn mee geëvolueerd - al mag die evolutie sneller gaan.

Het overlegmodel lijkt soms zijn beste tijd te hebben gehad. In de jaren 90 kwamen de medische verkiezingen, maar deelname aan de verkiezingen is steeds bergaf gegaan. Het lijkt ook niet makkelijk om steeds artsen te vinden die in de commissies, raden en werkgroepen van het Riziv willen meewerken.

Dat laatste wordt ook bemoeilijkt door de tijd die mensen verliezen om zich te verplaatsen. Maar het overlegmodel moeten we zeker we bijsturen. Het is te complex. Je hebt een enorme hoeveelheid commissies en raden - veel is niet noodzakelijk beter en efficiënter. Meer efficiëntie zal ook de betrokkenheid verhogen. Mensen zullen zich inzetten als ze daarbij het gevoel hebben dat hun inbreng loont, dat ze naast het verdedigen van de belangen ook kunnen meebouwen aan een moderne gezondheidszorg, .Hun inbreng is nodig.

Ik spreek liever over 'therapeutische verantwoordelijkheid' dan over 'therapeutische vrijheid'.

Je kunt geen gezondheidszorg hebben zonder artsen. Maar je kunt geen overleg hebben waar het status quo het motto is. Overleg dient om de gezondheidszorg vooruit te helpen, te optimaliseren. Dat kun je niet zonder deskundigheid. Maar het maatschappelijke belang botst wel eens met de 'therapeutische vrijheid'.

Ik spreek liever over 'therapeutische verantwoordelijkheid' dan over 'therapeutische vrijheid'. We gaan samen op zoek gaan naar de beste zorg. Naar de beste omgeving om die zorg mogelijk te maken. Het overleg gaat niet alleen over budgetten, maar ook over de verbetering van de zorg. Daar krijg je de mensen wel in geïnteresseerd.

De belangstelling van artsen hangt ook wel samen met de attractiviteit van artsenorganisaties en de visie die die uitstralen. De verenigingen moeten niet alleen reageren op gebeurtenissen, ze moeten analyses maken en de toekomst van het specialisme uittekenen? Hoe bouw je een goed clinical management verder uit in het ziekenhuis? Je moet een strategie uitwerken zoals we ook met het Riziv gedaan hebben, en je proactief opstellen.

U vindt dat artsenorganisaties zelf ook sterker moeten professionaliseren?

Dat klopt. Liever vandaag dan morgen. Al mag je niet alle organisaties over dezelfde kam scheren.

De grootste klachten bij de gezondheidswerkers gaat over de druk van de administratie. Denkt u dat de rompslomp kan verminderen?

Hier heb je een goed voorbeeld van overleg. De jongerenorganisaties van de artsensyndicaten hebben een prachtig werkstuk afgeleverd. Daarin leggen ze een aantal pijnpunten bloot. De getuigschriften voor arbeidsongeschiktheid zijn verschillend voor werknemers uit bedrijven, voor ambtenaren, politieagenten, onderwijzenden, werknemers van de gemeenten, enzovoort. Een arts heeft al snel een boekentas vol met verschillende attesten. De aanvragen voor geneesmiddelen, de gebrekkige feedback daarbij,... Ze hebben een heel dossier daarover samengesteld.

Een arts heeft al snel een boekentas vol met verschillende attesten.

Getuigschriften voor arbeidsongeschiktheid, goedkeuringen voor geneesmiddelen, tarificatie aan de ziekenfondsen,... Ik denk dat we de afgelopen jaren al stappen hebben gezet. Het elektronisch voorschrijven van geneesmiddelen is een belangrijke stap. Die verlichtte misschien niet meteen de werkbelasting maar het hele proces werd wel een stuk efficiënter.

Een attest om een bepaalde activiteit te mogen uitvoeren, een testresultaat voor het een of het ander,... Het dossier van Jong Domus en de collega's van de andere artsenorganisaties trekt terecht aan de alarmbel. Er bestaat onzinnige, onduidelijke, onbegrijpelijke administratieve rompslomp. Ik heb hen verteld dat we iets willen veranderen, maar dat vraagt ook medewerking van anderen buiten de ziekteverzekering. Ik blijf die werkgroep nog even voorzitten, ik vind het een heel belangrijk item.

Zorg kan ook wel niet zonder administratie. Artsen moeten niet verwachten dat alle administratieve verplichtingen zullen verdwijnen. Maar het kan veel eenvoudiger. Klachten over administratieve rompslomp hoor je even goed in andere landen. En het zijn lang niet alleen de artsen die erover klagen. Het is soms ook wel wat dubbelzinnig.

Sommige administratieve lasten vloeien voort uit regels en normering die de overheid oplegt. Die moet in verhouding zijn, anders ben je niet goed bezig. Maar het hangt er ook af van wat men onder administratieve rompslomp verstaat. Voor sommige artsen is het invullen van het patiëntendossier ook administratie. Dat is een medische taak - de patiënt heeft recht op een volledig dossier.

Goede registratie krijgt steeds meer de nadruk met het oog op het uitwisselen van gegevens. Dat vraagt tijd en inspanning van de arts. De specialist moet feedback geven aan de eerste lijn. Maar dat noem ik niet administratieve last.

Wat is het verschil tussen het Riziv een kwarteeuw geleden en het Riziv nu?Het Riziv is geëvolueerd van een wat oubollige administratie naar een moderne, dynamisch, open organisatie. Dat is niet alleen door het management, de tijd gaf ons de wind in de rug. De samenleving is eveneens geëvolueerd. Toen ik op het Riziv aankwam, stond de informatica nog in de kinderschoenen. Gegevens over het geneesmiddelenverbruik of data waarmee we de regionale variatie in kaart konden brengen, waren er niet - of sijpelden zeer langzaam binnen. Dat gaat nu vele malen sneller.Er vond een belangrijke professionalisering plaats. Toen ik bij het Riziv kwam hadden we één apotheker in dienst - kun je je dat nog voorstellen? Met een grote herschikking van het personeel is ook de mentaliteit van de administratie sterk veranderd. Vroeger hielden we alles als nauwgezette notarissen bij maar wachtten we vooral af op wat ons afkwam. De voorbije 25 jaar hebben we als team een strategie ontwikkeld voor de gezondheidszorg.Met expertise gebouwd op analyse van de stroom van data, stellen we ons veel pro-actiever op. Wat me ook altijd geboeid heeft bij het Riziv is de multidisciplinaire karakter. Je werkt samen met artsen, apothekers, informatici, actuarissen en juristen aan projecten.Het Riziv is geëvolueerd van een zuivere terugbetalingsmethodiek - we betalen facturen en zien toe op een correcte besteding - naar een grotere impact op de organisatie. Je kunt niet zomaar alles zomaar financieren. Je hebt hefbomen nodig om de zaken bij te sturen.Het Riziv heeft ook de kwaliteit van de zorg hoog op de agenda geplaatst. Tot 2001, het jaar dat Nationale Raad voor Kwaliteitspromotie werd opgericht, kwam het woord kwaliteit amper voor in de woordenschat van de ziekteverkering. In 2008 kwam het Tallin Charter van de WGO. In 2009 brachten we in co-auteurschap met de FOD Volksgezondheid en de regio's het eerste performantierapport van de gezondheidszorg uit. De bedoeling is de zorg te beoordelen, pijnpunten te vinden, zaken te verbeteren. Er kwam meer oog voor resultaten, voor outcomes. Ook de overlegmechanismen zijn mee geëvolueerd - al mag die evolutie sneller gaan. Het overlegmodel lijkt soms zijn beste tijd te hebben gehad. In de jaren 90 kwamen de medische verkiezingen, maar deelname aan de verkiezingen is steeds bergaf gegaan. Het lijkt ook niet makkelijk om steeds artsen te vinden die in de commissies, raden en werkgroepen van het Riziv willen meewerken.Dat laatste wordt ook bemoeilijkt door de tijd die mensen verliezen om zich te verplaatsen. Maar het overlegmodel moeten we zeker we bijsturen. Het is te complex. Je hebt een enorme hoeveelheid commissies en raden - veel is niet noodzakelijk beter en efficiënter. Meer efficiëntie zal ook de betrokkenheid verhogen. Mensen zullen zich inzetten als ze daarbij het gevoel hebben dat hun inbreng loont, dat ze naast het verdedigen van de belangen ook kunnen meebouwen aan een moderne gezondheidszorg, .Hun inbreng is nodig.Je kunt geen gezondheidszorg hebben zonder artsen. Maar je kunt geen overleg hebben waar het status quo het motto is. Overleg dient om de gezondheidszorg vooruit te helpen, te optimaliseren. Dat kun je niet zonder deskundigheid. Maar het maatschappelijke belang botst wel eens met de 'therapeutische vrijheid'. Ik spreek liever over 'therapeutische verantwoordelijkheid' dan over 'therapeutische vrijheid'. We gaan samen op zoek gaan naar de beste zorg. Naar de beste omgeving om die zorg mogelijk te maken. Het overleg gaat niet alleen over budgetten, maar ook over de verbetering van de zorg. Daar krijg je de mensen wel in geïnteresseerd.De belangstelling van artsen hangt ook wel samen met de attractiviteit van artsenorganisaties en de visie die die uitstralen. De verenigingen moeten niet alleen reageren op gebeurtenissen, ze moeten analyses maken en de toekomst van het specialisme uittekenen? Hoe bouw je een goed clinical management verder uit in het ziekenhuis? Je moet een strategie uitwerken zoals we ook met het Riziv gedaan hebben, en je proactief opstellen.U vindt dat artsenorganisaties zelf ook sterker moeten professionaliseren?Dat klopt. Liever vandaag dan morgen. Al mag je niet alle organisaties over dezelfde kam scheren.De grootste klachten bij de gezondheidswerkers gaat over de druk van de administratie. Denkt u dat de rompslomp kan verminderen?Hier heb je een goed voorbeeld van overleg. De jongerenorganisaties van de artsensyndicaten hebben een prachtig werkstuk afgeleverd. Daarin leggen ze een aantal pijnpunten bloot. De getuigschriften voor arbeidsongeschiktheid zijn verschillend voor werknemers uit bedrijven, voor ambtenaren, politieagenten, onderwijzenden, werknemers van de gemeenten, enzovoort. Een arts heeft al snel een boekentas vol met verschillende attesten. De aanvragen voor geneesmiddelen, de gebrekkige feedback daarbij,... Ze hebben een heel dossier daarover samengesteld. Getuigschriften voor arbeidsongeschiktheid, goedkeuringen voor geneesmiddelen, tarificatie aan de ziekenfondsen,... Ik denk dat we de afgelopen jaren al stappen hebben gezet. Het elektronisch voorschrijven van geneesmiddelen is een belangrijke stap. Die verlichtte misschien niet meteen de werkbelasting maar het hele proces werd wel een stuk efficiënter.Een attest om een bepaalde activiteit te mogen uitvoeren, een testresultaat voor het een of het ander,... Het dossier van Jong Domus en de collega's van de andere artsenorganisaties trekt terecht aan de alarmbel. Er bestaat onzinnige, onduidelijke, onbegrijpelijke administratieve rompslomp. Ik heb hen verteld dat we iets willen veranderen, maar dat vraagt ook medewerking van anderen buiten de ziekteverzekering. Ik blijf die werkgroep nog even voorzitten, ik vind het een heel belangrijk item. Zorg kan ook wel niet zonder administratie. Artsen moeten niet verwachten dat alle administratieve verplichtingen zullen verdwijnen. Maar het kan veel eenvoudiger. Klachten over administratieve rompslomp hoor je even goed in andere landen. En het zijn lang niet alleen de artsen die erover klagen. Het is soms ook wel wat dubbelzinnig. Sommige administratieve lasten vloeien voort uit regels en normering die de overheid oplegt. Die moet in verhouding zijn, anders ben je niet goed bezig. Maar het hangt er ook af van wat men onder administratieve rompslomp verstaat. Voor sommige artsen is het invullen van het patiëntendossier ook administratie. Dat is een medische taak - de patiënt heeft recht op een volledig dossier. Goede registratie krijgt steeds meer de nadruk met het oog op het uitwisselen van gegevens. Dat vraagt tijd en inspanning van de arts. De specialist moet feedback geven aan de eerste lijn. Maar dat noem ik niet administratieve last.